Hoofdstuk 32

4 0 0
                                    

Point of view Leah

Zijn schouders schokken hevig terwijl hij ongecontroleerde snikken loslaat. Toen Thomas begon met vertellen, durfde ik hem nog zachtjes over zijn rug te strelen. Nu durf ik hem niet aan te kijken. Hoe kan je zo lang zoiets walgelijks verbergen? Er gebeuren al weken akelige dingen en al die tijd deed Thomas alsof hij er niets van afwist. Alsof het samen onderzoeken slechts een onschuldige obsessie was om zichzelf gerust te stellen. Het was een act.

Ik voel zoveel dingen tegelijk dat ik niet weet wat ik met mezelf aan moet. Ik wil gewoon dat Thomas weggaat. Zijn gehuil frustreert me mateloos, omdat ik boos op hem ben. Gelijktijdig word ik geprikkeld door een gevoel van medelijden. Voor Thomas me aan kan kijken, of iets kan zeggen draai ik me om. Ik grijp naar mijn sleutels en loop de kamer uit. De trap af en door de voordeur de frisse buitenlucht in.

Ik blijf lopen richting het eind van de straat. Huizen schieten voorbij en aan de overkant van de straat blaft een hond. Ik loop zonder bestemming of doel het park in. Het is er stil en er lijkt niemand te zijn. Op een bankje kan ik voor de eerste keer nadenken. Ondanks alle emotie kan ik helder denken. Mijn geest is verontrustend kalm. Ik kijk om me heen en neem de omgeving in me op. Het is aan het schemeren en de straatverlichting is al aan, waardoor er lange, donkere schaduwen over de tegels en het gras vallen. Ik wil huilen om de emotie eruit te laten, maar ik ben niet verdrietig. Ik ben boos. En gefrustreerd. Ik sla hard met mijn hand tegen de zitting van het bankje. De binnenkant van mijn hand begint pijnlijk te tintelen en ik sla een kreet van pijn en frustratie uit. Een vogel vliegt van schrik op. Ik wou dat Jill hier was. Dat ze naast me kwam zitten, met haar arm om me heen. Ik probeer me te bedenken wat ze tegen me zou zeggen. 'Alles is oké. Er zijn altijd mensen die een slechter leven hebben dan jij.' Ze zou me dicht tegen zich aan drukken, me loslaten en me zachtjes, speels stompen tegen mijn bovenarm. Nu ontsnappen de tranen. Ik voel in mijn broekzakken naar mijn telefoon, maar het beeld van de restanten van het ding komen weer omhoog. Shit! Hoe ben ik in deze vreselijke situatie beland? Ik denk aan mijn vriend die snikkend op mijn bed zit. Het is Thomas schuld.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Feb 10, 2021 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

StofWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu