Verloren hoop

950 28 2
                                    

Sam p.o.v~

De zon scheen op mijn gezicht en een bries ging door mijn uniform. Het was weer eens prachtig weer buiten en ik sloot mijn ogen. Cecilia haar woorden echode door mijn hoofd en een kleine glimlach ontstond op mijn gezicht. Ze leek echt om me te geven... Ze is nu les aan het geven terwijl ik in de tuin zit als een lafaard. Ik kon daar nu niet terug gaan, ik was bang dat ik het zou willen goed maken met haar. Ik zat misschien een uur lang op dezelfde plek tegen de muur aan totdat ik besloot dat het tijd was om weg te gaan. Ik opende mijn ogen en mijn lichaam deed pijn, maar dat was niet te vergelijken met wat er rondspookte in mijn hoofd. Soms als ik niks doe of gewoon rond loop krijg ik beelden voor me te zien van wat Oliver me liet hallucineren. Dan kruipt al het eten wat ik die dag op had naar boven en moet ik naar de dichtstbijzijnde wc. Cecilia had gelijk, ik wou dood, hier niet meer zijn. Het was beter dan slaaf zijn. Ik had de neiging om weer mijn ogen te sluiten en voor altijd tegen die muur aan te blijven staan, maar ik stopte mezelf. Ik moet terug naar de training, hoe lang ik het ook wil uitstellen... Ik zal haar onder ogen moeten komen.

Ik duwde mezelf van de muur af en keek om me heen. Ik zag slaven vaak mijn kant op kijken met vieze blikken en over mij fluisteren. Ondanks dat ik deze ring om had kon ik ze nog steeds luid en duidelijk horen. Ik liep richting de deur om naar binnen te gaan maar stopte nadat ik iets naar me voelde kijken. Ik draaide me om en twee groene ogen keken me recht aan. Hij grijnsde licht en liep over het gras naar mij toe. 'Je zat daar heel erg lang, ik vroeg me al af wanneer je richting Cecilia zou gaan.' Ik boog licht en hij grinnikte. 'Hilarisch trouwens jullie ruzie. Ik dacht dat jullie vrienden waren.' Mijn ogen concentreerde zich op mijn schoenen en mijn hart klopte op een rustig tempo. 'Dat zijn we niet meer. Zoals je haar waarschijnlijk hebt horen zeggen, we zijn nu alleen slaven die samenwerken.' Hij legde zijn hand op mijn hoofd en ik begon me meteen weer misselijk te voelen. 'Dat is maar goed ook. Ik heb lang geen tijd alleen met haar doorgebracht, kijken of ik vandaag wat leuks met haar kan doen.' Ik deed een stap naar achteren en keek hem aan. 'U zult haar toch niks aan doen?' Dimitri grinnikte en keek me uitdagend aan. 'En wat als ik dat wel doe? Alsof jij een zeg hebt in wat ik doe of niet doe.'

'Jullie hadden me belooft-' 'Ik heb je helemaal niks beloofd Sam.' Zijn stem was koud en ik keek weg. Ik hoorde hem dichterbij komen en hield mijn adem in. 'En ook al had ik iets beloofd, dan nog zal ik doen wat ik wil doen. Denk je dat een belofte met een slaaf enige waarde heeft? Dat is hetzelfde als dat ik mijn hond beloof hem een koekje te geven en het dan vergeet.' Hij pakte me ruw bij mijn haar vast en dwong me hem aan te kijken. 'Ik zou maar niet te veel vertrouwen hebben in die beloftes. Je bent niets meer dan een speciaal huisdier, begrepen?' Mijn huid wou van onder zijn aanraking kruipen maar ik kon niks anders dan het accepteren. Hij glimlachte. 'Ik zal wel extra aardig tegen haar zijn, maar ik beloof niks.' Hij liet me los en veegde zijn hand af, alsof ik besmettelijk was. 'Nou chop chop, mijn kleine Perfect. Aan het werk, je hebt al veel te veel tijd verspilt.' Ik boog en wou weglopen maar hoorde hem nog iets zeggen. 'Sam, let op iemand, wil je.' Ik draaide me om en keek hem vragend aan. 'Let op Iosif Lubomirski. Hij komt later langs bij Lysander en jij zal daar ook zijn. Hij is achterdochtig bezig de laatste tijd en ik ben niet van plan hem over ons heen te laten lopen.'

Ik knikte licht en hij glimlachte. 'Als je iets opmerkt, laat het mijn grote broer weten. Mij natuurlijk ook.' Ik boog en liep richting de zaal. Lubomirski was de naam van 1 van de belangrijkste Nobele families. Het waren de russen die een groot impact hadden op economie en status. De russen werden zeer gerespecteerd door de koninklijke familie, vooral ook om het feit dat ze een heel erg kort lontje hadden. Je wou het liefst geen ruzie met ze, maar dat gold voor alle 11 de Nobele families. Iosif heb ik een lange tijd niet gezien. Hij was de zoon van Anfim Lubomirski, het hoofd van de Lubomirski familie. Zijn zoon Iosif zou binnenkort het hoofd van de familie worden hoorde ik, dus dat zou een feest betekenen. Daar had ik absoluut geen zin om verschillende redenen. Ik kwam aan bij de zaal en hoorde Cecilia haar stem. Ik probeerde mezelf mentaal klaar te maken en deed mijn hand op de deurhendel. Het is nog maar een paar uurtjes, ik hoef haar niet eens aan te kijken als ik dat wil. Ik drukte de deur hendel naar beneden en een schok ging door mijn lichaam. Ik keek verward naar de deurhendel en keek daarna naar de ring die gloeide.

PerfectsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu