Deel 29

81 1 0
                                    

Na een kwartier kwam de ontvoerder terug. 'Hier', zei hij. Hij gooide het deken naar Kyona. Hij zag dat Kyona heel hard aan het huilen was. 'Je bent bijna evenveel aan het huilen als dat er regen valt buiten', lachte hij. 'Waarom denk je?' vroeg ze bot. 'Wat is dat geluid buiten trouwens?' 'Onweer en bliksem. Maar aangezien het hier te koud is, zal ik je naar m'n huis brengen. Voor één keer. Daarna beland je weer in deze kelder', zei hij. Hij droeg haar naar buiten en zette haar op de grond. Hij deed haar in het busje en bracht haar naar z'n huis. 'Hier is het. Loop nu zo snel mogelijk naar de deur.' Kyona liep naar de deur en hij deed het open. Binnen was er een kamer waar er een hardvuur stond. 'Ga maar zitten in die zetel', zei hij. Kyona keek rond, op zoek naar een aanwijzing. Ze zag niks, er hingen een paar schilderijen, er was een sofa en een haardvuur. 'Ga maar zitten in die sofa. Ietsje comfortabeler, maar dit doe ik ook alleen omdat het aan het onweren is en er kans was dat er water in die kelder komt. Morgen ga je weer naar de kelder', zei hij. 'Ik maak nog een warme chocolademelk voor je klaar en daarna ga je slapen, oké?' zei hij bot. 'Oké', antwoordde ze. Ze kreeg het een beetje warmer vanbinnen omdat ze niet meer in die ijskoude kelder zat. Na een kwartier kwam hij binnen met een beker warme chocolademelk en slagroom. 'Hier', zei hij zacht. Ze nam een slok. 'Er zit slagroom op je lip', zei hij. Ze deed het ervan en keek hem aan. Kyona kon alleen z'n ogen zien, hij was helemaal in het zwart. 'Waarom doe je me dit aan?' vroeg ze. 'Ik doe je een kop warme chocolademelk met slagroom, een comfortabele sofa en een warm huis aan?' vroeg hij terwijl hij het haardvuur aanstak. 'Nee, dat ontvoeren. Misschien... zitten er achter zulke mensen zoals jij een hart, alleen kunnen ze het nooit laten zien. Behalve als het onweert. Je hart is bekleed met allemaal zwarte eigenschappen die zo slecht zijn. Maar als je echt slim bent, dan zou je dit niet doen', zei Kyona. 'Meisje, luister', zei hij en ging naast haar zitten. 'Ik ben zwart en zo wil ik zijn. Zoals ik nu ben gekleed en ik sluit je nog zolang ik kan op. Dus heb nu maar geen hoop.' Hij verliet de kamer en deed de deur op slot.

Bij Kyona's vrienden:

'Alsjeblieft', zei Caro terwijl ze Vince een kop warme chocolademelk gaf. Caro nam een slok van haar warme chocolademelk met slagroom. 'Er zit wat op je lip', zei Vince en deed het ervan waarna hij haar kuste. Caro, Vince, Yemi en Camille zaten samen in de zetel met dekens over hun. 'Het is wel gezellig', zei Caro. 'Zeker met jou bij mij', lachte Vince. 'Ik wou dat ik hier ook kon zitten met Kyona', zei Yemi. 'Dat kun je binnenkort en daar zullen wij voor zorgen', zei Camille. 'Iedere aanwijzing kan ons een stap dichter bij Kyona helpen.' 'Ja, wel jammer dat we niet meer kunnen zoeken vandaag. Of aanwijzingen zoeken, omdat het onweert. Gelukkig helpt de politie ons ook', zei Yemi. 'Ik hoop dat ze nu ook met een kopje warme chocolademelk ergens veilig binnen zit.'

#LikeMe op vakantieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu