Hoofdstuk 41

750 43 7
                                    

Drie dagen later

Met grote ogen keken Nassim en ik elkaar aan. Mijn handen trilden. Hij pakte deze vast. "Maak je maar geen zorgen, het komt goed" zei hij. Ik knikte. Snel trok ik mijn handen terug. "Dus, mijn vrouwtje" zei Anass terwijl hij mijn kant op kwam lopen. "Doe maar niet te blij" zei ik met een nep glimlach. Hij gaf me een knuffel. Ik knuffelde hem niet terug. Met een zuur gezicht keek ik Nassim aan.

Na een tijdje liet hij mij los. Hèhè, het leek een eeuwigheid te duren. "Beste vriend" zei Anass hij ging van mij naar Nassim waarna ze elkaar stevig omhelsden. Ondertussen gaven ze elkaar een paar stevige kloppen op de rug. Typisch jongens. Na de omhelzing wees Anass naar mij. "De regels gelden nu nog strenger" waarschuwde hij Nassim. Ik keek hem met een opgetrokken wenkbrauw aan. Het is niet ver of hij regelt een oppas voor me.

"Maak je maar geen zorgen broer. Ze is in goeie handen" zei hij. Duhh, bewakers overal! Anass knikte bevestigend. Hij liep naar de voordeur samen met Nassim. Ik ging naar de tuin. Ik was echt toe aan wat zuurstof. Na een enkeling minuten kwam Nassim erbij. "Hij is vertrokken" zei Nassim. "Wat mij betreft hoeft hij niet terug te komen" mompelde ik. Ik hoorde Nassim grinniken. Ik keek hem vreemd aan.

"Er is een ding dat ik niet snap" merkte ik op. Hij fronsde zijn wenkbrauwen. "Mijn haat en afschuw jegens hem valt te snappen. Maar wat nou precies jouw probleem met Anass. Ik bedoel, je bent niet voor niks zijn beste vriend" zei ik. "Beste vriend is maar klein uitgedrukt. Ik ken hem sinds ik kan denken. Ik zal nooit zijn zijde verlaten" zei Nassim met een diepe zucht. "Maar?" "Maar, ik kan het soms niet aanzien hoe hij mensen pijnigt om zo te krijgen wat hij wilt. Mensen zijn geen poppen en zullen hem niet altijd blijven gehoorzamen. En jij Maisae, jij bent het grootste voorbeeld van zijn toorn. Als er iemand is die pas echt pijn heeft gekend, dan ben jij dat wel" zei hij.

Ik schaamde me en richtte mijn blik op de grond. Hij wist mij te raken met zijn woorden. Hij sprak de waarheid.

"Maar goed, sta klaar voor mijn sein" zei hij nadat hij hersteld was. Hij liep weg en weer bleef ik alleen achter.

Ik slaakte een diepe zucht. Het plan was gevaarlijk. Een kleine, minuscule fout, zou ons fataal worden. We zouden daarmee onze eigen dood voorschrijven.

Ik liep door naar de serre die zich naast de keuken bevond en nam daar plaats op een sofa. Ondertussen speelde ik met mijn vingers. Loubna kwam een paar keer wat eten en drinken langs brengen. Ik weet niet hoe, maar ik hield het er uren vol. Ik was helemaal in gedachten verzonken.

Uiteindelijk kwam Nassim. "Bereid je voor" zei hij. Oké, dit was het teken. Ik stond in een ruk op en vertelde Loubna dat ik mij niet lekker voelde en op bed ging liggen. Ik liep een paar treden op en sloop daarna weer de trap af naar beneden. Ik ging snel schuilen in de gangkast.

Ik wachtte vijf minuten, vervolgens tien minuten. Na een kwartier hoorde ik het. Oorverdovende pistoolschoten. "Vuur!!" hoorde ik iemand schreeuwen.

Stap 1 was al gezet, nu nog wachten op Nassim...

Who is Maisae?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu