Hoofdstuk 23

263 16 3
                                    

Ik draai me om en loop mijn kamer in, met mijn gedachten ver weg. Bedachtzaam trek ik mijn kleren uit en stap de douche in. Koude waterstralen kletteren op mijn huid en maken me wakker. Als ik na een aantal minuten de douche uitstap, hoor ik gebons op de deur.

'Wacht even!' roep ik gehaast.

Ik schiet in mijn kleren en loop naar de deur. Ik open hem en sta oog in oog met Brian.

'Rosalie!' roept hij paniekerig. 'Jayden is weg! Hij is gebeld door Andreas en die heeft gezegd dat hij iemand van ons team heeft ontvoerd en dreigde dat hij hem zou vermoorden.'

Het voelt alsof er een baksteen in mijn maag ploft. Mijn stem lijkt van heel ver te komen als ik spreek.

'Nee...' breng ik verbijsterd uit. 'Dat kan niet, dat mag niet...'

Ik zie mijn eigen verdriet en verbijstering weerspiegeld in Brian's ogen als ik hem aankijk, en ik besef dat hij de waarheid spreekt.

'Weet je waar hij heen is?' vraag ik zacht.

Brian knikt langzaam.

'Dan gaan we achter hem aan!' roep ik uit.

Ik voel angst in mijn maag opborrelen als ik besef dat ik Andreas opnieuw ga zien. Ik druk het weg. Er is geen tijd voor angst. Brian knikt opnieuw en pakt me bij mijn hand. Hij trekt me mee naar buiten en duwt me in een auto. Hij gaat naast me zitten drukt op het gaspedaal. Ik klik mijn riem om en staar gespannen naar de weg, bang voor wat er komen gaat. Na een tijdje rijden gaat de weg geleidelijk omhoog. De weg wordt steeds steiler en ik besef met een hol gevoel in mijn maag dat we een berg op gaan. Na een tijdje stopt Brian met rijden.

'Het is te gevaarlijk om door te rijden,' zegt hij, en hij stapt uit de auto.

Ik klik mijn riem los en stap ook uit de auto. Ik gooi het portier achter me dicht en kijk om me heen. De harde wind raast door mijn haren en laat me even wankelen.

'Pas op,' waarschuwt Brian. 'Je wilt hier niet naar beneden vallen.'

Ik kijk naar beneden en huiver. Heel ver beneden kronkelt een klein stroompje, bijna niet te zien door de hoogte van de berg.

'Laten we weer verder gaan,' zegt Brian, behoedzaam om zich heen kijkend.

Ik knik en wend mijn blik van de diepte af. Brian steekt zijn hand in zijn riem en haalt er een revolver uit. We lopen een tijdje naast elkaar, zwijgend, en het enige wat we horen is het razen van de genadeloze wind.

'Rosalie!' stoot Brian uit, en ik kijk geschrokken om.

Zijn ogen staren naar een plek in de verte. Ik volg zijn blik, en het voelt alsof ik een stomp in mijn maag krijg. Jayden staat aan de rand van het ravijn, met een pistool van Andreas tegen zijn hoofd gedrukt. Voor ik mezelf kan tegenhouden, schreeuw ik het al uit.

'Jayden!'

Mijn stem slaat over van angst en ik dwing mijn benen om naar Jayden en Andreas te rennen. Andreas kijkt verward op, en daar maakt Jayden gebruik van. Hij bukt onder Andreas' arm door en schopt Andreas weg. Met een ijselijke schreeuw stort Andreas het ravijn in, maar wat ik niet zie is dat hij zich nog net aan de rand weet vast te houden. Ik sta aan de grond vast genageld, niet in staat om te bewegen. Jayden rent naar me toe, en ik stort me in zijn armen.

'Hoe kon je zo dom zijn om Andreas te geloven!' roep ik schril uit.

Tranen van schrik en opluchting stromen over mijn wangen.

'Het spijt me, het spijt me,' fluistert Jayden, en bij hem rolt ook een traan over zijn wang.

'Heel leuk dit allemaal,' sneert een stem. 'Maar er gaat toch een eind aan komen.'

Er gaat een schok door mijn lichaam, en ik verstijf. Jayden haalt zijn armen van me af, en ik draai me langzaam om. Voor me staat Andreas, hijgend van de inspanning, van top tot teen vuil, maar met de onmiskenbare woede in zijn ogen. Hij lacht maniakaal, wetend dat ik in de val zit. Hij richt zijn pistool op me, maar ik zit gevangen in zijn woedende ogen, die me in zijn greep houden.

'Zou dit het eind zijn, Rosalie?' fluistert Andreas. 'Zou dit het eind zijn van alle ellende, alle angst, en het belangrijkst: zou dit het eind zijn van jou?'

Ik hoor een woedende kreet, en er stort zich iemand boven op Andreas. Het is Brian.

'Nee!' schreeuwen Jayden en ik tegelijkertijd.

'Je gaat niet nog meer mensen vermoorden, zielig stuk verdriet!' brult Brian, en hij drukt zijn revolver tegen Andreas' keel. 'Niet nadat je onze ouders hebt vermoord, en die van Rosalie en jou!'

Naast me voel ik Jayden verstijven, net zoals ik.

'Je hebt... Wat?' stottert Jayden, compleet verbijsterd.

'Andreas heeft onze ouders vermoord, Jayden!' schreeuwt Brian woedend.

Ondanks zijn woede rolt er een traan over zijn wang.

'Al zó lang heb ik me moeten bedwingen,' fluistert Brian met trillende stem. 'Al die jaren dat ik bij je werkte en ik zo'n verschrikkelijke haat voor je voelde... Je was niet de enige die wraak wou, Andreas. En nu... Nu ga ik je vermoorden.'

Andreas lijkt totaal niet bang. Kalmpjes kijkt hij Brian aan. Brian hijgt van woede en drukt het pistool steviger tegen Andreas' keel. Andreas' ogen glijden langzaam naar boven, naar mij. Ik kijk in zijn verbazingwekkende rustige ogen, en voel een verschrikkelijke haat opbloeien. Deze man verdient het meer dan iemand anders om te sterven.

---------------------------------------

Neeeee dit is al een van de laatste hoofdstukken:(
Ik heb alweer een nieuw idee voor een verhaal, de categorie is mysterie/thriller dat gaat moeilijker worden dan actie haha:)
Vote/comment/follow?
X

Vlucht vol vragenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu