Hoofdstuk 22

269 16 0
                                    

Pov. Sofie
Ik wacht naast de deur tot de bediende komt, er word geklopt en mijn hart gaat sneller kloppen.
"Binnen," roep ik zoals altijd.
De deur word van het slot gedraaid en de bediende komt binnen gelopen met een dienblad, de bediende kijkt mij verbaast aan als ze mij naast de deur ziet staan.
"Sorry" zeg ik nog voor ik hard tegen haar slaap aan sla met mijn vuist,
Ze zakt in mekaar en blijft dan stil liggen. Ik raap de spullen bij elkaar die van het dienblad waren gevallen en leg het terug erop, ik zet het dienblad op het tafeltje en sleep het dienstmeisje naar mijn bed.
Met veel moeite lukt het mij haar zo neer te leggen dat het lijkt alsof ik lig te slapen, ik pak de sleutels van de grond en doe de deur achter mijn rug om weer op slot.
~snel we hebben niet lang de tijd~ zegt Lara,
Ik loop de gang uit en ga eerst richting de troonzaal. Dat is de enige weg waarvan ik weet dat je dan bij de tuin uitkom, op elke hoek wacht ik en houd ik mijn hart vast in de hoop dat er geen bewakers zijn.
Het geluk lijkt vandaag aan mijn kant te staan want ik kom geen één  bewaker tegen, ~ik zei toch dat het ons ging lukken!~ zegt Lara enthousiast.
Ik schud mijn hoofd, Lara heeft altijd de leukste gekste ideeën. Ze is altijd zo enthousiast dat het aanstekelijk is, ook nu geeft het mij meer zelfvertrouwen.
"Het enige probleem is de tuin zelf, daar staan meer dan 20 bewakers" zeg ik tegen Lara.
~loop langs de keuken en pak daar één van de dienst kleding~ is haar antwoord.
Ik ga door een onopvallende deur en kom uit in de keuken, aan een soort kapstok hangt allemaal werkkleding.
Ik pak een setje en trek het over mijn kleren aan, ik ren de keuken uit en ga richting de tuin.
Ik adem nog een paar keer diep in en open rustig de deuren, ik loop zo normaal mogelijk richting de fontein.
Ik schenk geen aandacht aan de wachters, als ik bij de fontein aankom  borrelt er toch enige twijfel omhoog.
~Kijk nou maar, we hebben niks te verliezen.~
Ik kijk naar het blauwe bolletje en denk aan Vince, de tuin lost op en ik ben in een bos.
Achter mij hoor ik gesnik, het is zachtjes met net te horen.
Ik loop richting het geluid en ik kan mijn ogen niet geloven, tegen een boom aan zit Vince. In één gedoken als een bolletje, hij huilt. Niet een beetje maar hartstochtelijk, ik voel zijn verdriet. Zo huilde ik ook toen ik erachter kwam hoe hij over mij dacht, toch kon ik niet weg kijken, weglopen of mijn oren bedekken. Ik wilde hem troosten, hem in mijn armen nemen en hem gerust stellen.
Achter mij brak een takje en ik keek om, er stond een klein meisje. Ze leek op Vince, ze had net als hij prachtige grijze ogen.
Ze liep naar Vince toe en ging tegen hem aan zitten,
"Waarom moet je huilen grote broer?" Vraagt ze aan Vince.
Hij kijkt haar aan en glimlacht klein, "Omdat ik degene kwijt ben waar ik het meest van hou."
Mijn hart maakt een driedubbele salto, ik loopt naar ze toe en ga naast ze zitten.
"Wat bedoel je broer? Wie ben jij kwijt?"
Ik moet lachen om hoe ze praat, ze lijkt op Suus, ook heel nieuwsgierig.
"Mijn mate is mij ontnomen en ik kan haar nergens vinden, ik ben met alle mannen uit het dorp gaan zoeken maar nergens heb ik haar kunnen vinden." Antwoord Vince verslagen
"Maar wie is dat dan?" Vraagt het meisje verbaast en wijst met haar vinger naar mij.
Vince draait meteen zijn hoofd om en als ik er echt geweest was zouden we elkaar recht aankijken, ik went mij tot het meisje.
"Kan jij mij zien?"
"Ja ik zie jou," zegt ze vrolijk.
Vince kijkt verbaast naar het meisje, "wie zie je Lea ?" Vraagt Vince geschokt.
"Een meisje, ze heeft blonde haren en ze is mooi" zegt het Lea alsof ik er echt ben.
"Ik heet Sofie," zeg ik terwijl er tranen over mijn wangen glijden.
"Ze heet Sofie, maar waarom huilt ze grote broer." Vraagt Lea verbaast aan Vince,
Hij kijkt met verdrietige ogen naar de richting waar ik ongeveer zit.
"Waar zit ze?" Vraagt hij aan Lea,
"Je moet iets naar voor, ja stop. Nu iets meer draaien naar links, ja precies zo. Nu kijk je haar recht aan," zegt Lea vrolijk.
Vince kijkt mij aan, hoewel hij waarschijnlijk alleen de bomen achter mij ziet.
"Soof als je mij hoort weet dan dit, ik zal pas stoppen met naar je zoeken tot ik je gevonden heb. Ik zal je vasthouden en je nooit meer laten gaan, het spijt mij zo, ik had bij je moeten blijven die dag.
Ik zal naar je blijven zoeken tot mijn laatste snik, want ik hou van je."

Hey lezers, toch zo snel al een hoofdstuk!!!!
Wat vonden jullie ervan??
Foto> Lea
Liefs 🌺

MatesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu