Chapter twenty-four: Blue monday

108 2 0
                                    

Aan al het leuke komt een einde. Zo ook aan de vakantie in Oostenrijk. Het was iets wat ik nog nooit had meegemaakt. Ook al waren er minder leuke momenten, kijk ik er toch met een goed gevoel op terug. Zo als oud en nieuw vieren met de familie Hamilton. Ze verschillen als dag en nacht van elkaar, wanneer er een goede fles wijn op tafel staat. Ze komen los. Ze zijn niet meer zo strikt en serieus. In geen tijden had ik mij zo vermaakt. Maar goed, nu zijn we weer thuis. Het nieuwe jaar is al twee weken bezig. Eerlijk gezegd kan ik niet wachten totdat het weer december is. Dit keer ga ik niet mijn enkel kneuzen.

'Hier,' Christopher gooit een bruine enveloppe van A3 formaat voor mij neer op het eiland. Ik leg mijn theeglas aan de kant, 'Wat is dit?' Vraag ik. 'Maak open,' zegt hij. Zijn telefoon gaat af in zijn zak, zijn hand glijdt ernaar, 'You'll enjoy it.' Al bellend loopt hij de keuken uit. Wat is dit? Zuchtend haal ik de bruine enveloppe van het eiland. Zal het een contract zijn? Voorzichtig open ik het. Mijn hand gaat erin en haal er de papieren uit. 'Oh my fucking god!' De opwinding giert door mijn lichaam. Te snel om het goed te bekijken, blader ik door de foto's. Heeft hij dat echt gedaan? In mijn hand hou ik foto's die zijn genomen op de avond dat ik verloofde met Christopher. Ze zien er prachtig uit, zo sprookjesachtig. Ik had helemaal niet door dat er foto's werden gemaakt. Zachtjes bijt ik op mijn lip. Ik ben wel blij dat ik niet met hem heb lopen rollenbollen daar. Dat zou gênant zijn geweest.

Mijn telefoon gaat. Half kijkend, kijk ik wie er belt. Wacht, wat? Ik dubbelcheck het. Het is Maya. Zonder wikken of wegen, druk ik de oproep weg. Zij is wel de laatste persoon waarmee ik wil praten. Met de foto's in mijn hand, ga ik op de barbank zitten. Genietend kijk ik aandachtig ernaar. Dit moet wel één van de liefste dingen zijn die hij heeft gedaan. Haast verliefd staar ik naar de foto die ik in mijn handen hou. De foto is genomen op het moment dat Christopher en ik aan het schuifelen waren. Het is prachtig. De kleding die we dragen, de omgeving. Ik ben echt gelukkig met hem. Weer gaat mijn telefoon af. Een geïrriteerde zucht verlaat mijn lippen. Met moeite buig ik over de bar, om mijn telefoon te reiken.

'I have nothing to say to you,' vertel ik haar.
'Pandora..' Klinkt haar stem zacht. Ik druk mijn volume omhoog. Hoor ik haar snikken, is ze aan het huilen?
'He.. he beat me. I..'
Mijn hart zakt naar de grond. Maya klinkt extreem overstuur. Ik hoor haar huilen aan de telefoon. Wie heeft haar geslagen?
'I.. I am scared...'
Haar stem klinkt zo breekbaar, zo fragiel. Langzaam sta ik op, 'Where are you now?' Ik probeer zo kalm mogelijk te klinken.
Een huilende vrouw hangt aan mijn telefoon, 'He will kill me.. I'm so scared!'
Rillingen lopen over mijn rug. Wat moet ik doen, wat moet ik zeggen? Is ze veilig. Waar is ze?
'Are you with him now?'
Ze haalt een paar keer haar neus op, 'No..' Opgelucht adem ik uit, dat is goed.
'Where are you, I'll get you.'
Het blijft stil aan de andere kant van de lijn, te stil. 'Maya?' Er is geen gehoor. Nu maak ik mij al helemaal zorgen. De stilte word gevolgd door het geluid van een opgehangen gesprek. 'Fuck!'

Als een zombie loop ik de woonkamer in. Levenloos laat ik mij op de bank vallen. Waar is Maya? Christopher loopt de woonkamer in. Hij is druk aan het typen op zijn telefoon, even kijkt hij op, 'Wat is er met jou?' Peinzend bijt ik op de nagel van mijn duim. Hij zal vast niet in de startblokken staan om haar te helpen. Al is dit wel een extreme situatie. 'Chris?' Hij blijft typen, 'Hmm?' Verlegen sla ik mijn armen over elkaar, 'Kan jij een nummer uitpeilen?' Christopher blijft gefocust op zijn scherm. Hij gniffelt, 'Ik ben geen FBI.'

Mijn ogen gaan over hem, 'En Samuela, kan je die niet vragen?' Eindelijk kijkt hij op, hij ziet er gehaast uit, 'Pandora, waar gaat dit over?' Ik voel mijn hart kloppen in mijn keel, 'Maya.' Hij stopt zijn telefoon weg, 'Why should I care?' Vraagt hij dan. 'Ze belde mij,' ik sta op van de bank, 'Ze is in gevaar.' Nonchalant haalt hij zijn schouders op, 'Wat wil je eraan gaan doen.' Ik irriteer mij aan hoe harteloos hij is op dit moment. Ook al interesseert het hem misschien niet, voor mij is dit belangrijk. Dus zou hij iets meer emotie moeten tonen. 'Ik weet niet wat ik moet doen. Ik weet niet waar ze is.' Hij schuift zijn handen in zijn zakken, nog steeds ziet hij er niet geboeid uit, 'Je denkt dat ze in gevaar is.' De manier waarop hij het zegt, klinkt niet als een vraag. Ik knik, 'Ja.'

UnbreakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu