Hoofdstuk 26

201 14 3
                                    

Door een stekende pijn in mijn been word ik badend in het zweet wakker. Ik schiet overeind. Ik lig in een kamer die me heel bekend voor komt. De deur gaat krakend open, en mijn ogen schieten naar de deur. In de deuropening staat Brian. Ik kijk in zijn ogen, en schrik van de uitdrukking die erin staat. Twee doffe ogen, zonder ook maar één spoortje levenslust.
'Brian!' zeg ik.
Brian kijkt op, en nu zie ik dat er ook tranen in zijn ogen staan.
'Je bent wakker...' fluistert hij zacht.
Er breekt een klein glimlachje door op zijn gezicht. Brian loopt naar me toe en gaat naast me op mijn bed zitten. Zijn gezicht is vertrokken.
'Ik moet je iets vertellen,' zegt Brian.
Zijn stem is verstikt door de tranen en hij lijkt moeite te hebben met praten.
'Jayden ligt in coma, en het is maar de vraag of hij wakker wordt.'
Het voelt als een klap in mijn buik, en ik hap naar adem. Tranen vormen zich in mijn ogen. Ik kan alleen maar denken aan een dode Jayden, die stil en koud in zijn bed ligt. Het is onverdragelijk.
'Kan ik hem zien?' fluister ik.
Brian knikt triest.
'Kom maar,' zegt hij.
Hij loopt naar me toe en haalt me voorzichtig uit bed. Met een van pijn vertrokken gezicht sta ik op, zwaar steunend op Brian. Bij elke stap die ik zet, voel ik een stekende pijn door mijn hele lichaam trekken. Ijskoude, verlammende pijn. Langzaam lopen we de kamer uit. Brian opent een deur, en er waait een muffe geur me tegemoet. Ik negeer het, en loop sneller dat ik eigenlijk kan de kamer in. In het midden van de kamer staat een bed, met de vormen van een mens erin. Moeizaam ga ik op de rand van het bed zitten. Ik kijk naar Jayden. Zweetdruppeltjes parelen op zijn voorhoofd, en zijn ademhaling is onregelmatig en wild. Er borrelt een snik op in mijn keel.
'Jayden...' fluister ik.
Een koude traan rolt over mijn wang en spat uiteen op het dekbed. Ik sla mijn handen voor mijn gezicht. Ik kan het niet meer. Zelfs nu Andreas dood is, is het hem gelukt om iets van me af te pakken. Hij heeft Jayden van me afgepakt. Ik buig me voorover en druk mijn lippen op Jayden's voorhoofd. Zijn voorhoofd voelt ijskoud aan. Ik sluit mijn ogen. Mijn fysieke pijn lijkt haast te verdwijnen vergeleken met wat ik vanbinnen voel. Hevige steken van verdriet vloeien door mijn lichaam, nemen langzaam bezit van me. Mijn hart bonst verwoed, herinnert me aan de liefde die ik voel, die nu is weggeschoven voor verdriet. Ik voel me ziek, ziek van verdriet.
'Brian...' breng ik snikkend uit.
Ik voel twee sterke armen zich om me heen sluiten, en ik word opgetild. Zonder iets te zeggen tilt hij me de kamer uit en legt me in mijn eigen bed. Brian gaat weg, en hij laat me alleen met de onverdraagbare pijn, waarvan ik weet dat hij die ook heeft.

-

Ik open mijn ogen, en staar naar het onnatuurlijk witte plafond. Ik heb nergens meer zin in. Geen zin om op te staan, te lopen, verder te gaan met leven. Ik wil alleen maar in bed liggen en wachten totdat het leven uit me vloeit. Jayden ligt nog steeds in coma. Ik mis alles aan hem. Zijn stemgeluid, zijn lach, zijn ogen, zijn aanwezigheid. Sinds Jayden in coma ligt, lijkt het alsof hij mijn levenslust weg heeft genomen. Ik kan alleen nog maar dof naar het plafond staren, niet in staat om te praten of bewegen. Een hele tijd later gaat de krakend open. Ik neem niet de moeite om op te kijken, totdat ik twee warme armen om me heen voel.
'Oh, Rosalie,' hoor ik een gesmoorde stem zeggen.
Ik kijk recht in een breed glimlachend, verouderd gezicht.
'Oma!' breng ik schor uit.
Nu ik haar weer zie, voel ik hoe erg ik haar heb gemist. Mijn oma trekt me in een stevige omhelzing, en ik druk mijn neus in haar vest. Haar vertrouwde geur dringt mijn neusgaten binnen.
'Liefje toch,' fluistert oma. 'Je hebt het zo zwaar gehad. Andreas is dood. Alles is voorbij nu.'
Er trekt een trilling door oma's stem als ze Andreas' naam uitspreekt.
'Oma?' vraag ik. 'Wist jij al die tijd dat Andreas mijn broer was?'
Ik voel dat oma langzaam knikt.
'Ja,' zegt ze. 'Ik durfde je het niet te vertellen. Ik wou je niet confronteren met het idee dat je eigen broer een moordenaar was. Veel te laat besefte ik pas dat dat een domme beslissing was. Ik heb je zo diep in de problemen gebracht doordat ik het je niet vertelde. Moet je jezelf eens zien.'
Er rolt een dikke traan over de gerimpelde wang van oma. Ik voel een raar, kil gevoel in mijn buik, een gevoel dat ik al lang niet meer heb gevoeld. Ik breng mijn hand moeizaam naar oma's wang en veeg de traan weg.
'Voel je niet schuldig, oma,' zeg ik. 'Wat gebeurd is, is gebeurd. Ik kan het niet meer terug draaien, of ik dat nu wil of niet. En als het niet was gebeurd, had ik Jayden nu niet ontmoet.'
Als ik aan Jayden denk, voel ik het onmiskenbare verdriet door me heen vloeien. Ik verman me, en kijk naar oma. Oma glimlacht.
'Kijk nou eens naar je jezelf,' zegt ze trots. 'Je bent volwassen geworden.'

---------------------------------------

Neeeee Jayden ligt in coma:(
*cries her eyes out*
Dit is echt een van de laatste hoofdstukken:(

Vlucht vol vragenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu