Proloog

418 20 7
                                    


Ik ga je een verhaal vertellen, over een jongen en een meisje. En het begint hier.

Drie roodharige jongens staan middenin een school te duelleren. Twee zijn identiek. Ik denk een tweeling. Die mag je van mij vergeten. Ze zijn niet heel belangrijk.

Maar de derde moet je onthouden. Zijn naam is Percy Weasley.

Zijn hele leven lang is hij vergeten, genegeerd. Het was niemands bedoeling, echt. Alleen was er niemand die de tijd nam naar hem te luisteren, zich te interesseren in wat hij vertelde. Ze waren te druk met hun eigen leven.

Dus voor nu. Denk aan hem. Zoals zijn familie nooit deed.

Hij werkte voor het ministerie, maar er was zoveel chaos dat dat eigenlijk niet meer zo was. Hij moest een nieuwe baan zoeken. Maar voor nu was hij met familie, dus was alles oké.

"Dat was een grap Perc! Ik-" Een van de tweeling roept naar de roodharige jongen. En terwijl hij dat doet ontploft er iets achter hem. Een steenblok komt naar hem toe racen.

Rustig aan, ik ga nog niemand dood laten gaan.

Het word namelijk onderbroken. Door een meisje met diep zwart haar. "PAS OP!" Schreeuwt ze en ze duwt hem weg. De jongen valt tussen de blok stukken, maar is oké. Het meisje daarin tegen is dat niet.

Het meisje word in de fractie van een seconde geraakt door het steenblok.

Gelijk valt ze neer op de grond en begint haar hoofd te bloeden. De drie roodharige jongens staan geschrokken te kijken. De tweeling kijkt hoopvol naar de derde broer.

"Ga, ik los dit op." Roept de jongen, Percy, terwijl hij zich over het meisje buigt. Hij trekt zijn vest uit en duwt het op haar hoofd. Dan tilt hij naar haar op en houd haar in zijn armen. Ze ziet er levenloos uit.

Weetje, bij nader inzien had ik je eerst over het meisje moeten vertellen.

Het meisje is vervloekt.

Ze was ooit, lang geleden, een prinses. En haar ouders, de koning en koningin, hadden vijanden. Een van hun grootste vijanden sprak vlak na haar geboorte een spreuk uit over het enige kind van de koning en koningin.

Ze zal nooit ouder worden dan 20, ze zou op haar 20e dood gaan.

Maar de spreuk ging verkeerd. Het meisje werd inderdaad nooit ouder dan 20. Omdat ze nooit meer ouder zou worden. Ze zou nooit verder opgroeien of dood gaan. Ze zal altijd 20 jaar oud blijven.

Kijk, om het een beetje duidelijker te maken. Toen ze hier aan het vechten was was ze 394 jaar. En natuurlijk zou ze haar leven niet geven voor een van die vreemde roodharige jongens.

Want ze kon niet dood.

Maar op dit punt in mijn verhaal wist de jongen dat niet.

Hij dacht dat dit meisje zojuist haar leven had gegeven voor een van zijn broers. Dus hij wou haar helpen. Hij wou haar redden, ondanks dat hij harder nodig was in het slachtveld.

Hij bracht haar naar een grote zaal, naar een doctor en ging weg.

Met het voornemen haar weer te vinden.

A broken lightbulb ~Percy Weasley~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu