Hoofdstuk 38

773 37 10
                                    

Nadat ik Anass de trap af hoorde gaan, sloop ik naar de slaapkamer. Ik pakte snel een kleine weekendtas en stopte daar al mijn noodzakelijke benodigdheden in. Simpelweg een broek, een paar shirts en een vest. Ik deed mijn zwarte manteljas en mijn slippers aan en sloop de trap af. Ik hoorde Anass in de woonkamer bellen.

"Dat is een beetje laat Nassim, maar thanks. Ik ben er al achtergekomen wie het is... Het geld kan niet terug worden gehaald? Hoezo niet?...Aghh verdomme!" hoorde ik hem schreeuwen. Ik sloop verder naar de voordeur en greep de deurklink. Ik voelde een strakke greep op mijn arm. Hij draaide mij naar zich toe.

"En waar denken wij heen te gaan mevrouwtje?" vroeg Anass. Met woede en afschuw keek ik hem aan. Ik rukte mijn arm los. "Naar de hel, kom je mee?" antwoordde ik. Hij lachte vals. "Ach ga toch weg Anass. Ik wil je niet! Ik hoef niks van je. Op een dag ga ik hier echt weg" riep ik. Hij lachte weer. "En wat wil je doen dan?" vroeg hij alsof ik de hele tijd maar liep te bluffen. Maar nee hoor, Maisae el Zourmi bluft niet. "Ik ga een scheiding aanvragen" zei ik. Hij trok een wenkbrauw op. "Oh, wow, dat shokeert mij heel erg hé" zei hij gemaakt met zijn handen omhoog. Ik lachte gemaakt.

"Laten we er maar geen grappen over maken. Ik ga van je scheiden Anass, al moet ik je dan als weduwnaar achterlaten" dreigde ik. Ik gooide mijn weekendtas op de grond en liep weer de trap op. "Jij gaat het huis niet meer uit. Heb je mij begrepen? Ik ga jou dag en nacht laten bewaken!" riep hij onderaan de trap. "Zal wel" mompelde ik.

Ik liep naar de logeerkamer en sloot de deur achter mij. Ik plofte neer op het bed. Fijn, nu ben ik een gijzelaar in mijn eigen huis. En daarnaast ben ik ook nog eens met lege handen geëindigd. Ik was de laptop in zijn werkkamer vergeten. Die zie ik sowieso niet meer terug. Ik zuchtte diep. Ik heb spijt. Spijt van alles. Van mijn liefde jegens Riyad, mijn ruzie met Abir, mijn vertrouwen in Anass, en het belangrijkste, mijn huwelijk met Anass. Ik ben nu verbonden met de duivel zelf.

De hele nacht lag ik te piekeren. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik kon eigenlijk helemaal niks doen. Dat was hetgeen wat mij het meest in de weg stond. De manier hoe Anass met zijn problemen omging en maatregelen nam. Laat in de nacht, rond een uur of vier, viel ik in ene rusteloze slaap.

Na een paar uur geslapen te hebben werd ik wakker door de voordeur die met een harde knal werd dichtgeslagen. Goed, ons zwijn heeft het huis verlaten. Ik gaapte en rekte mij voor de spiegel uit. Ik deed mijn haren snel in een knotje en liep de trap af naar de eetkamer.

"Een moment hoor, het ontbijt staat zo op tafel" zei Loubna. Ik knikte. Ik wilde net weglopen tot een aantal mensen buiten mijn aandacht trokken. Ik liep naar het raam toe en staarde naar buiten. Ik zag een paar mannen in pak bij de voordeur staan. Twee anderen stonden bij een hoek van het huis. Pff, hij heeft de waarde van zijn woorden bewezen. Waarom zoveel bewaking? Ik voelde me net een koninklijk familielid.

Loubna legde het ontbijt op tafel dus ik nam plaats. Terwijl ik ontbeet kon ik mijn ogen niet van buiten afhouden. Ik keek naar mijn bord. Met mijn vork speelde ik met het roerei op mijn bord.

"Ehm, Maisae" hoorde ik een stem. Meteen keek ik op. "Oh, goedemorgen Nassim. Kom jij mij ook al in de gaten houden?" vroeg ik verveeld. "Ja, ik vind het ook echt jammer. Maar ik heb orders" zei hij. "Mijn respect voor jou is werkelijk waar verdwenen" zei ik terwijl ik verder speelde. Ik keek op en zag dat hij me niet begreep. "Je volgt de orders op van je beste vriend" zei ik. "Ik noem het liever steunen" zei hij. "Het is maar net wat je steunen noemt" zei ik.

Ik haalde mijn neus op en stond op. "Maar pas op hoor, straks wordt je nog vermoord door die beste vriend van je" zei hij. "Ik snap je mening over Farid's zaak. Ik doe niet graag mensen pijn. Ik heb ook gevoelens. Begrijp wel dat ik je nooit pijn zal doen" zei hij. Ik liep met grote passen naar hem toe en pakte zijn handen vast die koud aanvoelden. "Laat me dan vrij, laat me weggaan. Ik ben hier gewoon gevangen" smeekte ik. Onze ogen ontmoetten elkaar. "Please" ging ik verder. Ik zag enige twijfel in zijn ogen.

"Nee Maisae, vraag mij dat alsjeblieft nooit meer. Ik ben jouw echtgenoot niet" zei hij. Ik gaf een kneepje in zijn handen. "Maar zie je niet hoeveel pijn ik lijd?" ging ik verder. Hij schudde met zijn hoofd. "Het spijt me" zei hij met een zachte stem. Ik liet zijn handen los en deed een stap naar achteren. Hij zag mijn teleurgestelde blik. "Geniet verder van je ontbijt" zei hij waarna hij wegliep. Even later hoorde ik een voordeur dichtslaan.

Ik ging weer terug op mijn stoel zitten en sloeg kwaad op de tafel.

Ik ga hier nooit meer wegkomen...

Who is Maisae?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu