Hoofdstuk 16

882 51 5
                                    

Na het douchen trok ik een roze pucca-pyjama aan die ik vond in de kamer naast de badkamer. Ook wel bekend als mijn tijdelijke slaapkamer. Ik ging de trap af naar beneden waar Anass in de woonkamer televisie zat te kijken. Ik kan nog steeds niet geloven dat ik dit daadwerkelijk doe. Hulp aannemen van de persoon op aarde wie ik het meest afschuw en van walg. Maar wat zou ik anders moeten doen? Hij was de enige die mij kwam helpen in deze moeilijke tijd. Ik had zijn hulp moeilijk kunnen weigeren en dakloos op straat rondzwerven.

Ik liep naar hem toe en ging op de sofa tegenover hem zitten. "Bedankt" zei ik na een eeuwige stilte. "Voor?" vroeg hij. "Voor je hulp" zei ik. Hij knikte vriendelijk. Hij deed de tv uit en klikte op een knopje waardoor de tv weer terug in de kast schoof. Ik observeerde de kamer. Overal dure en chique spullen.

"Van wie is dit huis eigenlijk?" vroeg ik. Hij legde zijn kop thee neer en keek het huis rond. "Van een goeie vriend van mij. Hij is op vakantie naar Frankrijk. Je kan het eigenlijk een zakenreisje noemen" zei hij. "Wanneer komt hij terug dan?" vroeg ik. "Een van deze dagen denk ik. Maar maak je geen zorgen. Hij zal je niet uit huis zetten. Integendeel, hij zorgt juist goed voor zijn gasten" stelde hij mij gerust. Ik knikte. Ondertussen speelde ik met mijn vingers.

Op een gegeven moment stond ik op en liep richting de trap. "Maisae" zei Anass. Ik draaide mij om. "Ik hoop dat mijn gevoelens voor jou je niet in de weg zitten. Want zoals je misschien wel weet, zijn die er nog steeds" zei hij. Oh god, moest dit nu? Moest hij het nog gênanter voor mij maken? "Nee natuurlijk niet. Slaap lekker Anass" zei ik en zonder op een antwoord te wachten liep ik de trap op naar "mijn slaapkamer".

Ik voelde mij schuldig om mijn antwoord. Maar daar kon ik niks aan doen. Ik heb geen gevoelens voor hem. Mijn hart behoort toe aan iemand die mij verafschuwt en haat. Ik hoef zijn naam niet eens meer te zeggen. Ik vroeg mij af hoe het eigenlijk met Abir zat. Wat heeft zij gezegd wat tot mijn vrijlating heeft geleid? Ik ga niet wachten tot morgen! Ik stapte mijn bed uit en rende naar beneden.

"Anass?" vroeg ik. Hij zat nergens in de woonkamer. Ik hoorde iemand praten in de serre. Langzaam sloop ik er naartoe. "Ja ja ja, zorg nou maar dat het geld wordt overgemaakt en dat ieder zijn mond houdt... Niet meteen... De tweede dag pas... Ja 's middags na Palissiomo... Doei Nassim ik heb werk te doen" hoorde ik hem zeggen.

Over wat zou dit gaan? Gaat hij een overval plegen? Gaat hij drugs handelen?

"Ach kom op joh Maisae, dit is real life. Geen serie of film! Vast schulden ofzo die hij moet afbetalen. En al zou hij drugs handelen of een overval plegen, is dat jou zaak niet!" dacht ik bij mezelf.

Ik hoorde zijn voetstappen mijn richting opkomen dus rende ik snel richting de trap om het te laten lijken alsof ik net van boven kom. Hij kwam de woonkamer binnen en keek mij verbaasd aan. "Maisae, ik dacht dat je zou gaan slapen" zei hij. "Dat was ik van plan. Totdat er een bepaalde gedachte door mij hoofd bleef ronddwarrelen". "En dat is?" vroeg hij. "Wat heeft Abir..." "..gezegd waardoor jij bent vrijgelaten" maakte hij mijn zin af.

Okéee, weird!

"Juist?" zei ik op een rare toon. Hij zuchtte diep. "Dat ze zeker wist dat jij er niets mee te maken had. Ze heeft de details van jullie ruzie vertelt. Ze werd mishandeld door haar gijzelaar terwijl jij vastzat. Dus kon jij het sowieso al niet zijn. Daardoor ben je vrijgelaten" zei hij. "Zo simpel?" vroeg ik. "Zo simpel" antwoordde hij. "En de echte dader dan?" vroeg ik. "Die is spoorloos verdwenen nadat Abir is ontsnapt door een deur die hij was vergeten dicht te doen" zei hij. Ik knikte begrijpend..

Who is Maisae?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu