~20~

30 2 0
                                    

Pov Matthew
Ik hoorde de deur open gaan. Angel snelde naar beneden en trok me mee aan mijn hand. Toen we beneden aankwamen had Olivia de deur al opengedaan en de agenten binnen gelaten.

'Dan bent u vast Matthew, en u, jongedame, u bent dan vast Angel.' zei een van de agenten. Het was een slanke vrouw met bruine ogen en bruin haar. Haar gezicht leek een beetje op dat van mijn moeder. Mijn overleden moeder. Wel, ze is niet echt een natuurlijke dood gestorven, ze is vermoord. Vermoord door mijn vader, die vlak nadien zichzelf van het leven beroofd heeft. Ik heb het er soms nog steeds moeilijk mee, maar het is gebeurd, en er is niets aan te veranderen. Net zoals wat ik heb gedaan, daar is ook niets aan te veranderen...

Ik was in gedachten verzonken totdat de agenten me plots een hand toe staken. Ik schudde de handen stevig en gebaarde hen dat ze mochten gaan zitten. Ze volgden mijn gebaar en namen plaats op de stoelen aan de eettafel. Olivia bood hen iets te drinken aan terwijl Angel en ik over de agenten plaats namen.

Ik kneep aanmoedigend in Angel's been met mijn hand om haar te zeggen dat het wel goed kwam. Ze keek bezorgd naar mij. Ik keek recht in haar ogen, maar kon dit slechts volhouden voor één seconde. Anders zou ze de schuld in mijn ogen zien. Ze zou zo door me heen kunnen kijken, naar wat ik allemaal gedaan had. Ik had heel erg veel spijt van wat ik allemaal gedaan had, daar is geen twijfel aan mogelijk. Ik wou een normaal leven met Angel en binnenkort met Mason erbij. Ik wou niet in de gevangenis eindigen om wat ik allemaal gedaan had. Moord. Ik mocht er niet aan denken hoe ik me zou voelen als ik de gevangenis in moest, en Angel nooit meer te zien kreeg, of dat ik Mason niet eens één keertje kon zien. Dat ik zijn geboorte, de eerste woordjes, de eerste stapjes,... allemaal niet zou kunnen meemaken. Dat brak mijn hart.

'Meneer?' vroeg de agente. Ik schoot wakker uit mijn dagdroom. Of, eerder gezegd, de hel.

'Ja, sorry, wat zei u?' vroeg ik verward.

'Is het goed dat ik even met u in een aparte ruimte het verhoor afleg?' herhaalde de vrouw.

'Euh, ja, natuurlijk, volgt u mij maar' antwoordde ik.

Ik leidde de vrouw naar de living, en gebaarde haar dat ze mocht gaan zitten in de zetel. Ze nam plaats in de zetel en ik ging tegenover haar zitten.

'U ziet er wel erg nerveus, zenuwachtig uit, heeft u daar een reden voor?' vroeg ze plots.

'Wel, euh, ja. Ik zou graag willen dat u iets weet over, euh, over mij, voordat we beginnen' zei ik onzeker.

'Vertelt u het maar, mijnheer, u kan mij alles zeggen, de politie is uw vriend' antwoordde ze droogjes.

'Wel, euh, ik heb autisme,' ik floepte het eruit 'en ik verwacht samen met Angel een kindje binnenkort, dus, euh, ik hoop dat ik niet aangehouden word, of als verdachte wordt gezien. Dat zou ik niet aankunnen' zuchtte ik.

'Ik zal er rekening mee houden, maar het valt nog te bekijken of we je meenemen of niet. Als je meewerkt, zegt dat je het niet gedaan hebt en het de waarheid is, nemen we je niet mee. Als je niet meewerkt nemen we je wel mee. En ook als je meewerkt en bekend, nemen we je mee' zei ze kil.

'Wel, euh, dan denk ik dat het het beste is als ik, euh, ineens mijn verhaal doe.' stotterde ik.

'Dat lijkt me inderdaad het beste, vertel dan wel ineens de waarheid, dat kan een zwaardere straf voorkomen als je het dan toch wel op je geweten hebt.'

'Het begon al in het ziekenhuis. Die dokter, Caleb, hij was constant bij Angel. Hij keek dan ook naar haar alsof ze iets was om op te eten. Hij wist maar al te goed dat ik haar vriendje was. Ik kon het niet aanzien hoe hij naar Angel keek. Het was net alsof ik heel mijn toekomst met haar zag vervagen. Toen ze dan eindelijk naar huis mocht, dacht ik dat we voor goed van hem af waren. Maar dat was dus niet zo. Hij had Angel zijn telefoonnummer gegeven en Angel had hem gebeld om te vragen of hij eens iets kwam drinken bij ons. Ik geef het niet graag toe, maar ik was jaloers. Jaloers en bang. Bang dat hij mijn Angel zou afpakken, en onze kleine spruit. Een paar uur later stond hij voor de deur. Ik kon weer niet aanzien hoe hij naar haar keek. Hij moest naar het toilet. Na vijf minuten besloot ik hem te gaan vragen of alles in orde was. Gewoon, uit beleefdheid. Wel, toen ik daar voor de deur stond, hoorde ik enkele vreemde geluiden. De deur ging open, en ik zag hem daar, op het toilet zichzelf bevredigen. Het ergste van alles was dat hij een foto van Angel op de muur geplakt had. Ik besloot een einde te maken aan hem. Dus heb ik het eerste, het beste voorwerp genomen. Dit was de metalen wc-borstel. Ik wist dat het niet juist was om te doen, maar toch deed ik het. Ik klopte hem op zijn hoofd en hij viel neer. Ik droeg hem tot in de passagiersstoel van zijn eigen auto en reed zo naar het containerpark. Daar heb ik hem gedropt in de klerencontainer. Ik heb kleren over hem heen gegooid en ben toen naar het autokerkhof gereden om zijn auto daar te zetten. Ik hoopte dat alles vergeten zou worden en dat niets herkend zou worden als zijnde van hem, maar niets is minder waar. Ik heb er zo veel spijt van!' ik barstte in tranen uit.

I'm falling for youWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu