Deel 35

90 2 0
                                    

Cas rende nog steeds achter hen aan. De vrienden en ook hij waren uitgeput. 'We moeten hem  afleiden', zei Vince uitgeput. 'Ja en hoe?' vroeg Caro. Vince keek achter zich en zag dat de ontvoerder achter hem liep maar hij had door dat ze wel wat voorsprong hadden. 'We verspreiden ons, oké?' 'Dat is volgens mij te gevaarlijk. Samen zijn we sterker', antwoordde Caro. 'Oké, we verspreiden ons voor iets kleins en gaan dan weer samen oké? Luister goed', zei Vince terwijl hij vertraagde. Ze waren niet meer aan het hardlopen, maar eerder aan het joggen. 'Oké, daar is er een boom. Ik leid Cas weer af, ondertussen loopt Caro naar achteren, tot achter die boomstam daar. Jij gaat daar gaan liggen en zorg dat Cas jou niet kan zien. Camille en Yemi lopen nog door, zodat hij denkt dat we nog steeds aan het vluchten zijn, wat we eigenlijk aan het doen zijn, maar we rennen niet meer. Ik zal ervoor zorgen dat Cas ons even niet kan zien. Ondertussen lopen Yemi en Camille ook naar de boomstam bij Caro en ik zal er dan bijkomen. 'Goed?' vroeg hij. 'Goed', antwoordden de anderen in koor. Caro, Yemi en Camille liepen nog snel even verder. Vince liep nog even naar Cas. 'Dag vriend', zei Vince. Vince kwam tot stilstand en ook Cas stond stil. 'Dag vriend',  lachte Cas. 'Weet je wat? Laten we zakenpartners worden', zei Vince. 'Dat is een zeer goed idee', zei Cas. 'Wacht hoor, ik zal even een bandje halen om je welkom te heten, dat doe ik voor ieder lid in de club.' Cas deed zijn rugzak van z'n rug en haalde een touw uit. 'Het is eigenlijk een touw, maar ik kan er een stukje van knippen en het voor je om je pols doen', zei hij. 'Sorry van daarnet. Ik deed alsof ik een goede persoon ben, maar eigenlijk ben ik dat helemaal niet. Ik heb ook slecht bloed', zei Vince. Ze keken elkaar ijzig aan. 'Goed dan', zei Cas en hij bracht het touw dichter naar Vince toe. Vince graaide zo snel hij kan het touw uit Cas z'n handen en pakte Cas z'n armen. Hij had ze stevig genoeg vast, want de slechterik kon zich niet verdedigen. Hij duwde hem tegen een boom aan en hield hem nog steeds tegen zodat hij niet kon weglopen. 'Nu ga je te ver!' riep Cas. Vince had Cas vastgebonden aan de boom.

'Verdiende loon zeker?' zei Vince. Ondertussen keek Vince nog in Cas z'n rugzak en hij zag dat Cas nog een blinddoek in z'n rugzak had. 'Perfect', dacht Vince. Vince zag in de rugzak ook nog een plannetje waar op stond waar Kyona was. Het was een kaart die al een beetje verkreukeld was. Hij was super blij dat hij dit vond en propte het snel in zijn zakken. Cas staarde zwijgend naar hem, hij dacht dat hij zichzelf niet meer kon redden. 'Het zal me toch lukken! Niks is te moeilijk voor mij en ik krijg altijd mijn zin! Ze zullen boeten!' dacht Cas. Vince deed de blinddoek om Cas z'n gezicht en daarna liep Vince zo snel mogelijk weg.

'Ik heb hem kunnen vastbinden aan de boom en ik heb hem een blinddoek omgedaan', lachte Vince. Ze lagen allemaal naast een boomstam. Hij deed een high-five met z'n vrienden. 'Het beste nog', juichte hij. Hij haalde een verkreukeld papiertje uit zijn broekzak. 'Ik heb het plannetje gevonden waar op staat waar Kyona is.' 'OMG! We moeten haar zo snel mogelijk bevrijden!' zei Yemi. 'Wat zullen we nu doen? Haar zoeken?' vroeg Camille, nog steeds buiten adem. Ieder hart klopte zo snel als een achtbaan. 'We moeten haar gaan bevrijden en...' Camille onderbrak Caro. 'Ik zal de politie bellen', zei ze en iedereen knikte. Ze belde zo snel ze kon en iedereen kon nog juist zien of Cas nog steeds aan de boom was vastgebonden. 'Goed, de politie komt zo snel mogelijk ter plaatse', zei Camille. 'Wat doen we met Cas? Ik heb geen medelijden, maar we kunnen hem daar niet voor eeuwig vastbinden', zei Caro. 'Dat bevrijden doen we als de politie er is', antwoordde Vince. Iedereen liep zo snel mogelijk uit het bos.

'HELP!' riep Cas. 'HELP! Ik werd gepakt door vijf snotneuzen en ik ben slachtoffer! Alstublieft! Help me!' Twee wandelaars kwamen naar Cas toe. 'Euh... werd u vastgebonden?' vroeg de vrouw. 'Ja, help me alstublieft!' riep hij. 'Oké, we helpen u zo snel we kunnen!' Ze maakten Cas los. 'Bedankt meneer en mevrouw!' zei hij. 'Ik moet nu snel achter de snotneuzen rennen! Doei!' riep hij nog en hij liep al weg.

Hij vond de vrienden niet meer terug. Cas was bang dat ze Kyona gingen bevrijden. 'Ze is nog zoveel verder van hier, dat kan niet zo snel...' Cas was aan het einde van het bos. Hij zag twee mannen bij een auto. 'Oké', dacht hij. Hij liep naar de twee mannen toe. Een stond bij de auto, de andere zat voor het stuur. Cas liep naar hen toe. 'Mag ik zo snel mogelijk een lift?' vroeg hij snel. 'Euh... oké dan. Naar waar?' Cas legde de weg uit en stapte in. 'Eigenlijk is dat geen probleem, we moesten toch ergens in de buurt zijn! Want dichtbij is er de stad waar we moeten zijn!' zei de stoere man. De twee mannen zagen er nogal stoer uit en Cas besloot het slachtoffer telkens te blijven uit hangen.




#LikeMe op vakantieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu