Chapter seventeen: Gimme love

117 3 2
                                    

Langzaam maak ik mij los uit onze omhelzing. Onze ogen blijven gesloten op elkaar. Zachtjes bijt ik op mijn onderlip, 'Chris?' Met prangende ogen kijkt die rustig naar mij. Mijn hand glijdt naar de zijne. Zijn hand pak ik teder vast. Zwijgend loop ik met hem aan de hand, naar de wasbak, waar ik de kraan open. In een zachte straal, stroomt het water eruit. Zorgvuldig schuif ik zijn beschadigde hand onder de straal water. Voorzichtig spoel ik zijn hand schoon. Ik voel zijn ogen op mij branden. Verlegen blijf ik gefocust op zijn hand, 'Je moet de wond goed schoon houden,' zeg ik, 'Anders infecteert het.' Met rode wangetjes verzorg ik zijn hand.

'Trouw met mij.'

'Wat?' Komt een meer in een zucht uit, dan een woord. Al het bloed stroomt naar mijn wangen. Onthutst kijk ik hem aan. Hij trekt zijn hand weg van onder de kraan. Niet veel zeggend, schudt hij zijn hoofd, 'Vergeet het,' zegt die dan. Van het aanrecht pakt hij een doek, waarmee hij zijn hand droogmaakt. Zijn blik laat de theedoek niet los, toch zie ik een diepe nadenkende frons op zijn gezicht. 'Wat is er?' Vraag ik behoedzaam, niet wetende of hij er wel antwoordt op gaat geven. Steeds trager dept hij zijn hand. Moeilijk kijkt hij op, 'Misschien-' Peinzend bijt hij op zijn lip, 'Misschien moet je met iemand gaan praten. Iemand die er verstand van heeft.' Ik snuif mijn neus op, 'Waarover?' Hij legt de theedoek aan de kant, 'Je drugsprobleem en je verkrachting.'

'Pff,' ik rol met mijn ogen, 'Dat is niet nodig.' Met de blik alsof die met stomheid is geslagen, schudt hij zijn hoofd, 'Niet nodig zeg je?' Zwijgzaam kijkt die naar mij, voordat hij verder praat. Zijn aanblik is angstaanjagend, hij ziet eruit alsof niet ieder moment kan afgaan. In tegenstelling tot zijn houding en stem, die zijn juist heel kalm. Precies hetgeen wat het zo eng maakt.
'Als jij dat denkt, dan zit er echt iets niet goed bij jou.' Zwaar beledigd vult mijn lichaam zich met adereline, 'Noem jij mij nou fucking dom!' Met een onderdrukte grijns kijkt die naar mij, 'Ik weet het niet Pandora. Misschien moet jij even heel hard gaan nadenken wat jij met je leven doet.' Opgewonden met woede, schaatsen mijn kaken stevig over elkaar.

Vanuit mijn ooghoek zie ik iets glimmen op het aanrecht. In een snelle seconde kijk ik ernaar. Het is een scherp keukenmes. Zal ik? Gewoon om hem even bang te maken.
'Doe het.' Geschrokken kijk ik naar Christopher. Hij staat er nonchalant met zijn handen in zijn zakken, 'Pak het mes,' hij wijst er met zijn ogen naar, 'En zet hem aan mijn keel.' Scherp blijft hij op mij gericht, 'Dat wil je toch?' Met de meest intense blik ever, blijft hij naar mij kijken. Verward schud ik mijn hoofd, 'Nee.. nee!'

Rustig slaat hij zijn armen over elkaar, 'Wat wil je dan wel.' Ik herken zijn blik. Zo kijkt Ashton ook altijd wanneer hij mij ondervraagt over Christopher. Het geeft mij een onprettig gevoel. Het lijkt net of die mijn dan aan het observeren is. Onverschillig haal ik mijn schouders op, 'Ik wil verdoofd zijn.' Verlegen kijk ik naar hem. Strikt wijst hij naar mij met zijn vinger, 'Dit is precies de reden waarom jij met iemand moet praten. Als jij zo doorgaat, lig je met een overdosis in het ziekenhuis.' Wat moet ik hierop zeggen. Het is niet dat hij ongelijk heeft. Zoals het er gister aan toe ging, had het zomaar kunnen gebeuren. Gisteren...

Verontwaardigd kijk ik naar hem, 'Hoe wist jij waar ik was.' Stijf houdt hij zijn lippen op elkaar. 'Stalk jij mij?' Hij buigt iets voorover, zijn gezicht duwt hij in die van mij, 'I keep an eye on you at all times,' fluistert hij zoet. Stomverbaasd zet ik een stap naar achter. What the.. 'Ik verlies jou en je vrienden nooit uit het oog.' Oh my god.. Met open mond staar ik hem vol ongeloof aan. Hij gniffelt, 'Nee tuurlijk stalk ik je niet, gek. Je belde mij. Je had alleen niet door dat je mij belde.' Simpel kijkt hij mij aan.

Serieus? Ik geloof hem niet. Snel pak ik mijn telefoon uit mijn zak. Direct ga ik naar mijn contacten. Tot mijn verbazing zie ik dat ik Christopher inderdaad heb gebeld. Oeps.. Beschaamd schuif ik mijn telefoon terug in mijn kontzak. 'En nu?' vraag ik voorzichtig, 'Ga je mij in een kliniek stoppen?' Aan zijn gezicht te lezen, gaat hij nee zeggen, 'Ik ga je nergens toe dwingen.' Zenuwachtig frutsel ik aan mijn broek, 'Maar?' Hij zucht diep, 'Pandora, jij kan niet voor jezelf zorgen. Als je met die mensen om blijft gaan, zal het je ondergang worden.'

UnbreakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu