Hoofdstuk 2. De Redding.

197 8 0
                                    

~ 5 jaar later ~

Het was vrijdagmiddag en het was druk op de gang, omdat iedereen op de terugweg was naar hun leerlingenkamer. Het was stampvol en ik kon amper één voet voor de ander zetten. "Aan de kant, Modderbloedje!" hoorde ik achter me. Ik draaide me om en zag Malfidus met Korzel en Kwast achter zich. Natuurlijk was het Malfidus, wie anders noemde willekeurige voorbijgangers Modderbloedjes?

"Ik ben geen Modderbloedje," zei ik. Malfidus, die alleen interesse scheen te hebben in de groene appel die hij aan het eten was, richtte zijn blik op mij en keek me aan alsof hij me voor het eerst zag. We zaten al het hele jaar in dezelfde Voorspellend Rekenen klas, en al sinds het begin van mijn loopbaan bij Zweinstein hadden onze huizen samen Astronomie, dus hij had me in die 6 jaar al eens eerder gezien moeten hebben. Toch had hij me nog nooit zò aangekeken. Misschien had hij altijd gedacht dat ik echt een Modderbloedje was.

"Ik schep alleen niet op over het feit dat ik een volbloed ben," ging ik verder.

"In dat geval: aan de kant, volbloed," zei Malfidus grijnzend.

Ik stapte opzij, zodat ik niet meer naast Malfidus hoefde te staan en gelukkig begon de menigte vooruit te komen, zodat Malfidus en zijn makkers door konden lopen.

~ een paar dagen later ~

Het was een warme zomerdag en ik had mijn middag in de bibliotheek doorgebracht. Ik wilde nog even van de laatste zonnestralen genieten voordat de avond zou vallen. Ik was op weg naar de uitgang van het kasteel, toen ik iemand hoorde schreeuwen. Het kwam van de toiletten rechts van me. Licht bezorgd pakte ik mijn toverstok en ging de toiletten binnen. Om de hoek zag ik Harry Potter zijn toverstok op iemand richten die ik niet kon zien. Het zag eruit alsof hij iemand aan het aanvallen was. "Expelliarmus!" riep ik.

Harry Potter's toverstok vloog uit zijn hand. Ik kwam dichterbij en zag Malfidus op de grond liggen, omgeven door bloed. Potter staarde naar mij, toen naar Malfidus en toen weer naar mij met een mengeling van schuld en woede. Ik realiseerde me wat hij had gedaan en rende terug naar de gang. Ik moest een leraar waarschuwen. Ik keek om me heen. De enige andere persoon in de gang was professor Sneep. "Professor! Help! Malfidus is gewond!" riep ik.

Sneep draaide zich meteen om en rende naar het toilet.

Toen Sneep de twee jongens zag middenin een waterige plas bloed, fluisterde hij hatelijk: "Potter." Hij knielde naast Malfidus en wees naar mij. "Juffrouw Tacendi, ga naar de ziekenboeg en waarschuw Madame Plijster!" Hij keek naar Potter en ik wachtte om te horen wat hij tegen hem zou zeggen, maar Sneep merkte dat ik nog niet weg was en zei: "Nu meteen, graag, juffrouw Tacendi."

***

Professor Sneep kwam de ziekenboeg binnen met Malfidus in zijn armen. Hij legde hem op één van de bedden. Ik zag dat hij nog steeds buiten westen was. Sneep fluisterde iets tegen Madame Plijster wat ik niet kon horen, en ging weg. Ik wilde ook weggaan, maar Madame Plijster zei: "Zou jij alsjeblieft bij meneer Malfidus kunnen wachten en mij waarschuwen als hij bijkomt? Ik heb het te druk om zelf op hem te letten." Ik knikte en ging op de stoel naast Malfidus' bed zitten. Ik bekeek hem eens beter. Zijn kleding en blonde haar waren nog doordrenkt met bloed, maar het leek erop dat het bloeden was gestopt. Het zag eruit alsof hij moeite had met ademen. Hoewel hij een arrogante kwal was, had ik soort van medelijden met hem. Potter had hem ernstig verwond en ik vroeg me af waarom.

Een meisje rende de zaal binnen: het was Patty Park. Ze rende naar Malfidus' bed en pakte theatraal zijn hand. "Oh, Draco!" riep ze uit. Ze veegde haar korte, donkere haar uit haar gezicht en merkte mij op. Ze kneep haar ogen tot spleetjes en vroeg achterdochtig maar nieuwsgierig: "Wat doe jij hier?"

"Ik heb zijn leven gered, denk ik," antwoordde ik.

"Wie heeft dit gedaan?" vroeg Patty.

"Harry Potter, ik ontwapende hem nadat ik ze in het toilet had gevonden," zei ik na een kleine aarzeling.

"Natuurlijk was het Potter," fluisterde Patty hatelijk.

"Maar nu jij hier bent kan ik beter gaan. Je moet Madame Plijster waarschuwen als hij wakker wordt," zei ik, en ik verliet de ziekenboeg.

A Serpent's Heart (Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu