Hoofdstuk 28

162 9 0
                                    

Pov. Sterre
Al voor de zon opkwam hadden we onze spullen gepakt en waren we weer aan het lopen, ik liep voorop en leidde de weg.
De sfeer was erg dubbel, iedereen probeerde het gezellig te houden maar aan de andere kant was iedereen gefocust en oplettend. We liepen een helling op en boven aan de heuvel keken we uit op een groot gras landschap met een opkomende zon aan de horizon, ik ademende de frisse ochtend lucht op en liep verder.
Ik merkte dat ik door het ochtend douw natte voeten kreeg, ik haalde lachend mijn schouders op, "het is toch maar water".
Na een tijdje lopen we weer een bebost stuk in en komt Max naast mij lopen, vanuit mijn ooghoeken keek ik naar hem, ik probeer hem te peilen maar ik kan niks bijzonders opmaken uit zijn gezicht expressie.
"Kun je het zien?" Vraagt hij dan opeens, ik lach ongemakkelijk en kijk voor mij.
"Luister ik wil nog even zeggen dat ik het echt heel erg op prijs stel wat je voor mijn familie en Sofie doet." Zegt hij oprecht, "geen probleem". Antwoord ik hem, ik heb geen idee wat te zeggen dus pak ik een flesje met water uit mijn tas en drink ervan.
Plots vang ik een bekende geur op, ik blijf staan en haal mijn neus op.
"Zeg iedereen om zich in de bomen te verschuilen," zeg ik sissend.
"Wat?" Vraagt hij lachend,
"Doe wat ik zeg, zorg dat iedereen zich meteen in de bomen begeeft. En zeg ze stil te zijn!"
Hij ziet dat ik het serieus meen en verspreid het onder de mensen, om bij de achterste mensen te komen gebruikt hij zijn supersnelheid.
De geur word sterker en ik klim in de dichtstbijzijnde boom, op mijn hurken gluur ik tussen de bladeren door.
"Ik weet zeker dat het haar geur was!" Zegt een maar al te bekende stem, hij klinkt geïrriteerd zoals altijd.
"Maar meneer ze kan hier dagen geleden geweest zijn,"
"Ja dat weet ik best!"
Ik zucht in mezelf, ja dat was precies hem..
"Kom op Jack, het heeft geen zin om hier nog langer rond te hangen. Waarschijnlijk is ze hier al lang niet meer," zegt Erik de beste vriend van Jack.
Ik ga aan de onderste tak hangen zodat ik kan zien wanneer ze weg zijn, ik sein Max. Hij springt uit de boom en loopt naar mij toe, "zou je willen kijken of ze echt weg zijn? Volg ze tot je zeker weet dat ze weg blijven en kom dan meteen terug," zeg ik hem.
"Ja natuurlijk" zegt hij en schiet er vandoor, ik loop langs de bomen en help mensen eruit.
Ik besluit het tempo iets te vertragen tot Max terug komt en we zeker weten dat ze weg zijn, ik loop weer alleen voorop en denk na over de weg die we nog te lopen hebben.
Dan zie ik iets bewegen bij een bocht in de weg, ik laat iedereen halt houden en mensen staan klaar zich te verbergen.
Tot in een flits Max voor mij staat, ik kijk hem vragen aan, benieuwt wat het nieuws is.
Hij lacht en een druk valt van mijn schouders.

Wow lang geleden, op het moment is het 23.32 (lol het omgekeerde van elkaar) ik kan niet slapen en ik had ideeën voor het verhaal. Dus hier hoofdstuk 28!! Hopelijk gaat het goed met jullie,
Groetjes 🌺

MatesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu