The outside world

707 23 4
                                    

Prinses Adeya had mijn arm vast tot aan de auto, en keek me met een kleine glimlach aan. 'Jij bent dus een slaaf van de Cartwrights?' Ik knikte licht en keek me nadenkend aan. 'Demi leek je heel erg leuk te vinden, hij plakte praktisch aan je wat ik hem zelden zie doen bij slaven. Wanneer was hij jouw eigenaar, want ik heb je nooit in het paleis gezien.' Ze keek me beoordelend aan, alsof ze aan het kijken was of ik goed genoeg was voor Dimitri of niet. 'Ik heb zijne koninklijke hoogheid Dimitri als eigenaar gehad in de tijd dat hij alleen woonde.' 'Vandaar dat ik je niet herkende. Nou sinds je een Perfect bent en Demi zijn favoriet lijkt te zijn, wil ik je leren kennen.' Ze knipoogde naar me wat me een beetje versteld deed staan. 'Laten we snel gaan Deya, ik heb geen zin om hier te blijven.' Hoorde ik Catherine van achter me zeggen. 'Gaan we met een auto? Waarom gaan we niet met een limo?' Vroeg Catherine. 'Ik heb geen zin om aandacht te trekken in de stad. Je weet hoe die mensen zijn, die zien een limo en willen gelijk onderzoeken wie erin zit.' Mensen? Oh ja we gaan naar een stad... Een stad! Vol met mensen zoals ik! Mijn hart begon sneller te kloppen en ik raakte nerveus.

Het was nu 3 jaar geleden sinds ik normaal in een stad ben geweest. Ik beet op mijn lip en luisterde naar Adeya en Catherine die een discussie hadden over welke auto ze wouden nemen. Uiteindelijk besloten ze op een witte auto die ruim en prachtig was. Als ze niet wouden opvallen dan was dit zeker niet de juiste auto geweest, want hij zag eruit alsof hij een fortuin kostte. Voordat we instapten pakte Adeya me vast en trok me naar haar toe. 'Doe niks doms.' Fluisterde ze bijna nauwelijks hoorbaar in mijn oor. Ze glimlachte daarna alsof ze niks had gezegd en stapte in. Ik nam in de passagiersstoel plaats terwijl zij twee achterin zaten. De chauffeur startte de auto en ik staarde in stilte naar buiten terwijl ik die twee hoorde kakelen over Adeya's liefdesleven. Ik kon niet wachten totdat we in de stad waren, en staarde uit het autoraam naar de lege vlaktes waar we langs reden. Na een lange tijd begon ik meer bomen te zien en reden er veel meer auto's langs. Zonder dat ik het doorhad ging ik rechtop zitten toen ik de stadsnaam zag.

'Héhé, we zijn er eindelijk. Ik was vergeten hoe lang de reis naar de stad duurde.' Hoorde ik Adeya zeggen. We gingen door een tunnel en het was even doodstil. Ik pulkte aan mijn nagels en mijn hart raasde. Licht verblindde me, maar het was het waard. Ik keek met grote ogen toe naar de bombardement aan mensen en auto's. De drukte die hier was, was zo overwelmend. 'Waarom is het hier altijd zo druk, het is net een mierennest.' 'Stop met zeuren Deya. We gaan een leuke dag hebben en wat maakt een zwerm mensen nou uit?' Veel mensen keken in bewondering naar de auto waar we in zaten. Het was veel om in te nemen, maar de twee die achter me zaten leken het niks te vinden. Vooral Adeya was heel erg ongeduldig geworden. 'Laten we uitstappen en zelf lopen naar het winkelcentrum.' Adeya stapte uit voordat Catherine kon reageren, maar Catherine volgde zuchtend. De chauffeur keek me met een geïrriteerde blik aan, alsof ik er iets aan kon doen dat die twee zomaar waren uitgestapt. Ik stapte ook snel uit en het geroezemoes van mensen vulde mijn oren. Ik keek om me heen en zag allemaal mensen staren naar de twee prachtige dames die midden op de weg stonden. Ze liepen snel naar de stoep, en ik ontweek net op tijd een toeterende auto en volgde hun.

'Als je een mens was geweest dan zou ik hebben gezegd dat je ADHD hebt. Je kan voor geen seconde stilzitten en hebt absoluut geen geduld.' Zei Catherine geïrriteerd terwijl ze haar haar goed deed. 'Je weet hoe ik ben Cath. Ik heb geduld voor zaken, maar niet voor reizen die veel te lang duren. Laat me maar stoppen met zeuren voordat je nog bozer op me wordt, en laten we naar het winkelcentrum gaan.' Adeya haakte haar arm in die van Catherine en ze liepen in een snelle pas richting de winkels. Verlangende ogen staarden hun na en sommige leken zelfs te overwegen om naar hun toe te gaan, maar er was iets wat iedereen tegenhield. Dat was de macht die die twee uitstralen. Je hoefde geen genie te zijn om te zien dat als je bij die twee in de buurt kwam je nog lang niet jarig was. Ik liep een meter achter hun en er werd ook veel naar mij gekeken, waarschijnlijk vanwege mijn uniform. Op een gegeven moment kon ik alle ogen niet meer aan en keek ik naar beneden. Gelukkig waren we aangekomen bij het winkelcentrum.

PerfectsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu