Bovennatuurlijke

922 32 5
                                    

Ik besloot toch de andere tot veiligheid te brengen. Ik duwde iedereen richting de deur en ze liepen allemaal naar buiten. Ik keek naar achter en zag Sam naar zijn ring kijken. Hij zuchtte en deed de ring af. Er ging een windvlaag door de zaal wat me bijna omver duwde en hij viel schreeuwend op de grond. Zijn hele lichaam leek tens te worden en hij leek te creperen van de pijn. Ik raakte bezorgd, deed de deur dicht en hield de anderen buiten. Misschien kan ik Sam nog redden, in deze staan kan hij ook niks. Hij trok zichzelf tot iedereens verbazing kreunend omhoog en hij vloekte. 'Beter zijn jullie sterk anders heb ik deze pijn geleden om niks.' Zei hij op een lage duistere toon. Hij hief zijn hand op en een duistere aura verscheen om hem heen. Ik had het al geraden maar hij is ook een mens met bovennatuurlijke gavens. Die ring hield waarschijnlijk zijn gavens verborgen of zoiets. Ik had nog niet helemaal het feit verwerkt dat er andere bovennatuurlijke bestonden op deze wereld behalve de vampiers. Als mensen met bovennatuurlijke gavens bestaan, oftewel magiërs, bestaan weerwolven dan ook? Elven? Draken en andere bovennatuurlijke wezens? Of gaat dat dan weer te ver?

Mijn kennis over de wereld leek ineens heel wat smaller en ik moest licht lachen. Ik dacht nog dat ik meer wist dan andere mensen die in de normale wereld leefde, maar ik wist ongeveer net zoveel als hun. De lucht om Sam heen leek nog donkerder te worden en het leek net elektriciteit dat door de lucht ging. 'Jij bent een dors mjéjer!' Zei Phonora verbaasd. Een groene aura ontstond om haar heen en een blauwe om Zephys. 'Dat hebben jullie goed gezien.' Sam zijn stem klonk bijna demonisch. Er hing een dikke mist door de zaal heen waardoor het moeilijk ademen werd, maar ik keek nog steeds met grote ogen naar de 3. 'Wat doet een mjéjer ten midden van de vampiers?! Waarom help je ze!' Sam knipte in zijn vingers en donkere bliksemschichten gingen beiden hun kanten op. Ze ontweken de bliksemschichten net op tijd en ik zag dat het grote gaten in de muren achterliet. 'Hij is sterk.' Zei Phonora. Zephys knikte en ze leken nu heel erg op hun hoeden. 'Waarom sta je aan de kant van die vreselijke wezens? Ook al ben je een dors mjéjer, hoe kun je ons verraden door als slaaf voor hun te gaan werken?!' Sam was doodstil en er verscheen een duistere expressie op zijn gezicht. Zijn armen begonnen opgeslokt te worden door de donkere aura en de lucht om hem heen werd explosiever. De zwarte lucht was zo donker dat het bijna donker paars/blauw leek.

Sam knipte in zijn vingers en de hele zaal beefde. Ik viel op mijn knieën en de andere verloren hun balans. Er verscheen een cirkel onder de voeten van die twee en ze begonnen het uit te schreeuwen van de pijn. Sam prevelde iets zachtjes en ik zag dat ze op hun knieën vielen en erger in pijn leken dan Sam eerst was. Ze smeekte hem te stoppen maar hij leek ze meer pijn te doen, de aura om hem heen leek ook sterker te worden. De lucht in de zaal werd onuitstaanbaar dik en ik kon bijna niet meer ademen. Sam moest stoppen, voordat hij te ver ging. 'Sam! Stop alsjeblieft!' Riep ik. Hij antwoordde niet en de andere twee bleven smeken en schreeuwen. Ik kon het geluid niet meer aan en liep boos op Sam af. Ergens was ik bang voor de kracht die Sam bezat en vroeg me ook af of hij de prinsen met deze ongelofelijke kracht aankon. Ondanks mijn angst wist ik ergens diep van binnen dat hij me niet pijn zou doen, altans dat hoopte ik. Ik pakte zijn arm vast en trok snel mijn hand gillend terug. Hoe kon hij die aura aan?! De zwarte lucht om hem heen was pijnlijk. Het voelde net alsof er duizenden naalden in je staken terwijl je in brand stond. Ik keek naar mijn hand of die daadwerkelijk brandde maar ik zag helemaal niets.

Ik kon hem dus niet aanraken maar hoe moest ik hem stoppen? 'Sam! Kan je me horen?!' Hij keek mijn richting op en ik wankelde naar achter en viel op de grond. Z z z zijn ogen... Ze zijn rood. Zijn ogen waren crystal rood met een dikke zwarte kring eromheen. Niet als de ogen van de prinsen die zo mooi rood waren dat je jezelf erin kon verliezen. Nee, zijn ogen zagen er demonisch rood uit. Hij keek me even in stilte aan en knipte toen in zijn vingers. De lucht om hem heen explodeerde en er ging een windvlaag door de zaal heen. Ik sloot mijn ogen uit angst en deed mijn armen voor me ter bescherming, voor het geval er zo een bliksemschicht mijn kant op zou komen alleen die kwam nooit. Ik opende mijn ogen weer snel en Sam stond in stilte naar de twee bewusteloze lichamen van Phonora en Zephys te kijken. Zijn ogen waren weer helder blauw en hij had een verdrietige expressie op zijn gezicht. Hij keek in stilte naar zijn hand en pakte de zwarte ring uit zijn zak en deed hem om zijn ringvinger. De dikke lucht in de zaal verdween meteen alsof het er niet geweest was en Sam zuchtte.

PerfectsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu