Hoofdstuk 13

190 10 2
                                    

POV Sophie

Jack duwt me naar binnen, daar staan een paar mannen die ik niet ken. Ook zie ik dat Linda er is. Die heb ik lang niet gezien.

Ze kijken me allemaal met een gemene lach op hun gezicht aan. "Kijk eens aan. Het is de dochter van de baas." zegt een van de mannen. "De baas?" vraag ik, ik kijk verward naar Mark. "Ja jouw vader Lewis Canvas is de grootste drugsbaas van Europa." zegt Mark. Ik kijk hem met open mond aan. "Ja wist je dat niet? Hij is overal in het nieuws." Ik kijk hem verward aan. "O ja dat weet jij natuurlijk niet. Je echte achternaam is Walters." Zegt Mark

"Maar dat is jouw achternaam." zeg ik. "Nee mijn achternaam is McCarter. Mijn echte naam is Tom McCarter. Jij heet officieel Sophie Walters, jouw vader is Lewis Walters. Jij bent de dochter van de grootste en gevaarlijkste drugsbaas van Europa." Ik weet niet wat ik moet zeggen...

Alles echt ALLES is een leugen. Mijn hele leven is een leugen. Mijn vader is de grootste en gevaarlijkste drugsbaas van Europa. Mijn vader...

Ik voel de woede in mijn lichaam, ik wil het uitschreeuwen. Maar ik kan me inhouden. De woede wordt verdriet, ik krijg tranen in mijn ogen. Voordat ik het weet rollen de tranen over mijn wangen. Ik begin hevig te snikken.

Hoe kon hij? Hoe kan hij zijn bloedeigen dochter zo verraden? Zou mama het weten? Zou hij degene zijn die Ethan ontvoerd heeft? Nee, dat hebben Jack en Mar- eeh ik bedoel Tom gedaan. Dat hebben ze zelf gezegd. Maar misschien was het wel een opdracht van mijn vader.

"Breng haar naar de kelder." zegt Mark- eeh ik bedoel Tom tegen Jack. Jack duwt me in de richting van een deur. Als hij de deur opendoet zie ik een lange trap naar beneden. Jack duwt me naar voren maar ik stribbel tegen. "Loop door." commandeert hij. "N-nee." Snik ik. Jack zucht, hij draait me om, tilt me op en gooit me over zijn schouder. "Laat me los!" roep ik. Ik sla hem hard op zijn rug. Als hij op de grond van de kelder staat, zet hij me neer en loopt hij weer terug naar boven.

"Sophie?" hoor ik een stem zeggen. Ik kijk in de richting van de stem. "Ethan?!" zeg ik. Ethan zit vastgebonden tegen de muur aan, naast hem zit een man. Het is die man die ons heeft gered van Ma- nee Tom, het is Tom. Ik ren naar Ethan toe en ga naast hem zitten. Ik geef hem een knuffel. "Gaat het?" vraag ik. "Ja met mij gaat het goed. Gaat het met jou? Waarom huil je?" vraagt hij. "Het is mijn vader... Hij heeft gelogen." zeg ik terwijl ik de touwen om Ethans polsen probeer los te maken.

Opeens gaat de kelderdeur open. Het is Jack, hij heeft touwen in zijn handen. Hij rent naar beneden en grijpt mijn arm. Hij trekt me naar zich toe en grijpt mijn andere arm. Hij houdt ze bij elkaar om ze vast te binden. Maar dan komen Ma- Argh!!!! Het is zo frustrerend!! TOM!!

Maar dan komen Tom en mijn vader de trap af. Ze kijken me gemeen aan. "W-wat?! L-lewis?! M-maar... H-hoe?! E-en W-waarom?! Wist jij dit?" vraag Ethan totaal overdonderd aan mij. Ik knik. "Ik ben er net ook achter gekomen." Snik ik. Ik hoor gemeen gelach vanaf de kant waar mijn vader staat komen, in een ruk kijk ik woedend die kant op. Daar staat mijn vader me grijnzend aan te kijken.

Hij vindt dit grappig?!

Opeens komt alle woede weer terug, al het verdriet is weg. Er is alleen nog maar woede. Ik ruk me los en ren ik naar mijn vader. Tom probeert me nog tegen te houden maar ik geef hem een stomp in zijn buik. Als ik bij mijn vader ben sla ik hem recht in zijn gezicht met mijn vuist. "AAAHH!" roepen we allebei van de pijn. Mijn vader van de pijn van zijn neus, die nu aan het bloeden is. En ik van de pijn in mijn hand.

Er komen twee onbekende mannen de trap afgerend. "Wat is hier gebeurd?!" vraagt een van de mannen als hij de bloedende neus van mijn vader ziet. Tom heeft mij inmiddels vastgegrepen. "Ze sloeg me in mijn gezicht!" zegt mijn vader boos terwijl hij het bloed aan zijn shirt afveegt. "Wacht" zegt de andere man lachend." zij heeft dat gedaan?!" hij wijst lachend naar de neus van mijn vader. Mijn vader kijkt hem dreigend naar de man. Hij stopt meteen met lachen.

Nu kijkt mijn vader met een moordende blik naar mij. Hij loopt met grote stappen naar me toe en grijpt mijn arm en rukt me uit Toms handen. Hij doet zijn andere arm omhoog, als teken dat hij wil gaan slaan. Ik kijk hem bang aan en krimp ineen, maar Jack houdt hem tegen. "Lewis niet doen. Dat is niet waarvoor we hier zijn." zegt hij rustig. Mijn vader kijkt geïrriteerd naar Jack en dan naar mij. Hij doet zijn arm omlaag en duwt me weg, hij duwt zo hard dat ik mijn evenwicht verlies en op de grond val. "Bindt haar vast. En doe het goed!" zegt mijn vader geïrriteerd. Jack loopt naar me toe, ik kijk Jack bang aan. Maar hij trekt zich er niks aan en pakt mijn armen. Hij bindt ze heel strak vast, mijn hand doet nog steeds zeer. "Ik ga mijn gezicht schoonmaken, maar ik kom terug, en ik ben nog niet klaar met jou." Mijn vader wijst dreigend naar mij. "En jullie blijven hier! Zorg dat ze dat niet nog een keer doet." Mijn vader loopt weer naar boven. Als hij boven is slaat hij de kelderdeur met een harde klap dicht. Alle woede vaagt weer weg en ik voel dat er weer tranen in mijn ogen komen. Er valt een ongemakkelijke stilte in de kelder, maar de kelder wordt al snel gevuld met het geluid van iemand die aan het huilen is. Die iemand, dat ben ik.

Twee hoofdstukken vandaag want ik had heel veel inspiratie!!


Undercover (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu