Hoofdstuk 7: Een woedende Alpha
P.o.v Gianni
Deze dag, de gebeurtenis van zeventien jaar geleden staat in mijn geheugen gegrift. Onmogelijk om te vergeten, zodat ze me elk jaar weer kunnen kwellen. De pijn van die dag steekt opnieuw in mijn hart! De dag dat ik mijn ouders verloor en als dat niet genoeg is, verloor ik ook nog mijn één jaar oude zusje. Ik verloor 3/5 van mijn familie. Nu blijven alleen Kaitlyn mijn 23jaar oude zus en ik over. Ik vertrok wanneer het nog donker was en er een vers laagje dauw op het gras lag. In wolvengedaante rende ik naar the White Moon Lake. Het is een heel stuk rennen, ik vond het perongeluk 5jaar geleden. Het was er zo mooi dat het mijn verdriet en beetje liet verdwijnen. Het laat me denken aan de herinneringen die ik nog van ze heb. De naam van mijn zusje kan ik me niet herinneren, daarvoor is het al te lang geleden. Ik herinner me wel haar ogen, en de glimlach die ze altijd had wanneer ik bij haar was. Ik en Kait gingen graag met haar wandelen. Die herinneringen zijn het mooist, de zorgeloze dagen wanneer je denkt dat het altijd zo zal blijven.
Aangekomen aan het meer ging ik rustig aan de oever van het meer liggen als mens. Een paar kilometer verder op was er een grote waterval die het water ontrustig maakt. Hier was het water stil, alsof tijd hier niet verder tikt. Dat vond ik er het leukst aan, ik kan doen alsof er hellemaal niets gebeurt is alsof mijn familie nog compleet is. Misschien was dat ook wat ik het meeste haatte hier, want als ik terug naar de roudle ga, word ik pijnlijk uit mijn droom gegooit en val ik in de harde realiteit.
P.o.v Kelly
6:00 in de ochtend. Half wakker sta ik in de trainingzaal. Hellemaal alleen... Gianni is er niet. Wat heel raar is want meestal tikt hij op ze denkbeeldig uurwerk als ik en Jev binnenkomen. Vandaag is Jev naar de stad om het nieuwe album van Black Veil Brides te kopen. Ik zou hem verdedigen tegen Gianni op voorwaarde dat hij ook voor mij een exemplaar zou meenemen. Toen het 9uur werd hield ik het voor bekeken en vertrok naar het pack huis.
Wat later sta ik achter mijn schildersezel met mijn schilderpallet in de ene hand en een verfborstel in de andere. Het landschap was hier wonderschoon: Het was precies of het woud leek te leven. Nooit was het hellemaal stil. Vogels zingen hun ochtendliederen, Eekhoorntjes lopen heen en weer over de takken van de bomen. Soms zie ik zelfs de schaduw van een hert voorbij dartellen. Natuurlijk kan ik die niet zomaar laten gaan en probeer het vast te leggen op het doek. Ik ben niet zo'n goede schilder en ik zou nooit het schilderij zo perfect kunnen maken zoals ik het voor me zie. Maar dat maakt niet uit, ik schilder graag. Het laat me ontsnappen aan de werkelijkheid, alleen ik, mijn verf en de vrije natuur. Ik sta rustig geconcentreerd te schilderen totdat ik een bekende honingzoete stem hoor zeggen "Ziet er goed uit ... en het schilderij ook natuurlijk." Ik draai me om met nogsteed mijn verfgerei in mijn handen en zie Nathan staan. De afgelopen 2 weken hebben we niet veel kunnen praten omdat Gianni me elk uur van de dag liet trainen. "Goeiemorgen" groette ik hem en hij groette beleefd terug. "Doe je dat al lang?.... schilderen bedoel ik." Voegt hij er snel aan toe. "Een tijdje, alleen heb ik niet echt talent." Antwoord ik een beetje verlegen. "Geen talent? 1 ding weet ik: ik zou zoiets wat jij schildert nooit van mijn leven kunnen maken!" Zegt hij met een vastberaden stem. Nathan overdrijft altijd, maar dat is zo leuk aan hem. Ik schud mijn hoofd en ga verder met mijn schilderij. “Is er iets met Gianni gebeurt?” vraag ik ondertussen. “Waarom vraag je dat?” vraagt hij voorzichtig. “Gewoon, hij was deze ochtend niet op de training, en nu ja, hij is de ‘leerkracht’.” Zeg ik met mentale haakjes bij het woord leerkracht. “Hij is waarschijnlijk ergens bij het meer.” “Wat gaat hij in hemelsnaam bij het meer doen?.... wacht welk meer?” verward kijk ik Nathan aan. “Jeweetwel dat meer aan de grens van Red Night (vampieren).” Zegt hij alsof ik het al eeuwen moest weten. “Je weet toch wel dat ik hier pas 2 weken ben en dat ik nog geen map van dit vreemde bos gezien heb.” Nathan kijkt me aan alsof hij er net is achtergekomen dat ijsjes koud zijn en dat Sinterklaas niet echt is. “Sorry!! Soms vergeet ik dingen.” En met die woorden rent hij snel het pack huis in. Enkele seconden later –Het verbaast me steeds hoe snel weerwolven zijn- staat Nathan terug recht voor mijn neus met een kaart in zijn hand in de 10 seconden dat hij weg was heb ik mijn verfgerij op het kleine bijzettafeltje gelegt. “Dit is de kaart van het bos, en dit –hij wees the moon lake aan- is het meer waar Gianni waarschijnlijk is.” Ik keek met ogen zo groot als een pan naar de kaart. Je had ons de weerwolven met naast ons gebied de vampieren. Mentaal bedacht ik me waar Misa haar boomhut zou liggen. Naast de vampieren had je de elfen, en dan de heksenmeesters om te eindigen met de dunedians. “Straks vliegen er vliegen in je mond.” Merkte Nathan tot mijn ergernis op. Snel hou ik mijn mond dicht en kijk hem aan met een ‘wat-een-opmerking-blik’. Nathan haalt zijn schouders op en kijkt me serieus aan “Maak je geen zorgen om Gianni dit doet hij elk jaar.” “Wat gaat hij daar dan doen?” vraag ik verward. Waarom zou een jongen naar een meer gaan, elk jaar weer op exact dezelfde dag. ‘Misschien is er wat gebeurt op deze dag zoveel jaar geleden.’ Dacht ik bij mezelf. Alsof Nathan mijn gedachten kon lezen vertelde hij het verhaal over de familie van Gianni. Kaitlynn zijn 1 jaar oudere zus was op reis wat ondertussen al zo’n 2 jaar duurde.
p.o.v Gianni
Adem rustig in en uit. In … en uit. In …. En uit. Oké Fuck this!! Ik kan dit niet volhouden met een arrogante zak van een vampier voor mijn neus. “Heeft iemand je hondenspeeltje afgepakt? Ben je daarom zo triest?” zegt hij met een neerbuigende stem alsof hij het tegen een kind had die het verschil niet wist tussen een eekhoorn en een eenhoorn. Zonder antwoord te geven geef ik meneer de arrogatie een vuist tegen zijn afschuwelijk lelijke gezicht. Oké ja, hij was niet lelijk. Vampieren zijn nooit lelijk ze zijn misselijkmakend ‘perfect’. Al kan je een gebroken neus … die onmiddellijk terug geneest niet mooi noemen. Met een grijns breek ik zijn neus nog een keer. Het is al dom om op ons gebied te komen maar het is nog dommer om mij woedend te maken en zeker als ik iemand zoek om tot moes te slaan. Natuurlijk ga ik hem niet vermoorden, alleen een beetje slaan tot ik mijn woede terug kan controleren. Het is een beetje zielig voor de kleine bloedzuiger, juist vandaag een weerwolf willen pesten. Geen goed idee, zeker niet als het de Alpha is, en zeker zeker geen goed idee als hij pissed off is! De bloedzuiger was nog jong dat kan je zien aan de manier waarop hij beweegt. Het lijkt alsof hij een danser wilt nadoen; hij PORBEERT om sierlijk te bewegen. Wat niet helemaal lukt waarop nog volgt dat hij een Can’t-touch-this houding heeft, ik zou hem zo kunnen vermoorden. Wat zielig, zo jong en zo’n groot ego vol arrogantie en eigendunk. De jongen leek iets van een 20, met jong bedoel ik niet de menselijke leeftijd, maar de jaren van wanneer hij is veranderd. Ik schat zo’n paar weken, de vampiers moeten hem nog dingen leren zoals ‘kom niet op het gebied van de weerwolven of anders slaan ze je tot moes en zeker als je de Alpha begint uit te schelden.’ De bloedzuiger ligt op de grond zijn Ooo zo knappe gezicht te beschermen terwijl ik met al mijn kracht zijn maaltijd van vers dierenbloed uit zijn maag probeer te slaan.
Een paar seconden later –wanneer ik nogsteeds met alle woede op de vampier zit te schoppen- trekt een paar handen samen met een zeer bekende geur me naar achter zodat de vampier de kans heeft om te vluchten. “Fuck it Kait, nu ontsnapt hij.” Kait laat zich voor mij in het gras vallen met haar lippen die zich langzaam opkrullen naar een grijns. “Als hij een betere vampier word, zal je er nog meer plezier aan hebben om hem in elkaar te slaan.” Was het enige wat ze zei. Met een diepe zucht laat ik me naast haar in het gras vallen. “Fijn je terug te zien, hoe was je reis?” vraag ik even later. “Goed, ik heb veel plaatsen gezien. Maar geen mate.” Vertelt ze met een vleugje teleurstelling in haar stem. Weerwolven spenderen soms hun hele leven opzoek naar hun mate. Sommige vinden die niet en gaan dood met een leegte in hun hart dat nooit gevuld is door een persoon waarvan je nogmeer houdt dan van … je familie of zo heb ik horen zeggen. “Je vind hem wel, waarschijnlijk zoekt hij ook naar jou.” Suste ik haar. “Pfff, daar ben ik niet meer zo zeker van. Ik zoek als een blinde, ik weet niet eens of ik hem al ontmoet heb. Wat voel je als je je mate ziet, hoe voel je dat je je ware liefde gevonden hebt?” Ik draai mijn hoofd zo dat ik de rechter zijkant van haar hoofd zie. “De onwetendheid is misschien het leukste eraan.” Dacht ik luidop na. Ze zuchtte en sprong als een ninja terug op haar voeten. “Maar ik ruik een nieuwe geur, dus stel me voor.”
--------------------------
Hyee, ik hoop dat jullie hebben genoten van het hoofdstuk. Btw voor de mensen dat het nog niet wisten, of die geen internet hebben. Ik heb de kaart getekend van het woud. Het dorp moet nog komen, maar met dat ik nog niet weet wat er allemaal moet zijn en het NU nog niet echt belangrijk is heb ik het zo gelaten. Ik hoop ook dat jullie het een beetje kunnen lezen zo niet laat het weten in de comments en ik zoek een andere manier om het te kunnen laten zien.
Share, Comment, Vote blablabla.
:O en oojaa ik ben ook beetje teleurgesteld ;-; gister was het boekenbeurs in antwerpen \(*-*)/ waar ik met goede vriendin heen ben geweest (ik heb er jongen met attack on titan jas gezien O-O (Attack on titan is anime btw) xD maar ik en mijn vriendin kwamen er dus achter dat onze favo schrijfster genaamd Cassandra Clare de volgende dag komt signeren!!!!! ;-; 1 fucking dag!! tot zover mijn frustraties. haha xD byee
JE LEEST
Nieuw begin
FantasyWie had ooit kunnen denken dat ik afstudeer! Ik heb mijn diploma gehaald en ben aan het nadenken over universiteiten, hoe ik verder mijn leven ga leven. Maar dan, op een dag verandert dat allemaal! Alles in mijn leven heeft opeens een andere draai...