Hoofdstuk 50

684 49 4
                                    

Ik wist mijn angst te onderdrukken en veranderde mijn strakke blik niet. Hij liep door naar het balkon. Opgelucht ademde ik uit. Snel verwisselde ik de lakens en maakte ik het bed op. Zonder nog een woord te zeggen liep ik de kamer uit. Ik ging naar de waskamer waar ik de lakens in de wasmand gooide en liep terug naar de keuken.

Rita stond me al op te wachten. "Laat me raden? Je hebt ze niet kunnen verwisselen?" zei ze zelfverzekerd. "Eigenlijk wel" verbaasde ik haar. Met grote ogen keek ze me aan. "Hoe dan?" vroeg ze. Beschaamd keek ik naar de grond. "Ik heb even mijn moment gehad en begon te schreeuwen dat hij niet zo depressief moest doen" zei ik. Rita's mond viel open. "Je hebt wat? Ben je gek dat je tegen hem gaat lopen schreeuwen? Hij had je zo af kunnen maken" zei ze. "Maar dat heeft hij niet gedaan" zei ik trots. "Oh Maisae.." zei Rita hopeloos.

Diep van binnen was ik ook trots.

Later die avond gingen we weer dineren. Anastasia's afkeurende blikken waren niet te missen? "Mevrouw Anastasia?" vroeg ik. "Mhm" zei ze ongeïnteresseerd terwijl ze opkeek. "Ben ik een last voor u?" vroeg ik. "Waar komt die vraag vandaan?" vroeg ze. "Het lijkt er een beetje op" zei ik. "Dit is absurd. Je bent hier te gast. Als je je niet thuis voelt dan ligt de keuze aan jou om te vertrekken" zei ze waarna ze verder ging met het eten. Ik wilde mijn mond open trekken tot ik een hand op de mijne voelde. Abrielle hield haar hand op de mijne. "Neem me niet kwalijk" zei ik. Ik stond op en liep naar de tuin.

Op de een of andere manier kwam ik tot rust in deze tuin. Het grote zwembad en het mooie tuinhuis. De bomen die om de schutting heen stonden en het getjielp van de vogels. Het was zo rustgevend. Ik staarde maar een beetje voor me uit.

"Maisae?" ik keek op en zag Noor daar staan. "Meneer Raoul en meneer Bastien willen u spreken in hun kantoor" zei ze. Ik knikte en vroeg of ze mee kon lopen. Dat deed ze. Ik klopte op de deur en ging naar binnen. Ik zag Raoul achter zijn bureau zitten en Bastien stond achter hem. Zo, dus Doornroosje is uiteindelijk haar bed uit gekomen..

Of nou ja, zijn bed.

"U wilde me spreken?" zei ik heel beleefd. "Ja klopt, meneer Sanveran wilde u een paar vragen stellen" het was niet te missen hoe Bastien hintte. Raoul zuchtte diep. "Ik neem aan dat je Maisae el Gachaoui bent. Heb je een idee waar je echtgenoot mee bezig is op dit moment?" vroeg hij verveeld. Een vreemde blik verscheen op mijn gezicht. "Ehm, meneer Sanveran bedoelt of u enig idee heeft met wat voor zaken uw echtgenoot zich bezig houdt en of hij belangrijke zaken op dit moment doet" corrigeerde Bastien hem.

Ahh, nu snapte ik alles. Met een grote nep-glimlach keerde ik mij tot Bastien. "Meneer Lacombé, ik snap nu waarom u mij te gast hebt genomen. Uiteraard wist meneer Sanveran hier niks van en kreeg het later pas te horen. De reden waarom ik mij hier bevind is duidelijk. Ik heb geen informatie over mijn echtgenoot's zaken. Alleen die dingen die in het algemeen bekend zijn. Anass en ik hadden het haast nooit over zijn baan. Sterker nog, ik denk dat jullie meer weten dan mij" zei ik. Bastien voelde zich betrapt en keek naar de grond. "Zo bedoelden we het niet, we willen werken aan betere handel met hem" zei hij. "Betrek mij niet bij jullie rivaliteit en spreekt u alstublieft voor u zelf. U verbetert hier alles voor meneer Sanveran terwijl hij mij de vragen ook zelf kan stellen, toch?" zette ik hem op zijn plaats. Ik zag woede in hem opborrelen.

Via mijn ooghoek keek ik naar Raoul en zag dat hij zijn lach probeerde te onderdrukken. "Meneer Lacombé, ik ben van plan om binnenkort te scheiden van Anass. Dus dan is er ook niks wat mij met hem verbind. Ik hoop dat u daar begrip voor heeft" zei ik. "Uiteraard" acteerde hij met een glimlach. "Nu ik hier toch ben, wil ik u om een gunst vragen" vroeg ik aan Raoul. Hij gebaarde 'ga je gang'. "Ik ben hier te gast wat ik enorm waardeer. Maar ik wil natuurlijk ook verder gaan. Daarvoor vraag ik om uw hulp. Kunt u mij helpen met het zoeken naar een tijdelijke baan, studie en een huis?" vroeg ik.

"Ik zal er over nadenken. We zitten in een drukke periode. Zodra ik de kans heb, laat ik het je weten" zei hij. "Bedankt, excuseert u mij" zei ik met een glimlach en ik wilde de kamer uitlopen totdat hij iets zei. "Deze toon bevalt mij veel meer" zei hij met een glimlach. Ik wist meteen dat hij doelde op mijn geschreeuw van vanochtend. Ik liep de kamer uit en sloot de deur achter mij..

(..)

De nacht was aangebroken en ik lag in bed. Ik kon echter niet slapen. Elke keer als ik mijn ogen dicht deed, zag ik die heldere blauwe ogen weer.

'Waarom Maisae waarom? Je voelt toch niks voor hem. Je kent hem nauwelijks! Hij heeft maar net twee woordjes gesproken' sprak het stemmetje in mijn hoofd mij toe.

Ik drukte een kussen tegen mijn hoofd.
Oeff, waarom kan ik niet in slaap vallen?...

Who is Maisae?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu