Hoofdstuk 11

849 49 1
                                    

"Nou waarom heb je me hierheen gesleurd?" vroeg ik meteen. Ik had totaal geen zin in een gesprek met Abir. Ze bleef even stil en haalde een pakje sigaretten en een aansteker tevoorschijn.

"Wil je ook?" vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd. Ze stak haar sigaret aan waarna ze begon te hoesten. Hieraan wist ik meteen dat dit een van haar eerste keren moest zijn. "Ehmm?" zei ik. "Oh ja, ik wilde je even wat vragen. Ja, ik vraag jou om advies" zei ze. Ik keek haar met een opgetrokken wenkbrauw aan. "Well well, en dat mag zijn?" vroeg ik. "Riyad, Riyad doet de laatste tijd afstandelijker. Alsof hij niet bij mij wil zijn" zei ze. Ergens diep probeerde ik de glimlach in te houden die ik niet mocht tonen! Ik was hem vergeten wist je nog? "Je mag heus wel glimlachen hoor" zei ze. "Waarom zou ik? Het is toch jouw relatie? Niet de mijne remember" zei ik terwijl ik met mijn wijsvinger tegen mijn hoofd aantikte.

Ze knikte begrijpelijk. Ze keerde haar rug naar mij toe. Ik keek haar met een vreemde blik aan. Spontaan begon ze te lachen. Nog harder en harder tot het haast klonk alsof ze huilde. Mijn blik ging van raar naar raarder. Dit was echt raar! Ze merkte mijn blik op. "Tuurlijk ga jij mij geen advies geven. Jij wilt hem alleen maar terug hè? Dat is het. Met dit nieuws zou je nu vast een sprongetje van blijdschap willen maken. Ik ben tenslotte de persoon die jouw plek heeft ingenomen" zei ze. Ik deed op dit moment zo hard mijn best om mij in te houden. Ze kwam dichterbij. "Wees maar jaloers, Riyad verkoos mij boven jou omdat ik veel beter ben dan zo'n achterlijk, irritant en onopgevoede bitch" fluisterde ze in mijn oor. Dit was de druppel. Ik gaf haar een klap in haar gezicht en een flinke duw waardoor ze op de grond viel en tegen de auto aankwam. "Zie je hoe laag je bent, alweer sla je me voor het vertellen van de waarheid" lachte ze. Ik bukte voorover. "Laat.. mij... met...rust!" siste ik waarna ik met grote passen mijn weg terug naar de zaal volgde.

Voor de zaal hoorde ik een paar jongens fluiten. Boos draaide ik mij om. "Zo fluiten jullie zeker ook naar elkaar's zusjes" zei ik en liep meteen weer door naar binnen. Ik zocht mijn moeder op en pakte mijn tas. Ik zag dat ze wou vragen waar ik heen ging. "Mama kan je straks met galtie Fatiha meeliften? Ik heb echt hoofdpijn en ben echt moe" klaagde ik. Ze knikte met moeite. "Let goed op jezelf" zei ze nog. Ik knikte, pakte mijn tas en liep naar buiten. Buiten stonden de jongens weer. Dit keer keken ze allemaal naar de grond. Mooi zo, ik had ze net goed op hun plekje gezet. "Mashallah" lachte ik terwijl ik snel doorliep. Ik keek naar de plek waar Abir en ik net waren en zag dat ze daar niet meer was. Maar beter ook! Die is zich vast en zeker aan het opfrissen in de toiletten.

Ik liep door naar de auto en reed in een keer door naar huis...

Who is Maisae?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu