De enige plek die over is, is naast hem.
Zuchtend plof ik op de stoel.
Wetend dat hij me nu aankijkt, doe ik alsof ik iets zoek in mijn tas.
Zodra ik mijn boeken heb gevonden en op tafel gooi kijk ik hem aan.
Dreigend om weer te verdrinken in zijn azuurblauwe ogen kijk ik snel weg.
"Is er wat?", vraagt mijn buurman.
Ik kijk hem voorzichtig aan.
"Nee, er is niks waar jij je zorgen over hoeft te maken", antwoord ik.
Het klonk snauwend uit mijn mond.
Die arme jongen weet vast niet wat er aan de hand is.
Wie ik daadwerkelijk ben.
Want hij is opnieuw begonnen.
Dat is duidelijk geworden.
Maar hoe?
Hoe kan het dat hij me is vergeten?
Ik zal hem nooit vergeten.
Die verschrikkelijke grijns staat op mijn netvlies geschreven.
De vieze grijns afkomstig van de jongen met de azuurblauwe ogen.
Die ogen die een en al onschuld uitstralen.
Maar dat is allemaal schijn.
Want hij, hij is alles behalve onschuldig.
Hij is schuldig voor alles wat hij me heeft aangedaan.
Hij, de jongen met de azuurblauwe ogen is
Schuldig.
JE LEEST
Stone Cold
Short StoryZijn azuurblauwe ogen die mijn groene ogen vinden. Hij kijkt me aan. Zijn blik vol lust. Wat er toen gebeurde zal ik nooit vergeten. Zijn grijns gaf me rillingen. Die vieze grijns. ...