Sudden obsession

688 29 3
                                    

Zijn blauwe ogen bekeken me in stilte en ik dacht na. Ik kwam hier om hem op zijn plek te zetten, maar nu weerhouden me de blauwe plekken en het bloed op zijn borst me. Zijn nieuwe uniform verborg zijn verband en hij liep ook rond alsof er niks gebeurd was. Moet ik hem gewoon met rust laten? Ik ken hem nog maar een paar maanden en doe alsof ik hem al jaren ken en betrokken bij hem ben. Ik heb langer mensen gekend en liet ze toen ook makkelijk gaan, maar waarom maak ik me zoveel zorgen om hem? Om die jongen die me nu aankeek met afstandelijke ogen. Voelde ik me op de 1 of andere manier meer verbonden met hem? Wat was er dan wat me dat gevoel gaf? Ik zuchtte en keek langs hem de spiegel in. Mijn rode haar zat door de war en mijn blauwe ogen zagen er moe uit. Mijn rug deed nog verschrikkelijk veel pijn, maar door alles wat er was gebeurd vergat ik het. Ik deed mijn haar in een strakke staart en leunde met mijn handen naast hem tegen de wasbak aan. 'Ik snap dat wat ze over je zeggen niet leuk is, ik snap dat je ook je punt duidelijk wilt maken. Dat je wilt laten zien dat dit geen spelletje is en ze alles goed moeten doen, of het ze hun leven kan gaan kosten.'

Ik keek hem aan en zijn ogen ontmoette die van mij. 'Ik snap ook dat je een vreselijke tijd achter de rug hebt en het liefst dood wilt.' Zijn ogen keken mij niet meer aan en zijn handen balde zich tot vuisten. 'Maar dan hoef je het niet op iedereen af te reageren. Ik snap dat je het moeilijk vindt, maar die jongens en meiden zitten hier maar net. Zij kennen die echte angst en horror nog niet, ze hoeven het ook niet mee te maken als wij ze goed opleiden... Sam kijk me aan.' Hij keek me aarzelend aan. 'Dat kunnen we ook doen zonder angst. Zij hoeven niet mee te maken wat wij hebben meegemaakt. Wij kunnen dat voorkomen door ze op te leiden met wat liefde en veiligheid van ons.' Hij grinnikte spottend en ik keek hem serieus aan. 'Ik meen het. Ze zullen beter naar je luisteren als je ze laat zien dat je om ze geeft.' 'Dat is bulshit.' 'Waarom denk je dat?' Hij was stil en keek naar de grond. 'Liefde bestaat niet in deze wereld , en dat jij zo achterlijk bent om dat te denken zegt al veel.' Ik keek hem beledigd aan en bewoog van hem weg. 'Sorry?' Hij is toch niet serieus? Moet ik dit wel laten gaan?

'Waarom kijk je me zo geschokt aan. Je bent echt debiel bezig, denkend dat die slaven zullen luisteren door hun met ''liefde'' te behandelen. Als je dat doet dan hou je ze voor de gek, het is dom zoals veel van je beslissingen.' Ik keek hem verbaasd aan en was officieel klaar met hem. 'Dat ik me zorgen maakte om een persoon zoals jij.' Zei ik geïrriteerd terwijl ik naar de deur liep. 'Niemand heeft je gevraagd om zorgen over mij te maken.' Ik draaide me in een ruk om en keek hem met afschuw aan. 'Ik dacht dat die vampieren manipulatief waren, nep en twee gezichten hadden maar blijkbaar hebben mensen dat veel meer. Ik begrijp de roddels nu wel, omdat je een beetje macht en aandacht hebt stijgt het naar je hoofd. Stop daarmee, zoals jij het beste kan zeggen, die vampieren geven niks om je.' Ik liep door de deur en keek hem via de deuropening nog 1 keer aan. 'Vanaf nu zijn we niet meer dan mensen die met elkaar werken. Ik vind het spijtig om te zien dat ik de oude Sam verloren heb.' 'Er was geen oude Sam.' Hoorde ik hem nog zachtjes mompelen voordat ik de deur uitliep.

Wie denkt hij wel dat hij is? Beter dan dat wij zijn? Ik bedoel hij is net zo mishandelt als dat ik ben vandaag, denkt hij dat hij beter af is? Ik had geen idee wat er in zijn hoofd om speelde en had ook geen behoefte aan om dat te weten. Die middag kwam Sam niet meer opdagen, en ik moest zeggen dat ondanks mijn bloed kookte door wat hij zei, ik nog steeds gewend was aan het feit dat ik bezorgd om hem was. Het was bijna tijd om naar ''huis'' te gaan en ik sloot de les af. 'Vergeet niet met elkaar aan de talen te werken. Als 1 van jullie tweetalig of meer talen kan help elkaar. Leer elkaar en steun elkaar. Jullie hebben elkaar nodig, hoe erg je dat ook niet wilt. Wij mensen zijn gemaakt om in groepen te leven, en overleven het ook door samen te werken. Maak onderling ook geen ruzie, want ik heb op de harde manier geleerd dat je soms niet eens je excuses kan aanbieden.' Ze knikten allemaal licht behalve Elias die verveeld uit het raam achter zich keek. 'Ik hoop dat jullie op een dag zullen snappen wat jullie aan elkaar hebben en wat voor rampen jullie kunnen voorkomen. Ik zie jullie morgen weer.' Ze bogen licht en ik liep de zaaldeuren zuchtend uit. Wat een dag. Ik was uitgeput en wou het liefst mijn bed in, maar dat zou niet kunnen tot 12 of 1 uur. Ligt aan het humeur van Luca.

PerfectsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu