11. De trein

414 24 2
                                    

Ik wist niet wat me overkwam. Ik keek even naar Jorge om zijn reactie te zien, maar hij had zijn blik al afgewend. 

De trein reed probleemloos door en de vrouw gaf geen kik. Ik wist ook niet of ze al dood was of niet. Ik kon haar niet zien. 

Alleen wist ik dat ze oftewel opslag dood was oftewel in stilte kon lijden. Ik hoopte dat het de eerste was, hoe minachtend haar blik ook was. 

De trein kwam eindelijk tot stilstand en de deuren gingen met een zucht open. Ik keek naar Jorge en knikte dat hij eerst mocht instappen. Ik wachtte nog even achter hem. Ik overwoog te checken of de vrouw misschien nog leefde maar stapte uiteindelijk toch gewoon zonder te kijken de wagon in.

 De deur ging piepend achter me dicht en ik stapte door het deurtje links van me. De ruimte was warm verlicht en gevuld met comfortabele zetels, voor elke paar zetels hing een kleine tv en stond er een breed tafeltje. Ik zette me naast Jorge neer en zette mijn rugzak vanboven op het bagagerek. 

Ik deed mijn jas en maakte het mezelf comfortabel, het zou een lange reis worden. Ik rolde mij jas op en legde hem onder mijn hoofd,als een kussentje. Het was stil in de wagon, ik hoorde alleen de wielen en de wind die voorbij suisde. 

We waren de enige twee in deze wagon. De andere waren in de eerste wagon gestapt. Ik kon niet met al die mensen samen zitten en al helemaal niet als ze me zouden aankijken zoals de vrouw. 

Dé vrouw, ik wist niet eens haar naam, maar heb haar laatste woorden met haar gedeeld. Ook al waren die niet zo aangenaam als ik gewenst had. 

De wagon was aangenaam warm en de stoelen hadden zetelverwarming. Het ging zeker weten geen koude nacht worden. Jorge leek te dagdromen dus ik besloot hem gewoon met rust te laten. 

Ik stond recht en inspecteerde de wagon even. Er was een bar maar geen drank en geen ober. De televisie  had geen aan- en uit knop en ook geen afstandbediening, maar bij nader inzien was dat niet nodig. 

Het uitzicht buiten was prachtig. We reden op een berg langs het water, vlak naast de rails ging de berg recht naar beneden. Golven klotsen aan de rand. De bergen werden verlicht door de maan. Voor sommige mensen zou het er misschien angstaanjagend uit zien, maar voor mij zag het er alleen maar prachtig uit. De puurheid van een  landschap dat nog niet echt (buiten het treinspoor) aangeroerd was door de mensheid. 

Het enige wat hier werkte was de klok. Het was een digitale en er stond 23:47. Het was al laat en we moesten morgen direct vertrekken. Jorge was niet langer aan het dagdromen, zijn gesnurk klonk boven de trein uit. Ik ging op de toppen van mijn tenen staan om het licht van de wagon uit te doen en ging naast hem zitten. 

Ik legde mijn voeten op het tafeltje, nam mijn jas en legde hem terug onder mijn hoofd. Ik draaide de zetelverwarming nog op twee en legde me goed. Ik sloot mijn ogen en belandde al snel in een diepe droomloze slaap.

Ik werd wakker door het flikkeren van de lichten. We gingen door een tunnel. Het was helemaal donker. De trein vertraagde want ik voelde hem voor de eerste keer echt rijden. Ik legde mijn hoofd terug neer, het was niets. Gewoon door een tunnel, bracht ik mezelf voor. Ik viel weer in slaap, maar deze keer droomde ik wel.

Ik lag te slapen  en de trein begon te schokken. Ik en Jorge vlogen uit de stoel toen de trein tot stilstand kwam. Ik lag op de grond, nog te bekomen van de klap toen er op ons raam werd geklopt. Het was te donker dus ik kon niet zien wie het was, maar al snel volgde er een tweede. En een derde en toen twee tegelijk. Maar de ene klop klonk altijd lichter dan de anderen. 

Ik draaide mijn hoofd om naar Jorge, maar hij leek bewusteloos te zijn. Ik stond met een ruk op om te kijken wie er aan het kloppen was. Het raam was helemaal aangedampt door de adem van die persoon of personen. Ik kwam dichter bij het raampje en deed die open. 

Run For Your Life (newt fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu