22. S.O.S. ~ Elle

447 29 0
                                    

Ik kijk de laatste gemaakte toets na en zet de cijfers op het schoolportaal. De resultaten zijn verrassend goed. Het is nog beter gemaakt dan dat ik verwacht had.

Ik zucht diep en stop een stukje chocola in mijn mond. De chocolade laat ik langzaam in mijn mond smelten. Ik sluit mijn vingers om mijn warme kop thee. Ik ben eindelijk wat gekalmeerd na vanmiddag.

Heel even voelde het goed met John, maar het was meer een impuls. Ik heb me laten meesleuren in het moment. Ik was verdrietig en onzeker en John heeft daar gebruik van gemaakt.

De klootzak.

Er glijdt weer een traan over mijn wang. Ik voel me vies. Net nadat hij mij gezoend had, heb ik zeker vijf minuten mijn mond gespoeld.

Toen ik thuis kwam heb ik dat nog een keer gedaan. Schrobben heeft geen zin, want het vieze gevoel blijft. Het idee alleen al van zijn lippen op mijn mond maakt me misselijk. Het is ook echt een arrogante gladjanus. Bah.

Ik weet niet of ik het aan Milan moet vertellen. Of in ieder geval, ik weet niet hoe. Ik kan moeilijk zeggen: ‘Ja, Mil. Ik heb met John gezoend. Zijn lippen zaten plotseling op die van mij, maar het betekende niks hoor.’. Dat klinkt gewoon zo raar en ik wil Milan geen pijn doen. Ik wil hem niet kwetsen, maar als ik het verzwijg en Milan komt er op een of andere manier achter, dan zijn de rapen gaar. Dan weet ik zeker dat Milan boos is.

Ik kan het aan niemand kwijt. Ik wil het aan niemand kwijt. Het was gewoon slecht en dat weet ik. Dat hoeft niemand me te vertellen.

Ik neem nog een stukje chocola. Ik drink mijn thee op en gapend kijk ik hoe laat het is. Het is zeven over elf. Tijd om naar bed te gaan. Gapend ruim ik mijn spullen op en doe het licht uit.

Normaal gesproken wil ik nog wel wachten totdat Milan thuis is, maar ik ben zo moe. Ik slenter naar boven en poets mijn tanden in de badkamer. Net wanneer ik mijn mond spoel, gaat mijn telefoon.

“Met Elle,” zeg ik, wanneer ik de telefoon opneem.

“El, met mij… Je moet NU komen. Ik heb je nodig,” zegt Yentl met een schorre stem.

Haar stem klinkt anders dan normaal.

“Wat is er aan de hand? Ik ben onderweg. Moet ik wat meenemen?”

“Mijn huissleutel,” zegt ze zwakjes. 

“Ik ben er over vijf minuten. Tot zo.”

Ik race naar beneden en trek mijn jas en schoenen aan. Ik gris mijn sleutels van de trap en trek de deur achter me dicht. Dan bedenk ik me dat ik ook Yentl’s sleutel mee moet nemen en loop weer snel naar binnen om die te pakken. Ik begin te rennen en ondertussen toets ik het nummer van Yentl weer in.

“Hal…Hallo?”

Yentl klinkt echt niet goed. Ik maak me steeds meer zorgen.

Een klein stukje verwijderd van...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu