Hoofdstuk 20

281 18 2
                                    

Pov. Sofie
Ik was al uren alleen, besef van tijd had ik niet meer.
Ik zat voornamelijk in het raam, te kijken naar buiten.
Door de stand van de zon probeerde ik te bepalen wanneer het middag was, want rond de middag kwam er een bediende met eten en wat water.
Ik huil niet, niet om hem. De enigen die mijn tranen waard zijn is mijn familie,
Elke dag komt Luca bij mij langs, hij praatte tegen mij. Gewoon praten, over van alles. Dingen van vroeger in de geschiedenis die hij echt had meegemaakt of over wat hij graag deed op een vrije dag.
Ik luisterde en luisterde, ik praatte niet veel. Maar dat accepteerd hij, hij maakte grapjes en ja dan lachte ik steeds vaker mee.
Ik werd wakker geschud uit mijn gedachtes toen er zachtjes op de deur word geklopt, ik kijk naar de deur en kijk in de rode ogen van Luca.
Ik glimlach, hij lacht terug. "Ga je mee naar buiten?" Vraagt hij terwijl hij zijn hand uitsteekt, ik pak zijn hand aan en loop met hem mee.
We lopen samen de tuin in maar dit keer niet naar de zwaan, we gaan de tegen gestelde richting op.
Dan staat hij even stil bij een prachtige bloemen struik, hij plukt er een en steekt hem in mijn haar.
Ik lach en trek een overdreven kinderlijk gezicht, hij lacht en trekt mij aan mijn hand verder. Ik ben gewend aan zijn kou, maar het voelt nu meer koel dan koud, het voelt vertrouwt en veilig.
We lopen onder een een boog van bladeren en bloemen door, en komen uit op een open met met 2 paaltjes. Tussen de paaltjes is een grote ruime hangmat gespannen, ik blijf even staan en Luca loopt naar de hangmat.
Hij gaat in de hangmat liggen en kijkt naar de lucht, de zon schijnt en er zijn een paar wolkjes.
"En nu?" Vraag ik aan Lara, ~ ga naar hem toe~. Zegt ze
Ik loop langzaam naar de hangmat toe, Luca schuift een stuk op zodat er ruimte vrijkomt.
Ik ga eerst zitten en draai mij dan zo dat ik lig in de hangmat, Luca tilt zijn hoofd op en legt zijn oor op mijn hart. Eerst schrik ik maar haalt hij al snel zijn hoofd weer weg, "Dat heb ik al lang niet meer gehoord. Ik heb het gemist als ik eerlijk ben." Zegt hij
Ik kijk hem aan en daarna naar de lucht, ik staart naar de wolken en de overvliegende vogels.
"Zou ik even mogen lopen?" Vraag ik aan Luca, even zie ik twijfel in zijn ogen.
"Goed dan, maar doe geen poging om weg te lopen. Er overal zijn wachters die je in de gaten houden, ik knik en sta op uit de hangmat.
Ik loop rustig weg en neem alle geuren in mij op, ik ruik aan allemaal verschillende planten en bloemen.
Ik loop rond tussen alle beeldjes en planten, dan kom ik uit bij de fontein. Ik kijk in de bol en zie Vince, ik kijk rond en zie dan Luca staan. Hij kijkt mij met een serieuse blik aan, ik negeer het en kijk weer naar de blauwe bol.
De tuin vervaagt en ik zie Vince, hij zit aan zijn bureau met zijn beta.
"Het is van belang dat we haar terug halen," zegt hij serieus tegen beta Jasper.
"Ik wist wel dat je om hem gaf," zegt hij vrolijk.
Ik krijg een glimlach op mijn gezicht en loop naar hem toe, ik steek mijn hand uit om zijn wang aan te raken. Maar mijn hand gaat door zijn gezicht heen, het is maar een beeld. Het is niet echt hier, toch doe ik net alsof ik hem wel aan kan raken.
Hij staat op en loopt naar een landkaart die aan de muur hangt, "we moeten haar terug hebben. Anders hebben we geen wapen  dat ons beschermt tegen de vampieren." Zegt hij kill, ik blijf verstijft staan. Zijn woorden in mij openememd en nog niet helemaal begrijpend wat hij zojuist gezegd heeft.
Het was maar ijdele hoop die ik even had gevoelt, Luca had gelijk. Vince wou mij niet terug, hij wou het meisje met de gaven terug. Die hem en het dorp konden beschermen tegen de vampieren, zijn garantie op het winnen van de opkomende oorlog.
Ik wilde niks meer horen of zien, ik sloot mijn ogen en beelde mij in dat ik terug was in de tuin.
Ik opende mijn ogen en stond voor de fontein, ik keek omhoog en op de muur stond Luca nog steeds te kijken.
Ik draaide mij om en liep het kasteel in, recht naar mijn kamer. Op mijn weg kwam ik personeel tegen die mij vragende blikken toe wierpen, ik negeerde ze en liep stug door.
Ik opende de deur van mijn kamer en liep naar binnen, ik smeet de deur achter mij dicht en pakte het eerste beste voorwerp dat binnen mijn bereik was. Een klein krukje smeet in tegen de muur en daarna vloog er een vaasje met bloem en al erachter aan, ik smeet met boeken en pennen, schopte tegen de bank en smeet met de kussens.
Ik had beeldje van een man en een vrouw in mijn handen, er ging een steek van woede en verdriet door mij heen.
Ik hief mijn hand op klaar om te gooien, maar een warme hand pakte mijn hand en nam het beeldje eruit.
Armen werden om mij geen geslagen en ik draaide mij om, het maakte mij geen moer uit wie het was. Ik huilde tegen zijn of haar borst aan, aan de sterke spieren en de brede borstkas concludeerde ik dat het een man was. Ik hoorde zijn hart kloppen, het was rustgevend.
Met zijn armen omsloot hij mijn lichaam en liet mij uithuilen, ik ga mij totaal over aan mijn gevoelens en het voelde zo goed.

Hey lezers weer een hoofdstukje!!! 20 alweer, het gaat zo snel voor mijn gevoel! Ik hoop dat jullie plezier hebben in het lezen, laat het zien met het sterretje!🌟
Liefs 🌺

MatesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu