Hoofdstuk 25

253 17 0
                                    

Pov. Sofie
Met een ruk open ik mijn ogen en kijk in paniek rond, ik leef nog. Ik adem en mijn hart klopt, naast mijn bed zit Luca. Zijn blik beangstigt mij, ik schuif een klein stukje naar achter.
"Als het nodig is laat ik die droom echt uitkomen." Zegt hij kill, er is niks meer te zien van zijn lieve kant.
"Maar het leek zo echt?" Zeg ik verward, "Mijn gave is beeld en geluid vervorming." Zegt hij met een zelfvoldane grijns.
Ik kijk hem verafschuwend aan als er een paar missende puzzelstukjes op hun plek vallen, "jij liet mij denken dat Vince alleen maar naar mij opzoek ging omdat hij mij als wapen 'zou' zien." Zeg ik met mijn vingers aanhaling tekens maken.
"Je hebt het eindelijk door hé, ik had je slimmer verwacht. Zelfs toen je halfbroer je een tip gaf was je nog steeds zo stom te denken dat hij niet om je gaf. Maar toch is het je gelukt om bij de fontein te komen en hem te zien, ja toch? Nu ik er niet was om het beeld te bewerken heb je hem echt kunnen zien, en daarom neem ik maatregelen."
Hij stond op en liep naar mijn kant van het bed, hij pakte mijn arm en trok mij van het bed af.
De paniek schoot door mij heen, hij ging de droom waarmaken. Maar in tegendeel, hij liep naar de deur en haalt hem van het slot.
We liepen door het gangenstelsel maar na een tijdje herkende ik de weg niet meer, we gingen een hoek om en aan het eind van de gang zag ik een grote ijzeren deur.
We bleven voor de deur staan, er zaten wel 9 sloten op die hij één voor één open begon te maken.
Met een piepend geluid ging de deur open, achter de deur loopt een trap stijl naar beneden in een spiraal.
Luca duwt mij voor zich uit naar beneden, de trap is glad en sommige traptreden zijn half afgebrokkeld. Luca geeft mij weer een duw ten teken dat ik sneller moet lopen maar ik verlies mijn evenwicht, ik slaak een gil en val voorover. Een paar traptreden rol ik naar beneden en blijf dan met mijn kleding achter een haak hangen, ik hou met mijn hand mijn hoofd vast.
Met mijn andere hand haal ik mijn kleding los van de haak, Luca komt aanlopen en duwt mij met zijn voet verder de trap af. Ik sta snel op en loop gehaast verder de trap af naar beneden, het lijkt een eeuwigheid te duren. Tot ik een stuk onder mij licht zie, we komen aan in een grote ruimte.
Ik hoor allemaal zachte stemmen, ik kijk beter en zie allemaal kooien. Sommige mensen staan bij de tralies om ons beter te kunnen bekijken, anderen kruipen zover mogelijk van de tralies vandaan.
Luca duwt mij naar voor en dwingt mij verder te lopen, uit sommige kooien hoor ik mensen snikken om genade.
Hoe dieper we de ruimte in lopen hoe viezer het er ruikt, het ruikt naar urine en braaksel, ik vang zelfs een vleugje bloed op. Ik krijg er de rillingen van en probeer door mijn mond te ademen maar veel helpt het niet.
"Bloedzuiger, lelijk misbaksel!" Word er geroepen vanuit een van de kooien.
We lopen een hoek om en in deze gang zitten aan beide kanten deuren, toch lopen we verder.
Luca stopt voor één van de middelste deuren, voor de deur staat een bewaker met een geweer.
Luca geeft hem een teken en de bewaker opent de deur, ik word aan mijn arm naar binnen getrokken.
Aan de muur hangt iemand aan kettingen gebonden vast, hij of zij hangt slap langs de muur.
Ik krijg een duw en kom met een smak tegen de muur, ik zak naar de grond maar word meteen overeind geschopt. Ik hoest en hap naar lucht, om mijn pols word een ketting vast gemaakt en daarna hetzelfde aan de andere pols.
Twee vingers worden onder mijn kin gelegt en dwingen mij om omhoog te kijken, ik kijk in zijn kille ogen en woede borrelt in mij op.
"Hopelijk geniet je van je verblijf hier, je mag eruit als je beloofd aan onze zeide te vechten in de oorlog. En dan bedoel ik ook echt aan onze zeide,"
Ik hoef niet over zijn vraag na te denken.
"Nooit" spuug ik uit, hij veegt het speeksel van zijn gezicht en grijnst.
"Goed ik kom morgen terug en dan vraag ik het nogmaals." Zeg hij met een grijns, ik kijk hem boos aan.
Hij verlaat de cel en duwt de deur met een harde klap dicht, ik zucht en probeer met het zwakke licht van de fakkel rond te kijken.
Het halflange haar van mijn cel genoot hangt voor zijn of haar gezicht, ik probeer de ruimte verder in mij op te nemen maar veel is er verder niet te zien.
Het is een vierkant blok, behalve de fakkel en de persoon voor mij is er niks bijzonders te zien.
Ik trek aan de kettingen maar het heeft geen zin, ik zucht van frustratie.
Dan hoor ik zacht gekuch van tegen over mij komen, de persoon tegenover mij kijkt langzaam omhoog.
"Hey Sofie" zegt zijn zwakke stem...

Omg wie zal het zijn??? Ik weet het al😂😂😂, hoe vonden jullie het hoofdstuk? Hij is erg laat online want ik was er maar niet tevreden over, dan had ik een heel deel geschreven maar dacht ik later: waar slaat dit op.
Maar nu ben ik er tevreden mee!😊, hopelijk hebben jullie een leuk weekend gehad💙.
Liefs 🌺

MatesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu