Hoofdstuk 14

798 46 2
                                    

Inmiddels zijn we al drie dagen verder en heb ik nog geen bezoek gehad van mijn familie. Ik ben maar 1 keer bezocht, door mijn advocaat. Hij zei dat hij ervoor kon zorgen dat ik op z'n minst een lage straf kreeg. Niet dat dat een positief effect heeft. Ik moet alsnog een straf uitzitten voor iets wat ik niet heb gedaan!

En alsof mijn gedachten konden worden gelezen kwam de cipier langs en opende mijn cel. "Bezoek" zei hij. Ik liep met hem mee in de hoop mijn familie weer terug te zien. We liepen naar de bezoekersruimte en hij opende de deur. Tot mijn verbazing zag ik Riyad daar zitten.

"Maisae.. je ziet er... goed uit" zei hij. Ik nam plaats. "Hou die fake-medelijden complimentjes maar voor je en kom ter zake" antwoordde ik daarop. Hij keek me verbaast aan, deed zijn handen in elkaar en kuchte even. "Goed, dan doe ik dat ook. Waar is Abir? Als je het me nu vertelt, en geloof me op mij woord Maisae, ik zal meer dan mijn best doen om jou geen straf uit te laten zitten en overtuig Abir's ouders ervan dat jij niets met haar vermissing te maken had. Is dat een deal of is dat een deal?" zei hij.

Ik keek hem met een klein glimlachje aan nadat hij klaar was. "En?" vervolgde ik. "En ik laat alle aanklachten vallen" zei hij. Ik leunde voorover en deed mijn handen in elkaar. "Dat is 'm nou juist. Ik zou graag deze deal willen sluiten, als ik ook daadwerkelijk wist waar ze was" zei ik. Voordat ik mijn zin had afgemaakt leunde hij al zuchtend achterover. "Leugenaar! Vertel gewoon waar je haar hebt gedaan! Ben je niet bang dat jouw jaloezie jouw eeuwig zal verdoemen?! Wie ben jij? Zo ken ik je niet, Maisae" schreeuwde hij. "Ik jou ook niet Riyad. Praten over dat anderen zijn veranderd en verdoemd zullen raken terwijl jij hier de grootste judger bent!" snauwde ik terug. Ik zag twee politieagenten overleggen en kwamen onze kant op. Eentje voor elke persoon. We vlogen elkaar bijna in de haren. "Oh ja? Ben ik dat?" ging hij verder. "Ja dat ben je zeker!" riep ik.

De agenten trokken ons weg van elkaar.

"Mooi. Dan zijn we goed uitgesproken!" schreeuwde hij. "Vind ik ook! Fijne dag verder Riyad" zei ik nog net voordat de agent mij uit de bezoekkamer had gehaald en de deur achter zich had gesloten. Met tranen in mijn ogen werd ik terug naar mijn cel begeleid.

Een week lang lag ik in mijn cel te rotten. Af en toe een bezoekje van mijn advocaat en that's it. Mijn deur ging open. "Maisae el Zourmi, klaar?" zei de cipier. Ik stond op en streek mijn shirtje glad. Ik knikte. Klaar was ik zeker.. Ik liep naar de deuropening en werd naar de politieauto gebracht. Vanuit daar weer naar de rechtbank. Misschien een enkeltje, maar misschien ook met een retour naar de gevangenis.

Wie weet...

Who is Maisae?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu