Hoofdstuk 29

215 10 0
                                    

Pov. Sterre
Na lang lopen komen we aan bij een grote hard stromende  rivier, eerst wil ik met mijn gave een pad door het water maken door het water aan de kant te duwen maar Max en Levi vinden dat ik mijn krachten moet sparen.
Twee mannen stappen naar voor en stellen voor dat zij hun gaven gebruiken om een brug te bouwen, veel andere opties hebben we niet dus ik geef ze toestemming.
Samen maken ze van aarde en hout een brug, ik en een aantal vrijwilligers testen de brug uit. Hij is niet heel stabiel maar zolang we er één voor één overheen gaan houd de brug het, nadat iedereen er overheen is laten ze de brug uit elkaar in het water vallen zodat het net lijkt of er nooit een brug is geweest.
We lopen langs een grote overhangende rots partij en besluiten eronder ons kamp op te slaan, Levi en ik verdelen de groep met elke groep hun eigen taak. Sommigen halen hout, anderen maken fakkels voor licht en zetten het gebied een beetje af, en anderen zitten met mij om de kaart van het gebied om de juiste route te kiezen. Ik ken dit gebied op mijn duim maar voor het geval dat mij iets overkomt leek het mij en Max een goed idee om meerde mensen de route te laten zien, ik heb een zigzag route gekozen. Het duurt langer maar zo blijven we van de hoofdweg en vermijden we hopelijk zo veel mogelijk contact met andere vampieren.
Ik laat ook andere mogelijke routes zien en verstop plekken waar ze heen moeten als er iets flink mis gaat, maar daar willen we allemaal nog niet aan denken.
Ik heb samen met een onbekende man de wacht, op vijf verschillende punten zitten elke keer tweetallen die samen de wacht houden. Om de 2 uur wisselen we met anderen af zodat iedereen een keer wacht heeft en nacht rust heeft gehad, niet dat veel zo goed slapen maar het is beter dan helmaal geen rust hebben.
De nacht verloop gelukkig rustig en ik heb ook nog een beetje nacht rust gehad, de keren dat ik wakker was lag ik met mijn ogen dicht en probeerde in elk geval uit te rusten.

s' Ochtends helpen we elkaar met alle spullen opruimen en de fakkels en rest van de gebruikte spullen te verbergen, een van de mensen komt met het idee om een kuil te graven en daar alles in te dumpen wat we niet nodig hebben.
Ik kijk de groep rond om te checken dat iedereen er klaar voor is, dan draai ik mij om en begin in een hoog tempo te lopen.
Max komt aan rennen en begint naast mij te lopen, "wie waren die vampiers
waar we ons voor verstopten?" Vraagt hij voorzichtig, even blijf ik stil.
"Dat waren Jack en zijn mannen" zeg ik uiteindelijk.
"Het leek erop dat hij het had over jou, waar ken je hem van?"
Ik zucht en kijk naar de lucht, "ooit waren we verloofd en stonden we op het punt om een gezin te beginnen.
Tot ze er achter kwamen dat ik informatie van ze doorgaf aan de wolven, Jack was woedend en vond dat ik zijn reputatie had verwoest.
Ik stond op het punt om weg te gaan toen hij erachter kwam dat ik weg ging, toen werd hij woest. Hij brak ongeveer de helft van mijn botten waardoor het lang duurde voor ik bij jullie aankwam."
Max wil wat zeggen maar ik steek mijn hand op ten teken dat ik er verder niet over wil praten..

Hey meteen nog een hoofdstukje!!
Het is nu 00.27(oeps)
Groetjes 🌺

MatesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu