Het leek of er opeens een groot gat in mijn lichaam ontstond.
Papa was weg en hij nam en deel van mij mee.
Ik zakte op mijn knieën op de grond, met mijn rug naar zijn lichaam.
Zijn lichaam, nu was hij zelfs al niet meer iemand, hij was een lichaam. Ik kon de verleiding niet weerstaan om, om te kijken.
Ik moest zien wat WICKED hem had aangedaan, zodat ik wist waarvoor ik hen haatte.
Ik stond terug recht, de vredebewakers analyseerden mijn bewegingen aandachtig en waren muisstil, iedereen was muisstil. De stilte was oorverdovend.
Er hing een sombere sfeer (die was er al, maar nu viel het nog harder op).
Ik draaide me om en keek op hem neer. De tranen schoten me in de ogen toen ik hem zag. Nog steeds een rode blos op zijn wangen van de inspanning van daarjuist, maar deze zouden snel asgrauw worden. Net zoals zijn lippen donkerpaars zullen worden en er een waas over zijn ogen zal trekken. Zijn ogen, die nu levenloos en waterig naar het niets staren. Mijn blik gleed naar de rest van zijn lichaam.
De bewaker moest hem recht in zijn hart geschoten hebben, want zijn T-shirt zag knalrood daar.
Het beeld was angstaanjagend en niet mogelijk in mijn gedachten. Deze situatie had zich nog nooit in mijn hoofd afgespeeld.
Dat durfde ik me zelfs niet in te beelden.
De tranen stroomden over mijn wangen, maar ze waren anders dan normale tranen.
Deze leken recht uit mijn ziel te komen alsof het al het verdriet bevatten dat ik ooit gehad heb.
Ik boog me over zijn lichaam en liet mijn voorhoofd rusten op die van hem. Hij voelde koud aan op zijn hoofd, maar ik voelde nog warmte aan zijn borstkas, het gaf me rillingen.
Ik fluisterde nog "Slaap zacht" en stond toen recht. Ik stapte weg van zijn lichaam.
De twee bewakers van WICKED volgden me, ik rechtte mijn schouders. Ik zou koste wat het kost niet laten merken dat ze me in elkaar konden laten storten.
Ik versnelde mijn pas, smeet de deur van de container open en ging zitten op een stoel. De mensen keken me aan, geschokt, bestuderend.
Ik keek uitdagend terug alsof het me niets kon schelen dat ze mijn vader vermoord hadden. Hoewel het me wel degelijk kon schelen. Het was het enigste war ik op dit moment aan kon denken verdomme. Ik háatte hen, ik verachtte hen. Ik had gewoonweg geen woorden voor wat ik van WICKED vond.
Één van de mensen in de witte pakken greep naar zijn oor, het leek of hij naar iets aan het luisteren was.
Op zijn naamplaatje stond Janson. "Oké" zei hij. Hij had scherpe trekken. "er zijn -spijtig genoeg geen immunen meer in jullie district. Dus zal ik de uitleg maar aan u alleen doen."
Ik was de enige.
Van de tienduizend mensen was ik de enige die immuun was?
Mama zei dat het zeer zeldzaam was, maar zo zeldzaam?
Nu stond ik er helemaal alleen voor. Janson negeerde mijn nadenkende reactie en ging verder
"Ik ben een medewerker van WICKED. Mijn naam is Janson, maar ik gok dat je dat al wist." Hij stak zijn hand uit, maar ik negeerde die.
"Waarom zit ik hier?" vroeg ik zo kil en zakelijk mogelijk. Geen haar op mijn lijf dacht er aan om vriendelijk te doen tegen die vent.
" Alles op zijn tijd" zei hij.
JE LEEST
Run For Your Life (newt fanfiction)
Fanfic(beginsituatie hunger games, maar zal 9/10 van het boek over the maze runner gaan) De dochter van katniss, Brenda is een gelukkige tiener van 16. Tot er een dodelijk virus uitbreekt dat de Vuring heet, waardoor je helemaal gek word en je menselijkh...