Hoofdstuk 12

177 8 2
                                    

POV Ethan

Ik word wakker in een kamer, mijn hoofd doet zeer. Ik wil erover heen wrijven, maar dan voel ik dat mijn handen vast gebonden zitten. Ik zie dat mijn voeten  ook aan elkaar vast zitten, ik probeer los te komen maar het lukt niet. Ik bekijk de kamer, opeens zie ik dat er nog iemand in de kamer zit. Hij kijkt me emotieloos aan, ik herken hem ergens van. Het is die ene man die Sophie en mij van Mark heeft gered, toen hij mij wilde neerschieten. "Hoe gaat met je hoofd?" vraagt hij. "Wel goed..." zeg ik. "Hoe weet jij trouwens dat iemand mij op mijn hoofd heeft geslagen?" vraag ik. "Dat wist ik niet. Ze gooiden je gewoon heel hard op de grond en toen kwam je met je hoofd heel hard op de grond." zegt hij. 

Ik kijk de kamer rond naar een uitgang. Ik zie een trap met aan de bovenkant een deur. "Ik zou het niet proberen als ik jou was." zegt hij. "Maar jij bent mij niet." zeg ik koppig. De man zucht. Ik sta met moeite op en hups naar de trap. Nu pas zie ik hoe lang de trap is, even twijfel ik. Maar dan spring ik toch op de eerste traptrede. Dat ging makkelijk! Ik spring naar de tweede en dan naar de derde, ik spring nog een paar traptreden verder maar dan gaat de deur open. Mark staat in de deur opening. "Dacht je echt dat je kon ontsnappen?" zegt hij terwijl hij met een grijns op zijn gezicht de trap afloopt. "Nee, maar ik kon het proberen." zeg ik. Mark staat in middels één traptrede hogen dan ik. Hij wil me in mijn gezicht slaan, maar dan gaat de deurbel. "Je hebt geluk. Voor deze keer." zegt hij. Hij duwt me van de trap af en dan loopt hij naar boven.


POV Sophie

In de verte hoor ik allemaal mensen 'Ethan' roepen, Jack, Mark en ik lopen steeds verder van alle mensen vandaan. Ik vind het eigenlijk best wel eng...

"Dus Jack, hoe gaat het met je drugsbedrijfje?" vraag ik. Jack en Mark staan stil, ik stop ook met lopen en kijk naar ze. Ze kijken me verwart aan, ik lach onschuldig en loop dan verder. Ik hoor wat gemompel achter me en dan hoor ik weer voetstappen.

We lopen langs een bankje, ik herken de plek ergens van. Het is de plek waar Mark Ethan wou neerschieten. Opeens zie ik Ethans telefoon op de grond liggen. Ik ren er naar toe en pak hem op. "Heb je iets gevonden?" vraagt Jack. "Nee ik ren naar een random plek om een takje van de grond te pakken." zeg ik sarcastisch. Jack rolt met zijn ogen. "Wat heb je gevonden." vraagt Mark. "Ethans telefoon." zeg ik. "Geef hier." commandeert Jack.

"Nee, waarom?"

"Omdat ik het zeg."

"Nee."

"Geef hier!"

"Nee."

Jack zet een stap in mijn richting, snel zet ik een stap achteruit. Jack zet nog een paar stappen in mijn richting, ik word bang en zet weer een paar stappen achteruit. Jack merkt dat ik bang ben, ook Mark merkt het. Ze krijgen allebei een grote gemene grijns op hun gezichten. Samen zetten ze weer een paar stappen in mijn richting, weer zet ik een paar stappen achteruit. "Je bent toch niet bang voor ons?" Zegt Mark nep-verbaasd. Ik zet nog een paar stappen achteruit, maar bots dan tegen de rugleuning van het bankje. "Waar is die grote mond nu?" vraagt Jack grijnzend. Jack en Mark lopen met grote stappen naar me toe en Mark zet zijn handen tegen de rand van de rugleuning waardoor zijn gezicht heel dicht bij de mijne komt. Ik kan nergens meer heen. Snel wissel ik Ethans telefoon om met de telefoon die ik van mijn vader heb geleend/gewoon gepakt uit zijn kantoor waar ik eigenlijk helemaal niet mag komen... Hij grijpt de telefoon uit mijn handen en gooit hem in de bosjes. "Wat doe je?! Dat is bewijs!" roep ik 'boos'.

"Nu niet meer." zegt Jack. "En ik denk dat we allemaal wel weten wat er precies met Ethan is gebeurd." zegt Mark op een eng rustige toon. "Of niet soms?" vraagt hij, hij kijkt me opeens heel streng aan. "Ehh J-jullie h-hebben hem o-ontv-voerd." Stotter ik. "Ja en omdat jouw lieve Ethan niet wilde dat er wat met jouw gezichtje gebeurde liep hij recht in de val." Mark streelt met zijn wijsvinger over mijn wang. "L-laat m-me met rust." Probeer ik zo zeker mogelijk te zeggen, wat echt totaal niet lukt. Mark lacht zacht en gemeen, hij kijkt even naar de grond en dan weer naar mij. Hij pakt mijn kin tussen zijn wijsvinger en duim en kijkt me gemeen aan. "Nee." zegt hij kortaf.

Hij grijpt mijn arm vast en gaat weer op normale afstand van me vandaan staan. Hij duwt me naar Jack die mij ook meteen weer vastgrijpt. "Wat is dat?!" vraagt hij opeens boos. "Dus jij probeerde die telefoon te houden?" vraagt hij dreigend. O shit, hij heeft Ethans telefoon gezien. Snel ruk ik me los uit Jack greep en trap ik hem.

Snel ren ik weg, richting mijn huis. Ik kijk achter me, Jack en Mark rennen keihard achter me aan. Opeens bots ik tegen iemand aan. Ik kijk voor me, het is mijn vader! "Papa?! Je moet me helpen! Wacht, wat doe jij eigenlijk hier? Ik dacht dat je moest werken." zeg ik. "Ik ben ook aan het werk." zegt hij. Ik kijk hem raar aan. "Wat bedoe-"

Opeens grijpt Jack me van achteren, hij pakt Ethans telefoon af. "Papa!! HELP!" roep ik. Mijn vader pakt de telefoon van Ethan aan en kijkt Mark vragend aan. "Ze heeft die telefoon verwisseld voor een andere, zodat ze het bewijs nog zou hebben." zegt Mark. "Dacht je echt dat je daar mee weg kon komen?" vraagt mijn vader. Ik kijk hem verward aan.

Waar heeft hij het nou weer over?! Waarom helpt hij me niet?!

Mijn vader gooit de telefoon in een slootje een paar meter verderop. "Hoe kom je überhaupt aan een andere telefoon? Ik dacht dat je de jouwe kwijt was." Zegt hij. "Uit jouw kantoor." zeg ik terwijl ik naar de grond kijk. "Jij weet donders goed dat dat verboden terrein is! En dan ga je ook nog spullen stelen!" zegt hij boos. Ik wil nog iets zeggen maar mijn vader is me voor. "Neem haar mee!" Jack duwt me in de richting van zijn huis. "Wacht wat?! Papa! Dat kun je niet doen!! Papa! Help! IEMAND!! HE-" Jack legt zijn hand over mijn mond  



Undercover (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu