4. We gaan beginnen

448 27 4
                                    

De volgende ochtend werd ik wakker gemaakt door papa. Hij kwam op mijn bed zitten en aaide door mijn haar. Ik kreeg een geruststellend gevoel, tot ik besefte waarom hij dat deed. 

Het was vandaag DE dag, de dag om te testen of ze immuun, besmet of niet besmet waren. De tranen verzamelden zich in mijn ogen en begonnen langs mijn wangen te stromen. 

Papa gaf me een knuffel. Hij begon te spreken " Wat er straks ook gebeurt, je mag niet opgeven. Geef je leven en de hoop niet op, er komt een geneesmiddel. We komen hier door of het nu met 4 is of alleen. Je komt hier door hoor je me." 

Ik knikte door mijn tranen heen, maar meende het niet, ik kon niet leven zonder hen, ik kon niet gek worden. Als het zo ver kwam, dan zou ik er zelf wel voor zorgen dat ik deze verschrikkelijke ziekte niet overleef. 

Ik zorg er dan zelf wel voor dat ik niet voorbij het verdwijnpunt kom. 

Ik ging rechtzitten en deed dezelfde kleren als gisteren aan. 

Ik stapte langzaam naar beneden en ging aan de ontbijttafel zitten. Er was een groots ontbijt klaargelegd. Het deed me denken aan het laatste avondmaal, maar het was eigenlijk waar. 

Dit zou de laatste keer kunnen zijn dat we nog met vier tegelijk eten. Ik zette me aan tafel, het was stil. Ik pakte een broodje en deed er kaas tussen. 

Ik nam een hap, maar hij leek niet door mijn keel te kunnen. Ik kreeg geen hap binnen, het leek of mijn maag al vol zat. Met stress en verdriet. 

Ik nam een douche en kleedde me voor een tweede keer aan. Ik glipte terug naar mijn kamer en nam het pistool van onder mijn bed vandaan. Ik had het gekregen van mijn moeder en mocht het alleen gebruiken als ik in levensgevaar was. 

Ik geloof dat ik nu wel zo goed als in levensgevaar was. Ik checkte even of het geladen was en nam een extra lading mee. Ik stopte het pistool in mijn broeksriem en trok een langere trui aan die er over viel. Ik stapte mijn kamer uit en wierp er nog een laatste blik op. 

Hij lag er netjes bij, alsof hij gloednieuw was. Alsof ik er juist in kwam wonen. Wat een beetje zo was, àls ik immuun was, dan zou het niet hetzelfde zijn als ervoor. 

Het zou niet meer hetzelfde voelen. 

Misschien zou ik hier zelfs alleen terug moeten komen... Snel schudde ik de gedachte van me af en deed ik de deur achter me dicht alsof ik hem nooit meer zou openen. 

Ik ging de trap af en probeerde elk deeltje van de leuning aan te raken. Mama en papa stonden al klaar en Tim was nog een glas water aan het drinken. Ik wierp een blik op de klok, half 11. 

We moesten om 11 uur op het plein zijn. We zouden 5 minuten te vroeg zijn, maar langer wachten in dit huis hield ik niet meer vol. 

Ik inspecteerde de woonkamer grondig, nu het nog kon. Ik en Tim gingen voor, mama en papa kwamen achter ons. Ze gaven elkaar nog een kus alsof het hun laatste was, en deden de deur toe. 

We wandelden in stilte door de straten. Toen we aan het districtshuis aankwamen, was minstens de helft van de bevolking er al. 

Ik zocht naar Marie door de menigte. Ik zag haar rode strik, en rende naar haar toe. Toen ze zich omdraaide zag ik dat haar ogen opgezwollen en rood waren. Ze had gehuild. 

Ik snap niet dat ik daardoor zo verrast was, er is hier geen enkele reden meer om te lachen en vrolijk te zijn, maar Marie is gewoon niet zo'n persoon die huilt of ongelukkig is. 

Ik omhelsde haar. Niet zoals een dagelijkse omhelzing, maar een omhelzing die uit het diepste van mijn hart kwam. Eentje die haar al het beste toewenste. 

Ik kreeg ook tranen in mijn ogen maar veegde ze snel weg. We keken elkaar even aan. Ze opende haar mond, haar stem klonk heser dan ooit "Bedankt om mijn vriendin te zijn" zei ze. 

" Graag gedaan" zei ik betekenisvol terug. "Hou je taai." Fluisterde ik haar in. 

Ik draaide me om en liep van haar weg zonder om te kijken. Ik rende naar mama en pakte haar stevig vast, waardoor ze bijna omviel. Ik begon te snikken, de tranen stroomden over mijn gezicht, ik kon het niet opbrengen om te stoppen. 

Ik besefte nu pas hoe een goede vriendin Marie was. Misschien was ze wel belangrijker voor me dan ik dacht. Mama fluisterde sussende geluidjes in mijn oor, maar ik hield niet op met huilen. 

Ik hoorde mama ook snikken, maar ik wist het niet zeker. Ik keek op en ze keek terug. 

"Ik hou van je" zei ze zacht. 

"Ik ook van jou" zei ik nog zachter terug en ik omhelsde haar nog steviger dan de eerste keer. 

Tot ik geklop door de luidsprekers hoorde. Het was de burgemeester. "Test, Test" zei hij " Oké, we gaan beginnen."


Run For Your Life (newt fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu