Silvado hoofdstuk 5

301 25 20
                                    

- ' Soms moet je geloven in wonderen. Ze kunnen ineens opduiken , op momenten waarbij je het niet verwacht. -'

Bradd

Verward knipperde ik met me ogen en keek om mij heen. Het eerste wat mij meteen opviel was dat Aphril niet meer in de schuilkelder te bekennen was. Verdomme!! Ze moest naar buiten zijn gegaan, hopelijk niet om dat beest van haar te zoeken. Een hoorbare zucht galmde door de stenen muren van de schuilkuilder , vervolgd door een harde dreun op de harde grijze muren. Waarom kon ze voor een keer niet gewoon gehoorzamen en veilig in de ruimte blijven. Natuurlijk, ze dacht dat het veilig was buiten omdat ze niks meer hoorde. Mij had haalde ik wanhopig door Mn haren heen en staarde even voor mij uit. Hopelijk deed ze op dit moment geen domme dingen waardoor ze zichzelf in gevaar kon brengen. Soms kon ze een eigenwijs type zijn , maar ik had nu niet de tijd om daarover te zitten nadenken, ik moest haar nu gaan zoeken. Voorzichtig duwde ik de deuren van de kelder omhoog en gluurde door een minimale opening van een spleet naar buiten. Buiten hing er een bepaalde rust, een stilte. Mij ogen gleden omhoog naar de donkere wolken die nog altijd om elkaar heen circelde, maar enkele seconden het natuurgeweld even stil leek te leggen. Mij pas versnelde ik naar buiten , en zag wat voor een ravage de tornado al had veroorzaakt. Snel liep ik door al het puin heen wat het erf had bezaaid besmeurd onder modder. Overal lagen planken, balken , vaten en allerlei andere voorwerpen. Ik slikte omdat ik diep van binnen niet had verwacht dat hij ons zou treffen dit keer. Onze bezittingen zou vernielen en een spoor van vernieling achter zich zou laten.
" Aphril!!! , Aphril waar zit je ?! Schreeuwde ik over het erf heen. Helaas kreeg ik geen antwoord in eerste instantie. Zacht vloekte ik mijzelf van binnen en trapte tegen een brok hout aan. Ondertussen rende ik verder , en kwam langs een grote berg puin wat ooit het stallenblok was. Het was volledig in de as gelegd, en buiten dat was het enige wat je er nog uit kon halen een paar houten planken en ijzeren stangen. Het zou veel tijd in beslag nemen als we het allemaal opnieuw zouden gaan herbouwen. Maar we waren er nog niet , buiten dat zaten we nu in het oog van de storm , en het kon ieder moment weer gaan aanwakkeren. Al snel zag ik dakpannen verspreid liggen op de grond voor de veranda van Duke. Er ging een schokkerig gevoel door mij lichaam heen toen ik zag dat de helft van het huis van Duke ingestort was. Mij hart begon sneller te slaan toen ik Aphril in mij vizier had gekregen , heen gebukt over iets. Zo snel als ik kon haastte ik mij naar haar toe. ' Aphril , verdomme ben je soms gek geworden!? Riep ik bezorgd terwijl ik al snel zag dat zij niks mankeerde , maar mij bezorgdheid leek te negeren. Ze keek me met haar groene ogen aan , en keek daarna weer naar Stann die lag te kreunen van de pijn. Hij zat onder de schaafwonden , en onder het stof.
' Aphril , pak voorzichtig met je handen de onderkant van zijn hoofd beet , zodat je hem daar wat kan ondersteunen. Ik zie dat je het puin al aardig heb weten te verwijderen van zijn lichaam. Probeer hem rustig te houden , ik pak hem bij zijn middel , en dan proberen we hem er onder vandaan te krijgen zodat we daarna snel terug kunnen naar de schuilkelder. ' Aphril zag ik vanuit mij ooghoeken een korte knik geven terwijl ze kort naar de donkere lucht staarde. Een harde donderslag werd hoorbaar waardoor de donkere lucht werd wit gekleurd door een felle flits. Grote regendruppels vielen naar beneden , en de wind nam in een onmogelijke snelheid weer toe. Nu ging het er om hangen , we moesten nu hoe dan ook vaart gaan maken , anders kon dit onze ondergang nog wel is gaan betekenen. Stann vloekte hoorbaar, terwijl hij zijn ogen dichtkneep van de helse pijn. Toen ik hem er onderuit had weten te krijgen zag ik een grote donkerrode bloedvlek op zijn broekspijp. Er zat een gat in dat donkerrood was , nog donkerder als de vlek die rondom het gat zat. Er moest iets van hout of een ander scherp voorwerp er doorheen gestoken hebben , dat de bloederige wond verookzaakt moest hebben. Soepel tilde ik Stann op in mij armen , terwijl hij nog na riep dat het niet hoefde en dat we hem daar moesten laten liggen. De wind werd met de seconden sterker en het zou niet lang meer duren voordat het weer een heftige natuurgeweld was zoals voorheen. Vanuit me ooghoeken zag ik dat Aphril bleef staan en het erop leek alsof ze niet van plan was mee terug te gaan. Waarom moest ze op dit soort momenten nou zo koppig zijn, ze speelde echt met haar leven.
" Aphril kom op, hier hebben we geen tijd voor! Brulde ik door de gierende wind heen terwijl regendruppels tegen mij gezicht aan kletterde.
' Duke kan daar ergens liggen Bradd! En de andere stalknechten , wil je ze soms achterlaten , ze kunnen wel gewond zijn of misschien zelfs dood. '. Schreeuwde ze terug terwijl ze moeite had om door de sterke wind te praten. Natuurlijk begreep ik Aphril, maar ze speelde nu echt gevaarlijk, ik wilde niet dat dit haar ondergang werd alleen omdat ze andere wilde helpen. Na de storm was het een beter idee te gaan zoeken naar overlevende.  Er ging een diepe zucht door mij lichaam heen en keek achter mij naar Aphril die in eerste intantie vastgenageld aan de grond bleef staan starend naar de half verwoeste veranda die nog maar voor een deel overeind stond.  Na een tijdje had ze toch maar besloten om met me mee te gaan. Met Stann in mij armen die er zwak bij lag rende ik tussen al het puin wat verspreid over de grond lag. De wind was nog sterker toe genomen en kwam nu met bakken uit de hemel waarbij er kleine takjes van afgewaaide bomen door de lucht heen zweefde. 
' Bradd!!  we moeten sneller ' brulde Aphril in mij richting uit. Ik kon aan haar ademhaling horen dat ze moeite had , maar ik kon mij nu moeilijk in tweeén opsplitsen. Ze had gelijk , toen ik kort tot stilstand was gekomen en mij had omgedraaid zag ik dat de tweede tornado de grond had geraakt. Al twee tornado's op een dag. Het was niet normaal te noemen , dat exact twee tornado's op een zelde dag de grond zouden raken dat had ik hier nog nooit mee gemaakt , nog in geen van alle jaren dat we hier woonde.  De tornado had een snelle snelheid toegenomen , maar we moesten nog maar een paar meter afleggen voordat we bij de schuilkuilder waren , Aphril moest volhouden. Met Stann in mij armen rende ik verder en ving een snelle blik op van het andere stallenblok dat ook in de totale vernieling was gelegd. Dat waren onze enige twee stallenblokken die we hadden waar van de winter en zomer de paarden konden binnen staan.  En nu waren ze allebei verwoest , dat betekende dat we na dit natuurgeweld het allemaal weer opnieuw moesten opbouwen. En dat , dat ging veel tijd in beslag nemen.  
Ik had al en tijdje niks meer van Aphril gehoord , geen stem van haar die mij naam roepte. Ergens maakte ik mij zorgen , maar ik moest nu eerst Stann in veiligheid zien te brengen. De donkergroene ijzere deuren van de schuilkuilder kwamen langzamerhand in beeld , terwijl de stem van Aphril rondspookte door mij hoofd. Het puin lag overal , en je moest goed uitkijken waar je je voeten neer plaatste. Regendruppels druipte over mij voorhoofd naar beneden , waarbij een druppel neer kwam op Stann's natte spijkervest.  Hij had zijn ogen gesloten , maar kon zien aan zijn gezichtspieren dat hij pijn had , en er tegen vocht om het niet toonbaar te maken.  
' B... Bradd!!  schreeuwde Aphril met moeite door de gierende wind.  De eerste keer hoorde ik haar geschreeuw niet door de harde oorverdovende wind , maar de tweede keer wees Stann mij erop dat Aphril mij riep.  Snel draaide ik mij hoofd om , en zag dat ze een paar meter terug op de grond gevallen was , en zicht vast hield aan een houten paal die nog stevig in de grond stond. Met haar vingers klemde ze zich stevig om de houten brede paal heen , en keek mij met een wanhopige blik aan. 
' Aphril!  brulde ik haar richting uit. Mij pupillen waren groter geworden dan mij groene irrisen door verbazing en overdondering. Ze klemde zich vast aan een dikke houten paal  , ze moest wel gevallen zijn.  Zo snel als ik kon wilde ik naar haar toe gaan en haar tegelijkertijd mee nemen , omdat ze nu erg kwetsbaar was. Met haar proteses kon ze niet zo snel op staan , dat koste haar meer tijd en moeite.  Verdomme waarom kon ik mij nu toch niet gewoon door tweeén scheuren zodat een ander deel van mij naar haar toe kon. Haar lippen trilde , net zoals haar slanke vingers waarmee ze zich om de paal heen klemde. Ze wilde wat gaan zeggen , maar het leek alsof ze moeite had om de juiste woorden te vinden. Haar kaakspieren spande ze aan en haar wenkbrauwen gaf een duidelijk beeld van dat ze pijn had , maar ondanks dat toch wilde doorstrijden om niet los te laten. '  Bradd.. , ik ben gevallen. Maar alsjeblieft breng eerst hem eerst in veliligheid , en kom daarna terug naar mij. Ik.. ik zal hier blijven , totdat je terug bent.'  riep ze met een zwakke stammelende stem.  Vol ongeloof keek ik haar aan , en voelde alsof ik geraakt was door een auto. Alsof ik geschept was door een boot en aan mij lot overgelaten was. Waarom moest het leven op bepaalde momenten zo oneerlijk zijn , en zo onrechtvaardig? waarom kon het gewoon niet een keer meezitten , en hoefde je voor een keer geen keuzens te maken. Hardop vloekte ik door het natuurgeweld heen en draaie daarna mij hoofd om nadat ik haar een korte knik had gegeven. Haar zo achterlanten deed pijn , het enige wat ik kon hopen was dat ze sterk genoeg was om vol te houden. Om een volhardend vechtend iemand te zijn , en het buiten dat niet op te geven.  Stann moest ook zo snel mogenlijk behandeld worden aan zijn diepe wond. Het zag er naar uit alsof hij het niet zou redden , maar toch hoopte ik dat hij ook door ging zetten en alles op alles zou zetten om in leven te blijven. Hij kreunde van de pijn , en kon zn hele lichaam voele trillen , ondanks hij kleding aan had en rilde van de kou. Zijn voorhoofd was nat van de regen , maar ergens moest het ook nat zijn van het transpireren wat hij deed.  Afentoe opende hij voor een deel zn ogen  , maar sloot ze ook direct weer omdat hij op een bepaalde manier de pijn wat dragenlijker probeerde te maken.
' Stann hou vol , we zijn er bijna en ik zal je daarna zo snel mogenlijk als het kan helpen begrepen.' riep ik met een kalme stem waar echter wel bezorgdheid in te horen was als je goed luisterde. God zij dank had ik de deuren van de schuilkelder bereikt en met moeite met een hand weten te openen. Zodra ik de deuren met een noodgang had geopend had ik met een been de ingang van de stenen trap die naar beneden liep betreed. Zo voorzichtig mogenlijk , maar zo snel als ik kan liep ik met Stann in mij armen de trap af en legde hem voorzichtig neer op de koude stenen grond , waarbij het licht in de kelder de boel een beetje verlichte. Hij kreunde en vloekte van de pijn terwijl hij al zijn gezichtspieren aan spande en hoopte dat de pijn zo snel mogenlijk weg was , en buiten dat , dat het allemaal gedaan was. Ik hoorde hem zeggen dat hij hoopte dat ik er een einde aan kon maken , en daarmee bedoelde hij natuurlijk een einde aan zijn leven. Maar ik kon mij wel erin verdriepe dat hij dat achteraf helemaal niet een einde aan zijn leven wilde maken , maar alleen een einde aan de pijn. Mensen die veel pijn hadden gingen war taal uit spreken , en dingen roepen die ze helemaal niet wilde of bedoelde.  Mij blouse trok ik zo snel als ik kon uit en maakte er een propje van waarna ik het daarna voorzichtig onder zijn hoofd neerlegde. Met een hand hield ik zijn hoofd een beetje omhoog , en met de andere vrije hand legde ik het zorgvuldig maar zo voorzichtig mogenlijk onder zijn hoofd neer.   Mij keken hem met een wanhopige blik aan met hoe ik nu verder moest. Ik wilde hem helpen , maar tegelijkertijd wilde ik ook Aphril redden die nu vastgeklampt aan een paal hing , met een gevaarlijke tornado die steeds dichterbij kwam. Woest sloeg ik met mij hand tegen de betonne muur aan en vloekte hardop. Stann pakte onverwachts mij arm beet en trok mij een beetje naar zicht toe waarbij hij zich met moeite een stukje overeind wist te hijsen.  Zijn onderlip trilde , en zijn blik doorboorde voor een deel de mijne. Ik voelde hoe zijn vingers op mij arm trilde , maar ondanks dat probeerde hij alles onder controle te houden. Zijn bruine korte kroes haar zat warrig , en zijn gezicht was nog altijd besmeurd met aarde en stof.  Ik voelde zijn greep voor een deel wat verstevigen en hij had een wat koudere blik in zijn ogen gekregen. 
' Ga.. n.. Nu Aphril redden.  Je .. probeert er voor ons allbei te zijn , maar dat.. dat kan niet. Een van ons gaat er voor , en dat is nu in deze situatie Aphril. Zij is belangrijker dan mij.'  Verslagen door stommiteit keek ik hem verbaasd aan en schudde hoofdschuddend met mij hoofd.  Stommiteit maakte plaats voor overdondering , en ongeloof.  Ik pakte zijn arm vast en keek hem met een strakke blik aan vol berzorgdheid en ergens angst.
' Luister Stann. Jij gaat gewoon verdomme vechten om levend te blijven!  Jij gaat niet dood , je blijft bij ons. Ik wil jou niet verliezen , ondanks wat je Aphril heb aangedaan.'  Stann grijsde en kreeg een beetje pretoogjes , ondanks hij zo nu en dan in elkaar krimpte van de pijn , en dan weer vloekte. Zijn vingers maakte zich los van mij arm en draaide zijn hoofd kort van mij weg. Hij lachte schaapachtig , en keek mij daarna vervolgens weer aan , waarbij een koude blik zijn bruine ogen opnieuw gevuld had. ' Ga nu Bradd. Ga nu en kijk niet meer om naar mij, als je straks terug komt en ik leef nog , dan hoop ik dat je me wond kan helen. Maar het doet zo een pijn , je zou me nu niet meer pezier kunnen doen doormiddel van te zeggen dat ik.. mij ogen mag sluiten voor altijd. '  zei Stann op een zachte stem , terwijl hij naar adem snakte.  Opnieuw schudden ik mij hoofd en pakte zijn hand vast waarbij ik in zijn vingers kneep.  " Nee.  Je blijft hier en je gaat er voor vechten of je het nu wil of niet. Ik ben nog niet klaar met je hoor je me!?  riep ik half met een brok in mij keel. Nee ik was niet een persoon die snel huilde of een traantje liet , maar Stann betekende ondanks zijn soms vuile streken veel voor me. Hij was als een soort broer voor me die er was in tijden waarbij ik hem het meeste nodig had. Soms kon ik hem wel vermoorden , maar er waren ook goede tijden waarbij we samen veel plezier hadden , lol maakte. Maar ook tijden waarbij we elkaar hard nodig hadden , en nu. Nu was het moment dat ik er voor hem moest zijn , en hem de moed en hoop moest geven dat hij dit aan kon.  Aphril kwam opnieuw binnendringen in mij hoofd , en overspoelde mij gedachten met haar wanhopige roepende stem.   ' Ik ben zo terug Stann met Aphril , jij. Jij gaat volhouden.' riep ik hem op een stenge toon toe. Stann zwijgde en antwoorde me er niet meer op terug. Zoals hij had verteld moest ik hem nu mij rug toe keren en daarna niet meer proberen om te kijken . Het was lastig , omdat ik ergens bang was dat hij de hoop op zal geven en stoppen met het vechten tegen de pijn als ik de schuilkelder verlaten had. Aphril verkeerde nu in gevaar , en dat was nu misschien ook toch nog wel het meeste wat aan mij knaagde. Ik moest er niet aan denken als zij straks opgezogen werd door de tornado en ergens anders aan de andere kant weer werd uitgespuugd. Dood.

SilvadoWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu