28. gesloten deuren

475 32 22
                                        

Ik voel me verzwakt. Elke beweging die ik maak doet pijn. Maar geen enkele pijnscheut kan tippen aan de pijn in mijn hart. Ik mis de bevers. Ik mis Jonas. Die ruzie was de grootste vergissing die ooit door de mens gemaakt is. Nu besef ik dat hij nooit zoiets zou doen. Oh Jonas, was je maar hier.
~
Jonas pov
Mila is nu al enkele dagen verdwenen en we hebben slecht minieme aanwijzingen naar de plek waar ze kan zijn. Haar gsm, de doek met chloroform... Ik word hier gek. Het verlangen om Mila weer in mijn armen te kunnen sluiten is zo groot dat het pijn doet. Ik wil haar stem gewoon nog één keer horen, nog één woord van haar fluwelen stem. Nog één blik van haar oceaanblauwe ogen, die zo diep zijn dat ik iedere keer verdrink. Nog één kus op haar zachte lippen. Ik,mis je Mila! Ik mis je zo ongelofelijk hard!

-

Jonas lag in zijn bed. Eigenlijk moest hij al lang slapen, maar de gedachten over Mila bleven maar door zijn hoofd spoken. Hij wierp een blik op zijn klok. De rode cijfers gaven aan dat het ondertussen twee uur 's nachts was. Jonas zuchtte.
Door een smalle spleut tussen zijn twee gordijnen in kon hij net een stukje van de heldere sterrenhemel zien. Was Mila maar hier. Hij wist hoe mooi ze de sterrenhemel vond.

-

Ik kijk omhoog. Door het piepkleine raampje zie ik de sterren, even helder aan de hemel als altijd. Zou Jonas ze ook zien? Zou hij weten dat ik hem zo hard mis?

-

Jonas was uiteindelijk toch in slaap gevallen. Maar hij droomde onrustig. In zijn dromen wandelde hij door Park Spoor Noord, midden in de nacht. Hij sloop twee mannen achterna die beide volledig in het zwart gekleed waren, zodat ze als twee donkere silhouetten afstaken tegen de nacht. Hij kende geen van beide, maar zijn gevoel zei hem dat het van het hoogste belang was dat hij ze volgde. Waarom wist hij niet. Hij sloop een eeuwigheid achter de mannen in het zwart aan. Na een tijdje kwamen ze aan bij een oud, bijna vervallen gebouw in een van de buitenwijken. Het zag er onbewoond uit, maar de twee mannen liepen zonder enige aarzeling naar binnen. Jonas volgde aarzelend. Hij hoorde de mannen praten in iets wat waarschijnlijk ooit een mooie keuken was. Ze hadden het over een gevangene. Jonas wilde dichterbij sluipen, maar zijn aandacht werd getrokken door een deur aan zijn linkerkant. Er zat een klein, vuil raampje aan de bovenkant waar hij nog net doorheen kon kijken. En wat hij daar zag benam hem letterlijk de adem. Mila lag opgekruld in de verste hoek van de kamer met haar handen vastgebonden.

Badend in het zweet werd Jonas wakker. Hij probeerde de droom van zich af te schuddden, maar die liet zich niet zomaar op zij zetten. Op één of andere manier werd duidelijk dat dit geen normale droom was, eerder een visioen ofzo. Jonas gooide de dekens van zich af en stapte zijn bed uit. Snel kleedde hij zich aan en liep op de tippen van zijn tenen de trap af. Zijn moeder mocht absoluut niet weten dat hij in het midden van de nacht naar buiten ging, dan zou ze hem sowieso tegenhouden! Eenmaal buiten griste hij zijn gsm uit zijn broekzak en belde Jimmy op. Hij moest wel drie keer proberen voordat zijn vriend eindelijk opnam. "Seg! Waarom bel je mij in hemelsnaam om drie uur in de nacht?", klonk de slaperige en toch ook wel kwade stem van  zijn beste vriend. "Ik denk dat ik weet waar Mila is! Zorg dat je over een kwartiertje klaar bent om te komen samen met Charlie en Alex. Ik stuur je een bericht als ik het exacte adres weet." "Maar...", protesteerde Jimmy. "Geen gezeur! Bel nu gewoon Charlie en Alex op en zorg dat je klaar bent om te gaan. Ik stuur je later een bericht." En met die woorden beëindigde Jonas het telefoongesprek.

Hij holde op een drafje naar Park Spoor Noord. Via enkele binnenwegen bereikte hij snel de plek waar de twee mannen stonden te praten. Maar er was in de verste verte niemand te bespeuren. Had hij zich dan toch vergist? Nee, dat kon niet. Die droom was betrouwbaar, dat wist hij zeker. Jonas was zo in gedachten verzonken dat hij de twee zwarte figuren in de verte niet zag aankomen. Het was pas toen hun voetstappen binnen gehoorsafstand kwamen, dat hij zich vliegensvlug op zijn hielen omdraaide en zich verborg. De twee donkere schimmen kwamen steeds dichterbij. Jonas hield zijn adem in, bang om het kleinste geluid te maken dat hem zou verraden. Gelukkig voor hem merkten de mannen niets en liepen ze gewoon verder. Jonas schrok toen ze hem voorbijliepen. Hij had zich dan toch niet vergist, die twee mannen zagen er net zo uit als in zijn droom. Toen ze ver genoeg van hem verwijderd waren haastte Jonas zich uit zijn schuilplaats. Hij volgde de twee mannen niet, maar sprintte via een kortere weg naar het huis. Met gevolg dat hij ruim voor de twee mannen aankwam. Hij verborg zich achter een naburige haag en bekeek het huis eens goed. Het zag er bijna net zo uit als in zijn droom, alleen was het veel zwaarder beveiligd. Zelfs vanaf hier kon Jonas de prikkeldraad zien die over de poort gespannen was. Hij zuchtte. Het zou echt moeilijk worden om in dat huis binnen te dringen. Maar hij was totaal niet nerveus. Het besef dat Mila daarbinnen was stelde hem gerust. Hij nam zijn gsm en sms'te het adres door naar Jimmy. Nadat de eerste sms verzonden was stuurde hij er bijna direct nog een tweede achteraan.
Kom zo snel mogelijk hierheen, samen met de politie. Ik wacht buiten op jullie.

Mila's lifeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu