Hoofdstuk 10
Ik lig nog steeds in mijn bed, het is al laat in de ochtend, maar ik besluit een luie dag te hebben. Ik draai me nog eens om, Janice slaapt nog steeds. Het verbaast me niet, erg veel geslapen hebben we de afgelopen twee maanden niet. Ik grinnik en druk een kus op haar voorhoofd. Mijn maag rommelt, het wordt eens tijd voor ontbijt. Ik stap het bed uit en rek me eens flink uit, mijn rug kraakt. Ik knak mijn vingers, mijn nek, mijn knieën. Ik ben er weer klaar voor denk ik zuchtend, dan hoor ik mijn enkels kraken als ik de trap afloop. Oké, nu ben ik klaar. De vloer is ijskoud en ik huiver, op de terugweg neem ik wel wat hout mee. Ik pak mijn ochtendjas uit de badkamer, en loop richting de keuken om aan een ontbijtje te beginnen. Ik besluit terwijl het brood bakt, een houtstronk fijn te hakken voor de openhaard boven. Buiten is het nog frisser, het dauw staat nog op het gras, en de lucht is grauwwit. Ik doe gauw wat aan mijn voeten. Dan loop ik naar het afdakje en hak de stronk fijn. Dan bedenk ik mij dat de mand voor het hout natuurlijk nog in de slaapkamer ligt. Ik loop terug naar de toren, onderaan de trap hoor ik een onsmakelijk geluid. Janice, schiet er door mij heen en ik sprint de trap op richting het geluid. Daar zit Janice knielend voor het toilet, haar lichaam trilt, ze probeert de rotzooi van de wc te laten verdwijnen. Ik leg mijn hand op haar schouder. 'I'll take care of it.' Ik pak een doek en veeg haar gezicht schoon, dan til ik haar op en breng haar weer naar de toren.
'Hier heb je een bak voor als je weer moet overgeven.' Ze knikt dankbaar en ik plant een kus op haar voorhoofd. 'Ik ben zo terug.' Ik pak de lege mand naast de openhaard en ren de trap af. Snel haal ik het brood uit de oven wat ik bijna vergeten was, het is precies goed. Ik laat het afkoelen en ondertussen loop ik terug naar mijn gehakte hout, wat ik in de mand gooi. Ik loop weer naar de toren met het hout en zet de mand weer terug op zijn plaats. Janice zit op het bed en staart naar de grond, ze ziet bleek. Ik kom naast haar zitten en sla mijn arm om haar heen. 'Gaat het wel?' Ze knikt, ik sta op. 'Ik ga even je ontbijt halen.' Ze knikt weer, wat is ze stil vandaag.
Zo snel mogelijk loop ik weer de trap op, dit keer met een dienblad in mijn handen. Als ik boven ben staat Janice in de spiegel naar zichzelf te kijken. Ik zet het dienblad op het bed en kuch. Verschrikt kijkt ze om, ontspant, en bijt nerveus op haar lip. 'Clark...' Het komt er aarzelend uit, ik pak haar handen, ze trillen van spanning. 'Wat is er Love?' Haar wangen worden rood en ze laat mijn handen los, ze glijden naar haar buik. 'Ik denk dat ik zwanger ben.' Ze durft mij niet aan te kijken dus til ik haar kin op. 'Weet je het zeker?' Ze bijt weer op haar lip. 'Ik ben al twee maanden niet ongesteld geworden, ik ben constant misselijk, mijn borsten doen pijn en kijk...' Ze tilt haar japon omhoog en ik zie een kleine ronde vorming op haar normaal platte buik. Mijn hart springt bijna uit mijn borstkas zo blij voel ik mij nu. 'Janice, dat is geweldig.' Ik sta er verbluft bij, ik ga achter Janice staan en bekijk ons in de spiegel. Mijn hand glijd naar haar buik en ik streel haar zachtjes. Dit is het perfecte plaatje. Ik ben sprakeloos en gelukzalig op dit moment.
Ik til Janice op en kus haar gepassioneerd. We lachen, het interesseert me niet waar ze vandaan komt, het enige waar het om draait nu, is dat Janice bij mij is. Alles is perfect zoals het is. Na het ontbijt besluiten we een wandeling te maken, het is koud buiten maar de zon schijnt. Het blijft ook niet eeuwig zomer bedenk ik me, het wordt tijd om voedsel in te slaan nu het er nog is. We lopen de deur uit, en ik sla mijn arm stevig om Janice' middel heen. We wandelen een stuk door de bossen, als ik een enorm kabaal hoor. Janice kijkt me angstig aan. Ik glimlach 'De indianen zijn terug.' Janice fronst, opent haar mond om iets te zeggen maar sluit hem dan wijselijk. In de verte zie ik rookpluimen boven de bomen. 'laten we wat oude vrienden gaan opzoeken.' Ik ben verheugd om de stam te zien, die elke winter hier hun winterkamp plaatst.
Ik hoor de verheugde stemmen al zodra we het kamp binnenkomen. 'Opperhoofd Rood Haar is terug!' Het wordt geschreeuwd door het kamp, en al gauw komt het stamhoofd, Grote Beer, naar ons toegelopen. In het gebrekkige Engels dat hij spreekt verwelkomt hij ons. 'Welcome back, my old friend. Wie is de prachtige jonge dame naast je zijde Opperhoofd Rood Haar?' Ik glimlach, en trek Janice nog steviger tegen me aan. 'Dit hier, is Janice, moeder van mijn eerstegeborene, die nog moet komen.' Janice bloost, en het opperhoofd knikt goedkeurend. We praten wat en maken afspraken voor een voedselruil voor deze winter. De middag wordt afgesloten door een groots feest, om mijn terugkeer te vieren.
Janice wordt omringd door de vrouwen van de stam. Één voor één willen ze aan haar buik voelen, en in ruil daarvoor krijgt ze geschenken. Ze probeert zelfs de taal van de stam te leren, ik ben zo trots op haar. Grote Beer stoot me aan, 'Zijn jullie al getrouwd?' Daar had ik totaal niet aan gedacht, was het iets wat ik wilde, Janice als mijn vrouw. Waarschijnlijk wel, ik kan me geen leven zonder haar voorstellen, ik wil dat zij de moeder wordt van al mijn kinderen. Ik schud mijn hoofd van nee. 'Ik zou het wel willen, maar ik kan niet terug naar Saint Louis, mijn broer zal me gelijk weten te vinden.' Grote Beer knikt begrijpend, hij is de enige die weet wat voor monster ik ben, besides Jon.
'We kunnen hier een huwelijk voltrekken, als je dat zou willen.' Ik denk diep na, het zou de beste oplossing zijn, mocht er ooit iets met me gebeuren, dan hadden Janice en het kind een toekomst. Zou Janice dit wel willen? 'Ik vraag me af of Janice het zou willen.' Ik kijk de oude man aan, zijn lange haar is grijs en zijn gezicht staat vol met rimpels. Het opperhoofd kijkt naar Janice, die gehurkt zit bij een klein meisje, haar helpend met het maken van een pop. 'Ik denk dat ze niks lievers zou willen, Opperhoofd Rood Haar.' Ik knik. 'Ik zal het aan haar vragen as we weer thuis zijn, wat krijg je van me terug Grote Beer?' Nu is het de beurt van het opperhoofd om diep na te denken. 'Je belofte om goed voor haar te zorgen, dat wil ik van je.' De man kijkt me indringend aan, en ik steek mijn hand uit. 'Je hebt mijn erewoord.' En daarmee schudden we de hand, om vervolgens naar huis te gaan, het is al aan het schemeren in het bos.
JE LEEST
Amelia (Voltooid)
Historical FictionJanice, is een meisje dat erg op zichzelf is, alles in haar leven gaat prima totdat haar moeder overlijd aan kanker, een zware slopende ziekte. Ze verhuist naar een ander continent, en voelt zich eenzaam en alleen. Losgesneden van wat ooit haar thui...