33. visioen

220 18 3
                                    

Ik deed mijn ogen open en zag dat ik niet in het bed lag van Newt zijn kamer. Ik taste rondom me. het enigste wat ik waarnam was koude en harde steen. Ik probeerde iets te zien, maar het was te donker. Ik ging rechtzitten in de hoop misschien beter te zien, maar alles was zwart. Ik zag in de verte een klein licht bewegen. Het kwam dichter en het was snel. Toen het zo'n twintig meter van me vandaan was, zag ik wat het was. Het was een griever, met zijn blubberend spek en zijn machine armen. Ik krabbelde overeind en keek achter me voor een uitweg. Nog meer Grievers, allemaal met een licht aan hun voorhoofd. Mijn hart begon in mijn keel te kloppen en ik voelde de adrenaline door mijn aders stromen. Ik keek rondom me, grievers, muur met klimop, grievers, muur met klimop. Ik had niet veel keuze, of ik zou in de grievers renner of ik zou op de muren klimmen. Ik schatte in welke het meeste kans had. Wie weet konden grievers niet klimmen, maar ik was daar niet zo zeker van. Het zou me niet eens verbazen als een van deze beesten opeens zijn vleugels zou spreidde en zou beginnen vliegen. Ik keek naar de muren, ze waren hoog, zoals in héél hoog. Ik zou het niet halen van hen, maar ik kon op zijn minst zeggen dat ik geprobeerd heb. Ik rende naar de muur achter me toe en nam de klimop vast. Ik trok me naar boven en zette mijn voeten tegen de muur. Mijn lichaam zo dicht mogelijk tegen het oppervlak. Ik begon te klimmen, na een paar meter begonnen mijn armen al te branden,maar ik bleef doorgaan. Dit kon niet mijn einde worden. Ik voelde de klimop bewegen, en wierp een blik  onder me. Een van de grievers was aan het klimmen en hij was niet de enige. De rest volgde op de voet. Ik keek snel terug naar boven en begon terug te klimmen, tevergeefs, de griever was veel sneller dan me en slecht een halve meter van me verwijderd. ik voelde koud metaal op mijn rug en paniek nam de overhand. Ik liet de klimop los en verwachtte naar beneden te storten, maar iets ving me op. Het was de griever die me nog steeds vast had in zijn (letterlijke) ijzeren greep, ik liet een van de luidste gillen horen. De griever liet op een wonderbaarlijke manier los en ik viel naar beneden. 

Wanneer ik de grond raakte voelde ik verassend genoeg, niets.


Ik hapte naar adem, met mijn armen die om zich heen probeerden te klauwen, maar zich niet eens konden bewegen. Mijn ogen schoten open en keek direct in een ander paar donkerbruine ogen. Ik herkende de kleur en de warmte, het waren de ogen van Newt. Hij was mijn naam aan het schreeuwen, maar werd overstelpt door een ander en veel luider gegil. Ik keek rond om te zien waar het geluid vandaan kwam, er was buiten ons twee niemand in de kamer. 

Toen besefte ik dat het gegil van mij kwam. Ik sloot mijn mond en opeens was het verassend stil in de kamer. Ik hoorde Newt –die nog steeds vlak boven me hing- een zucht slaken van opluchting. Ik opende mijn mond terug met een schrille "Dankje." Mijn keel deed pijn wanneer ik het woord uitsprak. Ik probeerde recht te komen, ondanks de pijn in mijn spieren. Newt bewoog synchroon met me mee en zat op de rand van het bed. Ik rilde nog steeds van de afschuwelijke nachtmerrie. Ik had al veel nachtmerries gehad, maar ze leken nooit zo... echt. 

Het voelde niet eens of ik droomde, het leek meer op een één of ander visioen. Alsof het elk moment zou kunnen gebeuren. Newt keek me bezorgd aan "Wat is er?" fluisterde hij zacht. Hij keek achter zich naar de deur, ik had zo'n donkerbruin vermoeden dat er iemand voor de deur aan het wachten was. ik schudde mijn hoofd "Nachtmerrie." zei ik zacht, alsof ik het zelf niet kon geloven. Hij keek me nog doordringerder aan "En wat gebeurde er in?" vroeg hij. 

Ik rilde toen ik terug aan de nachtmerrie moest denken "ik..., ik werd achtervolgd door Grievers en tja ik klom op de muren om te ontsnappen. Toen kreeg een griever me te pakken en ben ik naar beneden gevallen. Net op het moment dat ik de grond raakte werd ik wakker." Newt knikte en ik ging verder "maar het ergste was dat het zo echt leek. Het was eerder een soort van... visioen." Newt zijn ogen werden groot "Hoe bedoel je een.. visioen." Ik haalde mijn schouder op "Ik weet niet het leek eerder een soort van voorspelling. Het leek of het elk moment in het echt zou kunnen gebeuren." Hij schudde zijn hoofd " Dan weet ik één ding heel zeker." Hij keek me kort na zijn zin in mijn ogen, zijn uitdrukking was koud "je gaat niet rennen." 

Ik wou protesteren, maar Newt was me voor en hield zijn hand voor mijn gezicht. "Durf me niet tegen te spreken en te doen alsof je ook maar iets te zeggen hebt hier." Ik was geschokt door zijn kille en gemene reactie, maar ik was vooral ook boos. Ik voelde mijn gezicht rood worden en deze keer niet omdat ik verlegen of verliefd was, maar omdat ik woedend was. Tot in elke cel van mijn lichaam voelde ik een woede opborrelen en als ik hier niet snel wegkwam zouden er gewonden vallen. Ik duwde de lakens van me weg en stond recht. 

Ik voelde Newt zijn arm nog op die van mij, maar ik trok mijn arm weg. "Brenda, wacht. Ik bedoelde het niet zo.." het klonk als een smeekbede, maar ik negeerde die en was in een mum van tijd bij de deur. Ik gooide die open en zag Minho voor mijn neus staan. Hij blokkeerde de weg, ik wou langs hem gaan, maar hij bewoog synchroon mee. Ik gaf hem een knietje in zijn kruis en hij lag al te kreunen op de grond. Voor zo gespierd te zijn, was hij wel zeer kleinzerig. 

Ik stormde naar beneden en deed de buitendeur open. Er was nog niemand op de Laar, zelfs Wok was nog niet aan het koken. Ik maakte een pirouette om te kijken waar ik naartoe zou kunnen rennen. Ik zag het bos en de velden en besloot om daar naar toe te rennen. Daar zouden ze me minder snel vinden dan wanneer ik in het midden van de laar zou gaan zitten. Ik rende weer weg, ik was de laatste tijd zo goed in wegrennen. 

Het leek of ik wegrende van mijn problemen, in de hoop dat ze niet meer zouden volgen. Maar dat was het probleem juist. Je jaagt de problemen niet weg, je zorgt er gewoon voor dat je voorsprong groter wordt. En op een dag zullen die problemen je inhalen, hoe groot je voorsprong ook was.


Ik was al dieper in het bos gerend en was bijna aan het kleine beekje. Het was stil en ik hoorde elke voetstap, elke ademhaling van me. Ik zakte neer tegen een boom die aan de oever van het beekje stond. ik deed mijn schoenen en sokken uit en legde die naast me. Wanneer ik mijn benen strekte, lagen mijn voeten juist in het koele water. Ik legde mijn hoofd in mijn nek, maar mijn ogen bleven open, bang van de nachtmerries die me zouden kunnen overspoelen. Het was een ware kwelling om het zo te zeggen, vooral omdat ik wist dat dit binnen enkele weken wel eens realiteit zou kunnen worden. Ik strekte mijn armen en handen zodat elke spier gespannen was. Dit deed ik enkele keren en het werkte ontspannend. Ik ademde in door mijn neus en uit door mijn mond. Voor ik het wist waren mijn ogen dicht. Ik probeerde me nog te verzetten, maar viel tevergeefs in een diepe slaap, deze keer zonder nachtmerrie.


Krak, krak, krak,.. er was iemand in de buurt. Ik deed mijn ogen snel open en keek met een ruk op. mijn hoofd bewoog zo snel heen en weer dat het me een whiplash zou kunnen bezorgen. Ik zag links van me een groot gedaante, wanneer ik de slaap uit mijn ogen had gewreven, zag ik dat het Minho was. 

Hij stapte dichter een krabde in zijn haar "Eumh alles oké, Brenda?" ik knikte ook al wist ik dat het niet zo was. ik dacht even terug aan het moment dat ik Minho recht in zijn kruis had geshot. Ik keek hem verontschuldigend aan "Sorry van dat knietje trouwens, maar je stond dik in de weg." 

Hij grinnikte "Ja dat was eerlijk gezegd ook wel de bedoeling." Ik glimlachte en stond recht, ik kon hier niet eeuwig blijven zitten en er was veel werk te doen. ik stapte dichter naar Minho en stond vlak voor hem. Ik keek hem uitdagend aan "Om ter eerste aan de hoeve?" hij was al weg voor hij antwoord kon geven. Ik rende hem zo snel ik kon achterna en deze keer rende ik naar de problemen toe.

Run For Your Life (newt fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu