Hoofdstuk 22

23 4 0
                                    

Point of view Dane

-1 jaar geleden

Er zijn al een paar weken school voorbij. Examenjaar. Ik zit goed in mijn vel en ik heb nog steeds dezelfde, gezellige klas als vorig jaar.

Vandaag heb ik een korte dag. Ik grijp wat boeken uit mijn kast en doe ze in mijn tas. Ik loop de trap af en gooi mijn schooltas op de grond in de gang. Ik loop de keuken binnen en zie mijn vader aan de eettafel zitten. 'Morgen,' groet hij me. 'Goeiemorgen,' antwoord ik. Ik ga aan tafel zitten. Er staat een ongebruikt ontbijtbordje voor me op tafel. Ernaast ligt een boterhamzakje met een paar belegde broodjes. Ik glimlach en eet een boterham.

Als ik klaar ben met ontbijten gooi ik het zakje met belegde broodjes in mijn tas. 'Pa ik ben weg!' Ik geef mijn vader een tik op zijn schouder. Hij kijkt op en steekt z'n hand omhoog. 'Joe.' Hij kijkt weer op zijn telefoon.

Ik stap op de fiets. Ik ben ruim op tijd, maar fiets toch door. Lily. Ze is altijd vroeg op school, dus ik ook. Ze is knap, Lily. Mijn beste vriendin, al heel lang en dat hou ik het liefst zo. Mijn gevoelens voor haar houd ik voor mezelf.

Ik fiets het schoolplein op en zet mijn fiets in het rek. Ik weet dat ik een rood hoofd heb van het fietsen, dus ik gooi mijn jas in mijn kluisje en spurt de gang door, naar de wc. Als ik mezelf in de spiegel zie, valt het aanzicht tegen. Mijn hoofd is nog roder dan verwacht en mijn haar plakt een beetje aan mijn voorhoofd. Ik veeg snel met de mauw van mijn shirt over mijn voorhoofd en houd het flesje met water dat in mijn tas zat, even tegen mijn wang. Adem in, adem uit. Er loopt iemand de wc in. Ik loop weg.

In de aula zoek ik naar de tafel met mensen uit mijn klas. De meeste mensen zitten altijd aan dezelfde tafel, maar onze klas zit elke dag ergens anders. Ik zie Thomas zitten. Hij lacht heel hard en slaat op de tafel. Ik grinnik en loop naar de tafel waaraan hij zit toe. Naast Thomas zit Justin. Tegenover de twee jongens zitten Jill en Leah. Die twee zijn altijd samen. Aan de hoek van de tafel zitten Alice, Anne en Lily. Als ik aan kom lopen draait Lily zich naar me om. 'Hey,' zegt ze vrolijk. 'Yo,' zeg ik en ik ga naast Thomas zitten. Thomas ligt nog steeds in een deuk. Justin begroet me. Ik kijk Justin vragend aan, terwijl ik naar Thomas wijs. Hij schudt z'n hoofd. 'Had je bij moeten zijn,' Ik trek mijn wenkbrauwen kort op en zucht. Ik draai me naar Lily. 'Wat hebben we zo?' Lily pakt haar agenda. Ze heeft haar rooster aan de binnenkant van de kaft van haar agenda geplakt. 'Geschiedenis,' zegt ze. 'Dat hebben we samen.' Ik knik. De bel gaat. In de opeens volle aula, staat iedereen luidruchtig op. Pratende, lachende en zuchtende mensen wringen zich langs elkaar. Op weg naar hun eerste lesuur. Ik loop achter de menigte aan.

Als we het geschiedenislokaal in zijn, loop ik meteen naar de tafel achterin, het verst van het bureau vande leraar vandaan. Lily legt haar boeken op de tafel naast mij. Ze ploft neer. De leraar is er nog niet. 'Het is vrijdag,' zeg Lily. Ik knik. 'Klopt.' Lily lacht. 'Je weet wat dat betekent,' zegt ze. 'Bijna weekend. Ga je morgen iets doen?' Ik schud mijn hoofd. 'Nope.' Lily knijpt haar ogen tot spleetjes. 'Doe je mee?' Ik frons mijn wenkbrauwen. 'Met wat?' Lily grijnst geheimzinnig. 'We gaan een feestje vieren.' 'Oké dan,' antwoord ik. 'Wie is "we"?' Lily wijst de klas in. 'Justin, Alice, misschien Thomas.' 'Hmm, dat wordt een druk feestje hoor ik al.' Ik zucht. Heb ik wel zin in Justin? Lily kijkt me enthousiast aan. 'Is goed.' Lily klapt in haar handen. 'Nice!' De leraar komt binnen en Lily slaat haar boek open. Ik kijk triest naar mijn tas. 'Vergeten...'  fluister ik naar Lily terwijl ik naar mijn tas wijs. Ze rolt met haar ogen en schuift haar boek iets mijn kant op. 'Kijk maar mee.' Ik grijns.

Als ik uit ben wacht ik in de aula. De laatste les was afschuwelijk. Economie, mijn slechtste vak. Lily komt aanlopen. Net voor  ze naar haar kluisje wil gaan, ziet ze me zitten. Ik zwaai even, waardoor ze naar me toe komt lopen. 'Hey, wat gaan we morgen nou afspreken?' Lily krijgt meteen weer die geheimzinnige blik in haar ogen. 'We spreken morgenmiddag bij mij thuis af, rond een uur of vier.' Ik kijk haar vragend aan. 'Zo laat pas?' Lily schudt lachend haar hoofd. 'Ja. Blijf je slapen? Het wordt laat.' Ik knik. 'Als het mag.' Ik voel kriebels in mijn buik. 'Wie blijft er nog meer slapen?' 'Iedereen...' antwoordt Lily. 'En dan vraag je mij als laatst?' vraag ik spottend. 'Mag dit van je ouders?' Lily lacht. 'Ja, ik ging er toch wel van uit dat je ja zou zeggen.' 'En dat ik niks te doen heb op een doordeweekse zaterdag.' Voeg ik er aan toe. Lily moet weer lachen. 'Ja dat. En het mag van mijn ouders.' Ik gooi mijn tas over mijn schouder. 'Mooizo.' Ik begin richting de kluisjes te lopen. Als we onze spullen gepakt hebben, fietsen we samen naar huis.

Het enige wat ik als ik thuis ben kan doen, is denken aan Lily. Aan morgen. Wat gaan we doen? Ik heb er zin in, maar toch knaagt er iets aan me. Ik vertrouw Lily, maar ze deed zo irritant geheimzinnig.

Als ik mijn moeder thuis hoor komen, ruim ik mijn schoolspullen op. Genoeg aan schoolwerk gedaan vandaag. Het is vrijdag, maar ik wil zeker weten dat ik morgen maar Lily mag. Ik loop naar beneden. 'Mam.' Mijn moeder kijkt op. 'Hoi, zegt ze.' Ze hangt haar schoudertas aan de kapstop, naast haar jas. Ze geeft me een kus op mijn wang. 'Hoe was je dag?' Ik haal mijn schouders op. 'Gied hoor. Saai.' Mijn moeder grinnikt en loopt achter mij aan de keuken in. Ik schenk wat te drinken in voor mezelf en mijn moeder. 'Mag ik morgen bij Lily logeren?' Ik geef mijn moeder haar glas. 'Alweer?' Mijn moeder grinnikt. 'Wat spook je toch allemaal uit Dane?' Ik bloos. 'Niks.' Mijn moeder loopt naar de eettafel en gaat op een stoel zitten. 'Vooruit dan.' Ik ga tegenover mijn moeder zitten en pak mijn telefoon uit mijn zak. Ik stuur een appje naar Lily.

Dane
Het mag.

Lily
Nice
4 uur bij mij

Dane
Is goed

Ik glimlach en doe mijn telefoon weer in mijn zak. 'Wanneer ga je het haar vertellen?' Zegt mijn moeder uit het niets. 'Wat?' Vraag ik. Mijn hoofd begint te gloeien en ik wil mijn moeders antwoord niet horen. Ik sta op en loop maar boven. Ik hoor mijn moeder nog lachen voor ik mijn kamer in loop.

StofWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu