Hoofdstuk 25. Overdonderende Ochtend.

83 6 0
                                    

Ik werd met veel geweld op de grond gesmeten. Het duurde even om te begrijpen wat er net was gebeurd, maar toen ik mijn ogen opende en Draco boven me uit zag torenen, realiseerde ik me dat het reddingsplan was mislukt.

Draco hield zijn hand uit en trok me overeind. Ik keek om me heen en zag dat we aan de rand van Zweinsveld stonden.

"Je hebt me naar Zweinsveld verdwijnseld?" vroeg ik minachtend.

"Is dat jouw manier om "dankjewel dat je me in veiligheid hebt gebracht" te zeggen?" vroeg Draco geïrriteerd.

"Ben je niet goed bij je hoofd? Mijn vrienden zijn nog in de villa en wij zijn hier!" riep ik.

"Maak je niet zo druk. Leeflang leefde nog-"

"Maar Emma dan? Zij heeft ingebroken in je huis. Wat als ze haar martelen? En Harry, Ron en Hermelien zijn er ook nog, we moeten teruggaan!" huilde ik. "En jij bent je toverstok kwijt. Wil je die niet terug?"

"Ik heb zojuist je leven gered! Heb je niet gehoord dat Bellatrix je als lokmiddel wil gebruiken? Je zou me dankbaar moeten zijn. En we gaan ook niet terug voor mijn toverstok. Ik kan wel een nieuwe krijgen," zei Draco verontwaardigd.

"Maar in de chaos zouden we ze allemaal kunnen redden!" protesteerde ik. "Sta je nog steeds aan hun kant? Anders zou je teruggaan om Harry en de anderen te redden!"

"Hou toch eens op over kanten kiezen! Zij zijn mijn familie. Je kan niet van me verwachten dat ik tegen hen vecht. Je hebt geluk gehad, Kira, denk je eens in wat er was gebeurd als ik niet had gemerkt dat je weg was."

Ik wilde weglopen en proberen ze toch te redden. Ik keek naar mijn voeten en herinnerde me dat ik geen schoenen aan had. Ik tegen een zootje Dooddoeners? Het was hopeloos.

Draco liep weg en vroeg: "Kom je nog?" Toen er geen antwoord kwam, draaide hij zich naar mij om. Ik huilde nu. Draco tilde mijn kin op, zodat ik hem wel aan moest kijken. "Ik weet dat je overstuur bent, maar er is niets wat we er nu aan kunnen doen," zei hij.

"Je bent harteloos! Als Emma dood gaat, is het jouw schuld," flapte ik eruit.

"Kira, jij was degene die haar daar überhaupt naartoe hebt gehaald," herinnerde Draco me.

Ik zuchtte en volgde Draco naar de hekken van het schoolterrein. Ik kon het Draco niet kwalijk nemen niet terug te willen: hij wilde zijn familie niet verraden en het was voor ons allebei gevaarlijk.

Alsof hij ons verwachtte, was Professor Banning juist bij de hekken aan het wandelen.

"Professor! Kunt u ons binnenlaten?" riep ik.

Professor Banning haastte zich naar ons toe en opende de hekken. "Maar waar zijn juffrouw Leeflang en juffrouw Brabazon?" vroeg hij bezorgd.

"Nou, er ging iets fout-" zei ik.

Draco viel me in de rede. "Maar ze zijn veilig. Niemand zal ze kwaad doen."

Ik keek hem indringend aan, alsof ik wou zeggen: En Potter en zijn vrienden dan?

***

Toen we het kasteel binnenkwamen, keken sommige mensen ons vreemd aan. Ik moet zeggen, een schoenloze Ravenklauw, een Malfidus en een half-kobold waren een vreemd gezicht, natuurlijk.

"Ik moet de andere docenten melden dat Brabazon nu ook verdwenen is, maar ik zal zwijgen over de oorzaak," vertrouwde Professor Banning ons toe.

"Dankuwel, Professor," zei ik zacht.

***

De volgende dag dumpte een uil een brief in mijn kom ontbijtgranen. Ik gaf hem een uitbrander en viste de brief uit de melk. Hij was van mijn moeder en luidde als volgt:

A Serpent's Heart (Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu