Hoofdstuk 14. Zwijg over mijn Verleden.

128 6 0
                                    

~ flashback naar toen ik 8 jaar oud was ~

Mijn vriendin Caytlin was een dochter van bevriende tovenaars. Onze moeders waren oude schoolvriendinnen, dus ze waren erg blij toen Caytlins familie naar onze regio verhuisde.

Caytlin en ik waren in haar tuin aan het spelen. Ze had me net verteld dat haar vader een Dreuzel is.

"Dus, jij bent een modderbloedje?" vroeg ik.

"Nee, ik ben een heks. Net als jij!" antwoordde Caytlin verrast.

Ik grijnsde. "Nee, je bent geen volle heks. Omdat maar één van je ouders een tovenaar is."

Caytlin stond boos op uit haar tuinstoel. "Maar ik krijg ook mijn brief van Zweinstein, net als jij!"

"Tuurlijk, maar misschien zullen jouw cijfers niet zo goed zijn als de mijne," zei ik luchtig.

"Waarom?" vroeg Caytlin bezorgd.

"Omdat jij minder magisch bloed hebt," stelde ik, mijn vader napratend en de onzin nog gelovend ook.

'Dus, omdat allebei jouw ouders tovenaars zijn, ben je beter dan ik?" snikte Caytlin.

"Dat is de waarheid," zei ik, terwijl ik deed alsof ik medelijden met haar had. In werkelijkheid was ik best trots op het "feit" dat ik "superieur" was aan Caytlin.

"Het is niet eerlijk," huilde Caytlin.

"Misschien als je twee keer zo hard studeert als ik je een volledige tovenaar wordt," troostte ik haar.

***

Later kwam Caytlins moeder naar ons huis om te klagen over mijn bevooroordeelde opmerkingen. Mijn moeder was het toen zat dat mijn vader nog steeds geloofde in Voldemorts ideeën en overtuigde hem ervan die aan de kant te zetten. Het duurde een tijdje, maar uiteindelijk zag mijn vader in dat hij fout zat.

Caytlin en ik speelden later nog steeds samen, maar ik had het nooit meer over haar magische bloedstatus. Ik schaamde me behoorlijk voor mijn gedrag. Ik wist dat Caytlin nog steeds verdrietig was over mijn arrogante gedrag, maar ik was de enige vriendin die ze destijds had, dus wilde ze die vriendschap niet opgeven.

Omdat ik een jaar ouder was dan Caytlin, kreeg ik eerder mijn brief voor Zweinstein. In het eerste jaar maakte ik nieuwe vrienden die niets wisten over mijn verleden en dat van mijn vader, en ik was vastbesloten het zo te laten. Als mensen als Emma erachter zouden komen dat ik haar een paar jaar geleden nog zou hebben uitgemaakt voor bloed verrader zou dat geen leuke gevolgen hebben.

Een jaar later kwam ook Caytlin naar Zweinstein. Ze werd in Huffelpuf geplaatst. "Gelukkig," dacht ik bij mezelf. "Ik zal nooit een leerlingkamer met haar hoeven delen." We groeten elkaar soms op de gang, maar verder vermeed ik al het andere contact. Ze moest niet over mijn verleden gaan praten. Wat als Emma er via anderen achter zou komen? Ik zou me te erg schamen.

Het was een grote opluchting toen ik in Ravenklauw werd gesorteerd. Ik was bang dat ik na het Caytlin-incident niet veranderd zou zijn en nog steeds bevooroordeeld zou zijn tegen "modderbloedjes", net zoals Draco. Nu was ik niet langer bevooroordeeld, maar wel trots. Maar om heel andere redenen dan vroeger: mijn goede schoolresultaten en intelligentie waren dingen om trots op te zijn, niet mijn magische bloedstatus.

A Serpent's Heart (Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu