1. De waarheid

1.3K 33 11
                                    


Ik zat in mijn kamer en keek richting mijn moeder. Ze was aan het boogschieten, zoals gewoonlijk. Ze keek gefocust naar het doel en ademde uit wanneer ze de pijl losliet, hoewel ze die niet inhield. 

De geschoten pijl sneed de vorige doormidden. Ik was jaloers op wat ze kon, ze had het me al zo vaak proberen aanleren, maar ik kon er gewoon niets van. 

Ik geloof dat ik nooit dichter dan één meter bij het doel vandaan had geschoten. Ik heb gewoon niet dezelfde zelfbeheersing als haar, het leek net of ze emmers volg geduld had. 

Ik hield meestal op na tien pogingen, niet dat ze het niet goed uitlegde, maar het interesseerde me na een tijdje niet meer. En dat vond ze oké, ik had gewoon de vrijheid om mijn eigen interesses te hebben, meestal was dat lezen in de plaatselijke bibliotheek. 

Die bevond zich in het vorige huis van mijn vader in de winnaarswijk. Het was er klein maar gezellig en er kwamen niet echt veel mensen dus het was ideaal. 

Soms vroeg ik of ik buiten op de trappen van de bibliotheek kon lezen, meestal mocht dat wel want de bibliothecaris vond me wel aardig. Of zo deed ze toch tegen me. 

Pap vond dat ik te weinig bewoog, ik zou volgens hem meer moeten bewegen. Pfff, het is nu niet dat brood bakken ook zo bewegelijk is. Ik had toen voorgesteld om samen een sport te doen, maar toen zei hij dat ik dat maar met mam moest doen en aangezien mama niets anders kan dan boogschieten zit ik nog altijd zonder enige sport. 

 Ik besloot een wandeling te gaan maken en deed mij laarzen aan Het was warm buiten -want het was zomer- maar dat weerhield de weergoden er niet van om het te laten regen. Ik deed een dun zwart vestje aan, 's morgens was het nog te fris om in T-shirt rond te lopen. 

Ik riep nog even naar papa dat ik ging wandelen, hij stak alleen zijn hand op, maar keek niet op van zijn werk.

 Ik stapte verder en deed de deur open, ik snoof de ochtendlucht op. Het was heerlijk fris, een tikkeltje te vochtig, maar je werd er direct wakker van. 

 Ik stapte over de drempel, het zonlicht in. 

In een huppelpasje, verplaatste ik me over het voetpad. Ik zwaaide nog even naar mama, maar ze zag het niet. Eerlijk gezegd had ik geen idee waar ik naartoe aan het gaan was, misschien naar het bos achter de hekken (die nu geen nut meer hadden) of naar de weide. Niet dat het echt uitmaakte, ik liet de dingen graag gewoon op me afkomen.

Ik neuriede een liedje dat ik op TV had gehoord, het bleef hangen en had een leuk deuntje . Hoewel ik het nergens terugvond, zelfs niet op google?! 

Mama zei ook dat ze het liedje niet kende, maar wel hérkende. Ze knipoogde toen naar papa, ik had geen idee waarom ze dat deed. Ik zocht er verder niets achter. 

Ik stopte en besefte dat ik aan het lopen was. Volgens mij is mijn onderbewustzijn me naar het bos aan het sturen, dus dan zal ik het maar gehoorzamen. Ik begon verder te rennen, op en een of andere manier vond ik het aangenamer dan wandelen. Je was sneller en als je uiteindelijk terug op adem gekomen was van de inspanning, voelde je je energieker dan ooit. 

 Ik zou als ik kon altijd lopen. Ik stopte met schokken aan het hek, het gaas en de prikkeldraad waren overal kapot. Ik kroop onder de prikkeldraad door, normaal stond die onder stroom maar sinds de oorlog was dat stilgelegd. 

Op een één of andere manier voelde ik me anders wanneer ik me achter het hek bevond.  Vrijer, menselijker of juist niet. Néé ik voelde me eerder een dier dat gewoon haar leven moest lijden. Het voelde of ik geen plichten had, niet naar school moest, niet moest werken, alsof ik geen enkele regel moest handhaven. 

Run For Your Life (newt fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu