⭐ Silvado hoofdstuk 28

45 1 1
                                    

Aphril

Dus nu bevond ik mij in Altha Monte, een plek die ik totaal niet kende.  Net een vreemd persoon ben mee gegaan en Bradd achter mij heb gelaten zonder hem duidelijkheid te geven van wat er aan de hand was.

Elgardus reed stilletjes voor mij uit met een hand aan de teugel de andere rustend naast zijn lichaam. Dorpsbewoners groette hem vriendelijk en leken blij te zijn met zijn terugkomst . Na een tijd te hebben gereden had hij zijn paard tot stilstand gebracht en was er vanaf gestegen.  We waten in de buurt van een smalle rivier waar het water helder was . Helder en zuiver genoeg om er van te drinken . Althans als ik de woorden van Elgardus moest geloven .

Elgardus deed wat water over zijn gezicht heen en dronk wat uit de rivier waarbij hij meteen zijn flesje vulde met water. Het brede flesje zat in een leren omhulsel wat hij kon bevestigen aan zijn zwaardriem. De kruk die er op zat liet het water in de fles op zijn plaats zitten. 

' Weet je zeker dat dit water betrouwbaar is? vroeg ik terwijl ik een beetje voor mij tuurde en de natuur tot mij nam. Het landschap hier was zo anders waar ik vandaan kwam , natuurlijk was dat logies. Maar dit was meer in een andere zin anders. De huizen , de wegen , laat staan het vervoer. Dit was duidelijk niet meer de tijd waar ik in leefde. Het was duidelijk dat ik mij nu in een middeleeuws tijdperk bevond , waar rijkere vrouwen in dure kledingstoffen liepen en de arme in goedkoop linnen stof wat soms besmeurd was met roet vegen.

" Hier" riep Elgardus terwijl hij zijn drinkfles in mijn hand drukte.  Hij glimlachte vriendelijk en hield vol  dat ik het moest opdrinken. Hij vertelde dat het echt geen kwaad kon. Iedere dorpsbewoner of reiziger zou hier heen komen om het water te halen om te drinken. Niemand was hier ooit nog ziek van geworden. Er gingen verhalen rond dat dit water een helende werking zou hebben op het lichaam en de geest. 
Goed Als hij het zei dan zou het denk ook goed zijn. Gulzig nam ik er een slok van. Het proefde inderdaad niet raar niet anders als het normale water wat ik dronk. Oké goed soms had je dat kraanwater naar ijzer smaakte of dat het iets anders was , maar dit was best lekker.
Elgardus pakte de fles weer van mij over die ik aan hem had terug gegeven en vertelde dat hij mij mee nam naar zijn huis.  Zijn huis bevond zich in het dorpje zelf waar wij ons nu vlakbij bevonden.  Een groot huis had hij niet , althans dat is dan wat hij aan mij vertelde ik had zelf niet echt een idee van het beeld wat ik mij moest voorstellen.
Het zou nog een paar meter rijden zijn voordat we er zouden zijn. De rit verliep verder stil maar genoot van de mooie natuur om mij heen. Bradd moest is weten , alleen al vanwege de natuur had ik het idee dat ik het lastig ging krijgen als ik weer terug moest naar de normale wereld nou ja,  wat je onder normaal moest vestaan. 
Duke had mij als ik thuis was nog heel wat uit te leggen.

Elgardus stond stil en steeg van zijn paard af. Met de teugels in zijn handen die hij over de hals can het paard gehaald had leiden hij het dier naar zijn stal die naast heet stenen huisje stond. Er kwam rook uit de stenen schoorsteen , er was dus nog iemand thuis.
Zijn huis zag er oud uit maar had toch iets aparts weg. Apart in de zin van niet al te rijk maar toch schappelijk qua uiterlijk.  De kleine stal die aan zijn huis vast zat was van hout gemaakt en had een brede afdak waarbij het paard droog stond . De zijkanten waren ook dicht waardoor het minder op de toch stond.

Elgardus had zijn spullen gepakt en zijn paard afgespeeld waarna hij mij daarna uitnodigde naar binnen. Het voelde bij binnenkomst meteen prettig aan door de warmte van het vuur wat aan stond en rook er naar kruiden en ook een beetje muf. Weet niet hoe middeleeuwse huizen vroeger van binnen geroken hadden maar dit was mijn idee erbij.

Elgardus vroeg of ik wat wilde drinken, hij had verse kruiden thee . Eerlijk gezegd had ik dat nog nooit op maar goed proberen kon geen kwaad toch?
" Serleen kom is hier!  Riel hij door de leefruimte heen. In de kleine leefruimte verscheen er een jong meisje van schatting 8 jaar. Ze droeg een olijfgroene haardoek waar haar blonde lange vlechten onderuit kwamen . Ze had een slanke bouw een beetje wallen onder haar ogen maar verder een vriendelijk gezegd. Ze zag er wel wat tenger uit.
Het meisje stond een beetje verlegen erbij en keek alsof ze iets verkeerd gedaan had.
" Serleen dit is vrouwe Aphril. "
' Ehm gewoon Aphril is goed.' Viel ik hem in de reden . Al was het goed bedoeld maar vond ik het iets te overdreven klinken.  Vriendelijk stak ik mijn hand naar haar uit en glimlachte wat inhoudend.  Het meisje pakte zacht mijn hand beet en keek mij ondertussen aan waarbij ze kort knikte.
' Serleen zou jij wat thee voor onze gast willen inschenken en voor mij natuurlijk .  ' Beval Elgardus haar.  Het meisje knikte en haastte zich snel naar de keuken die verder op was wat overigens niet erg groot was. Aan de bovenkant hing het vol met allerlei kruiden die geplukt waren zoals , Lavendel , brandnetel , kaneel enz.

SilvadoWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu