27. Op de vlucht ~ Milan

460 29 0
                                    

Ik ijsbeer door de kamer.

Zou Elle met een andere vent gezoend hebben? Ik geloof het niet. Elle denkt daar veels te veel voor na. Ze is daar veels te lief voor. Het kan gewoon niet.

Ik ga op de stoel zitten, maar na tien seconde sta ik weer op. Ik begin weer door de kamer te ijsberen. Jasper zit me met gespitste oren zenuwachtig aan te kijken en maakt jankende geluidjes.

Ik negeer hem en het enige waar ik aan denk, is Elle. Elle, John, John en Elle, Elle en John. Ik word er gek van.

Ik loop naar de keuken voor een boterham. Ik heb sinds gisteren niks meer gegeten. Daar had ik geen tijd voor en ik had ook totaal geen zin in eten.

In gedachte kauwend zit ik aan de keukentafel een boterham te eten. Ik voel me zinloos en ik heb geen flauw idee wat ik moet doen. Ik kan niks anders dan piekeren, bang zijn om Elle te verliezen en heel hard hopen dat Elle niks met andere mannen doet. Ik ben eigenlijk wel een beetje bezitterig, maar ik ben daar gewoon een beetje ouderwets in.

Ik stroop de mouwen van mijn trui op en doe ze daarna weer naar beneden. Verdomme. Ik word echt moe van mezelf. De voordeur wordt open en weer dicht geslagen. Sleutels rinkelen en hakken tikken op de plavuizenvloer.

“Hé Mil,” begroet Elle.

“Hé,” reageer ik.

Elle komt de kamer ingelopen. Ze ziet er nog geweldig uit, ondanks dat ze amper geslapen heeft. Ze heeft een strakke, blauwe skinny met een zalmroze vestje en zwarte pumps aan. Haar bruine, steile haren heeft ze in een hoge staart gestopt. Ook heeft ze een keertje haar zwarte ‘nerd’ bril op in plaats van lenzen in.

Ze haalt een hand door mijn haar. Ze laat haar hand in mijn nek rusten en geeft me een kus. “Dat was me een dag zeg. Of liever gezegd nacht.”

Ik probeer een glimlach op mijn gezicht te toveren, maar het gaat niet zo van harte. Ik ben te gespannen.

“Gaat het?” vraagt ze bezorgd.

Ik hum wat en zucht diep. Ik heb geen idee waar ik mijn handen moet laten, dus ik leg ze overal maar een keertje neer. Op mijn schoot, op de tafel met mijn lege koffiebeker in mijn handen, trommelend op de tafel of armen over elkaar. Ik geloof dat ik bijna alle houdingen wel gehad heb.

Elle komt naast me op een stoel zitten en houdt mijn handen vast. “Ik geloof dat we even moeten praten,” zegt ze, terwijl ze me recht aan kijkt.

Ik knik. “Ik weet even niet meer wat er aan de hand is...”

“Ik snap er zelf ook vrij weinig van, maar ik ga het je proberen uit te leggen, oké? Wil je alsjeblieft niet boos worden en me laten uitpraten?”

Ik knik weer.

Kom maar op.

Een klein stukje verwijderd van...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu