Hoofdstuk 20

226 20 7
                                    

De woorden verlaten Andreas' lippen alsof het niets is, maar bij komen ze aan als een mokerslag.

'W-wat?' breng ik uit. 'Hoe bedoel je, "onze" ouders?'

Andreas kijkt me grijnzend aan, nu hij weet dat hij me compleet in de war heeft gemaakt.

'Weet je het nog niet, liefste Rosalie?' sneert Andreas. 'We zijn familie. Broer en zus om precies te zijn.'

'Nee...' zeg ik, en mijn stem lijkt van ver weg te komen.

'Jawel,' zegt Andreas met een misselijkmakende grijns op zijn gezicht. 'Jij was nog klein, zo klein dat je je er niks van kunt herinneren. Ik was het huis al uit op jonge leeftijd. Onze ouders zaten me verschrikkelijk dwars, en ik kon niet anders dan ze vermoorden.'

Er verschijnt een schittering in Andreas' ogen, en hij begint maniakaal te lachen. Ik voel een afschuwelijke haat voor hem opborrelen, en ik wil niets liever dan hem aan te vallen.

'Je hebt je bloedeigen ouders vermoord!' schreeuw ik met tranen in mijn ogen.

'Dat klopt,' grijnst Andreas. 'En als jij toen niet bij oma was, had ik jou ook vermoord.'

Vol walging kijk ik hem aan.

'Waarom?' vraag ik. 'Hoe kun je je eigen ouders vermoorden?'

Andreas gromt even. De woede in zijn ogen is weer terug.

'Jij was vroeger altijd het lievelingetje,' zegt hij. 'Jij was lief, geweldig, je werd door iedereen voorgetrokken. En ik? Ik was die enge, gewelddadige jongeman. Soms was ik zelf niemand. Weet je hoe dat voelt, Rosalie? Ik voelde zo'n ongelovelijke haat voor je, en voor onze ouders.'

Ik hap naar adem.

'Waarom accepteerde je dat ik bij je wou werken?' vraag ik.

'Eerlijk?' zegt Andreas. 'Om je te vermoorden.'

Zijn ogen vlammen op van woede, en hij drukt een mes tegen mijn keel.

'Eindelijk is het moment daar,' fluistert Andreas. 'Ik heb zo lang gewacht totdat ik je eindelijk kon zien, pijn kon doen... Ik kan nu eindelijk mijn wraak op je uiten, en reken maar dat het pijnlijk gaat worden. Ik ga er voor zorgen dat je een lange en uiterst pijnlijke dood sterft.'

Mijn ogen vergroten zich van angst en ik probeer naar achter te deinzen, maar Andreas is te sterk en hij gooit me op de grond. Een pijnscheut schiet door mijn rug. Voordat ik overeind kan komen is Andreas al op me komen zitten. Hij zet het mes op mijn arm. Ik voel het koude lemmet en ik voel de paniek overal in mijn lichaam.

'Nee!' gil ik. 'Nee!'

Mijn schreeuw gaat over in een afschuwelijke gil als Andreas een lange, diepe snee maakt. Felle pijn verblind me en ik kan alleen maar gillen.

'Je bent zo zwak,' fluistert Andreas, en ik hoor hem duidelijk genieten. 'Nu er niemand is om je te beschermen, ben je niks en kun je niks.'

'Nee!' gil alweer. 'Blijf van me af!'

Ik ruk mijn arm los en stomp Andreas in zijn gezicht. Bloedspetters vliegen in mijn gezicht, maar ik voel het niet. Het enigste wat ik voel is haat en die vreselijke pijn. Andreas laat me even los, en daar maak ik gebruik van. Ik spring overeind. Even draait alles om me heen, en ik zie alleen Andreas die op me af komt rennen. Langzaam word mijn beeld weer scherp, en ik zie dat Andreas zijn mes heft. Ik sla het uit zijn hand, en duik er achteraan. Ik pak het lemmet stevig vast. Ik draai me op mijn rug, en Andreas valt met zijn volle gewicht op me. Ik moet moeite doen om het niet uit te schreeuwen van pijn. Ik schop wild om me heen. Andreas valt van me af en ik ga op hem zitten. Ik hef het mes en wil verblind van haat toeslaan op Andreas. Dan hoor ik geschreeuw. Voor ik iets kan doen wordt ik vastgepakt en van Andreas af getrokken. Ik schreeuw het uit van woede. Het mes wordt uit mijn handen geslagen en Andreas vangt het moeiteloos op.

'Laat me los!' gil ik, en ik trap wild om me heen.

Er grinnikt iemand in mijn oor en ik krijg een knietje in mijn rug. Ik klap voorover van de pijn. Andreas komt langzaam op me af gelopen en hij kijkt me aan.

'Je verdedigt je goed voor een zwak meisje,' zegt hij grijnzend.

Ik kijk hem woedend aan en spuug in zijn gezicht. Andreas geeft geen kik en veegt langzaam het spuug van zijn gezicht.

'Als je het zo wilt spelen, oké...' zegt Andreas zacht en langzaam.

Hij haalt uit en schopt me in mijn maag. Ik klap weer voorover van de pijn. Ik voel me machteloos. Ik ben gevangen, en ik kan alleen nog maar wachten op de dood. Ik hef mijn hoofd en kijk Andreas aan. Als ik dan dood ga, wil ik niet smekend aan de voeten van Andreas liggen of hij me wilt sparen. Andreas legt zijn mes op mijn wang, en ik voel mijn eigen bloed tegen mijn wang plakken. Ik kijk Andreas strak aan. Hij glijdt met het mes langs mijn kin, en ik moet moeite doen om het niet uit te schreeuwen van pijn. Ik voel bloed langs mijn keel omlaag glijden. Andreas kijkt me grijnzend aan.

'Weet je hoe erg ik hier van geniet?' fluistert hij.

Het mes glijdt naar boven, en hij maakt een lange snee in mijn wang. Pijn snijdt door heel mijn lichaam. Ik ben ondertussen kletsnat van het bloed, maar ik geef nog steeds geen kik. Plots hoor ik iemand hard schreeuwen, en die stem ken ik uit duizenden.

---------------------------------------

Wie is de stem?
Het eind van het boek zit er bijna aan te komen, nu al:(
Ik denk dat er nog maximaal 10 hoofdstukken komen...
Vote/comment/follow?
X

Vlucht vol vragenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu