[17] Alexandra Hemsworth

186 16 12
                                    

"Heb je al vaker geschilderd?" Vraag ik hem terwijl we landen in mijn huis. Verdwijnselen voelt bijna als lopen voor mij zo vaak heb ik het gedaan, maar Perc heeft iets meer moeite.

Hij schud zijn hoofd en kijkt om zich heen. Hij schrikt waarschijnlijk aardig. Mijn huis is zachtjes gezegd, enorm. Alleen al de kamer waar we landen past waarschijnlijk zijn hele huis in. En het is alleen maar mijn woonkamer.

"Dit is fenomenaal groot. Hoe oud is het wel niet?" Vraagt hij zachtjes terwijl hij rond loopt. Ik bijt op mijn lip, "Bijna tachtig jaar. Ik heb het gekocht kort na mijn trouwen met Max."

Max was de olifant in de kamer. Percy en ik praten al maanden nu en zijn allang vrienden, maar nooit is Max opgekomen. Ik zorgde ervoor dat hij niet verder kon praten als hij erover begon. Ik zocht een ander minder privé onderwerp.

Het is raar om over Max te praten tegen iemand die hem nooit gekend heeft. Hell, deze jongen was nog niet geboren toen Max allang dood was. Toen Max dood was. Dood. Max is dood.

Hij zal hier nooit meer staan met mij. Hij zal me nooit meer vertellen dat ik niet zo stoer moet doen. Hij zal nooit meer muziek maken.

Dit is niet het moment om een paniekaanval te hebben. Toch voel ik mijn hele lichaam strak spannen. Mijn handen beginnen zachtjes te trillen en mijn hoofd bonkt. Ik zak neer op een stoel.

Percy loopt naar me toe. Zachtjes trekt hij me weer uit te stoel en gaat hij erop zitten. Hij laat mij neerzakken op zijn schoot. "Hoe was hij?" Vraagt hij dan zachtjes. Hij veegt een haar uit mijn gezicht.

"Je hoeft er niet over te vragen, echt." Zeg ik terwijl ik me tegen hem aan laat liggen. Hij pakt mijn hand, "Hij was belangrijk voor jou en hij is een deel van je verleden. Als ik een deel van jou toekomst wil zijn moet ik dat begrijpen."

Zijn stem klinkt alsof hij schreeuwt. Alle geluiden klinken luid. Mijn hoofd rent. Ik probeer toch te glimlachen, "Hij was," Ik verzet mijn hoofd naar alle woorden die ik kan gebruiken voor hem. Muziekzaal. Een Playboy voordat hij mij kende. Een geweldige Tovenaar. De man van mijn dromen. Gewoon geweldige. Dromerig. Grappig. Zorgzaam. Mijn beste vriend vanaf mijn elfde. Impulsief. Een perfecte vader van nooit bestaande kinderen. Een tuinman. Een geweldige gitarist. Vreselijk in bordspellen.

"Levend.

Hij was een bron van leven. Alles wat hij deed, deed hij groot. Het was overweldigend. En dan maakte het niet uit of dat muziek maken voor een zaal met duizenden mensen of simpel weg eten koken. Het was nooit nórmaal bij hem." Zucht ik.

Mijn armen trillen erger en ik kruip dichter naar hem toe. Zijn grip op mij versterkt en even zitten we gewoon zo. Hij plaatst zachtjes een kus op mijn haar, "Hij klinkt geweldig. Ik snap dat je van hem hield. Als je het hier zo wil houden, voor hem, zal ik je niet stoppen."

Ik schud mijn hoofd, "Hij zou dat niet willen. Hij zou willen dat ik verder zou leven. Ik wil het hier anders maken." Fluister ik zachtjes. Hij draait me om en laat onze blikken kruisen. Mijn benen geklemd om de zijne. Mijn hoofd gaat helemaal leeg. Mijn paniek aanval is weggeëbd. Zachtjes leg ik mijn voorhoofd op de zijne.

Zonder iets te zeggen zitten we zo. Dan tilt hij me op. Hij is sterker dan ik had verwacht. Mijn benen zitten geklemd om zijn heupen. Zachtjes tilt hij me naar boven. Hij zoekt een beetje en opent wat deuren.

Op een punt stopt hij en loopt hij een kamer in. Het is een van de logeerkamers. Hij legt me neer op het bed, "Rust uit, het verven komt later wel. Ik slaap beneden op de bank." Zegt hij. En hij loopt weg.

Snel grijp ik zijn hand. Hij draait om. "Blijf. Alsjeblieft." Zeg ik dan. Zijn strakke blik verslapt en hij loopt terug naar het bed. Ik draai naar de andere kant van het bed en ga liggen. Hij gaat op het bed zitten en pakt een boek van het nachtkastje.

Wetend dat hij naast me zit sluit ik rustig mijn ogen. Het brengt me rust te weten dat hij er is als ik weer angstig word. Misschien klinkt het niet zo erg. Maar de manier waarop mijn hoofd rende door de gedachtes. Hoe alle geluiden schreeuwde om aandacht. Hoe mijn handen trillen. Het is simpelweg pijnlijk.

Maar hij stopte het. En nu ben ik rustig. Ik moet slapen. De energie die ik die ochtend had was weg. Ik moest bijslapen. En hij is er hier bij me. Hij bleef de hele dag. En 's avonds was hij er ook nog.

Voordat hij weg kon gaan werd ik wakker. Hij begreep gelijk dat ik hem nodig had en hij bleef. In complete stilte regelde ik een pyjama shirt voor hem en kleden ik me om. Zachtjes viel ik die avond in slaap in zijn armen.

Nooit opnieuw hebben we gepraat over die avond.

A broken lightbulb ~Percy Weasley~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu