Chapter eleven: Doom

150 4 4
                                    

Er zijn veel weken voorbijgegaan. Drie maanden geleden, kwam ik met veel hoop naar Engeland. Ik dacht dat het de beste keuze van mijn leven was. Alles leek zo perfect, niks kon verkeerd gaan. Helaas kan je niet in de toekomst kijken. Ook al ging niet alles zoals gepland, heb ik wel Ashton leren kennen. En twee enthousiaste vrienden van hem. Voor geen goud zou ik dat gemist willen hebben. Naast dat, heb ik ook Christopher ontmoet. Ik leerde hem kennen als een man die veel eisen stelt, koud is en dingen doet zonder een schuldgevoel. Dat is de Christopher die ik kende. De afgelopen maanden gedraagt hij zich anders. Hij lijkt moe. Ik heb hem lopen uitdagen, hem uitgescholden, brutale opmerkingen gemaakt, echt alles. Maar hij reageerde er niet op. Met een schaapachtige blik keek hij naar mij. Opgegeven moment had ik geen paniek meer dat hij mij zou straffen.

De zomer is over. De blaadjes vallen van de bomen, het weer is kouder en het regent dagelijks. In de afgelopen tijd, heb ik veel tijd doorgebracht met Ashton. Christopher was er fysiek als mentaal niet. Wanneer hij wel thuis was, dan leek hij met zijn gedachten op een andere planeet te zitten. Als ik ernaar vroeg, dan begon hij over iets anders te praten. Meestal iets onbenulligs, iets wat totaal niet met het onderwerp te maken had. Maar goed, na enige tijd ben ik het gewend geworden van hem.

'Waar woonde jij? In Nederland?' vraag ik. Ik kijk naar Ashton die tegenover mij in de table booth zit. Hij zet zijn glas cola neer, 'Groningen,' antwoordt hij mij, bijna stralend, 'Hartje Groningen. Ik woonde daar met mijn moeder en stiefzusje.' 'Jij?' vraagt hij terug. Ik haal mijn rietje uit mijn mond, waar ik chocomel uit aan het drinken was, 'Utrecht,' antwoord ik hem. Geïnteresseerd kijkt hij naar mij, 'Heb ik jou ooit over mijzelf vertelt? Mijn familie enzo?' Even denk ik na. Het enige wat ik van zijn familie weet, is dat hij een oom heeft. Een oom met een zieke vrouw. 'Nee,' zeg ik dan en schud mijn hoofd. 'Wil je het weten?' vraagt die. 'Ja tuurlijk, ik wil alles over jou weten!' Lach ik naar hem. 'Oke... Ik ben geboren in Engeland. Op mijn 15e verhuisde mijn moeder met mij naar Nederland. Een nieuwe start.' Luisterend draai ik aan mijn rietje, 'Waarom verhuisde je naar Nederland?' Hij pakt zijn glas vast, met een diepe frons in zijn gezicht, kijkt hij ernaar, 'Mijn ouders waren nou niet bepaalde de perfecte match.'

Mijn mond valt een klein beetje open, 'Heb jij je vader dan niet meer gezien, sinds je 15e?' Lichtjes schudt hij zijn hoofd, 'Niet dat ik daar behoefte aan heb. In een zekere zin heeft die veel raakvlakken met Christopher.' Met steeds meer interesse luister ik naar hem, 'Wil je zeggen dat jouw vader ook erg... Eisend is?' Bevestigend knikt hij, 'Dat is de reden dat mijn moeder bij hem wegging.' Mijn mondhoeken krullen omhoog, 'Is dit een stille hint, Ashie? Moet ik ook weg bij Christopher?' Hij haalt een hand door zijn haar en schuift tegen de bank aan, 'Alles wat ik je kan zeggen is, dat ik je altijd zie rondlopen in jurkjes. De eerste keer dat ik je zag had je een broek aan. Nu draag je nooit meer een broek.' Mijn wangen worden rood. Ik weet dat hij niet door mij heen kan kijken, maar soms voelt dat wel zo. 'Het is comfortabeler,' verzin ik. Ongelovig kijkt die naar mij, 'O ja? Ook met dit koude weer?'

'Ashton motherfucker Scott!' De kamer wordt gevuld met een harde mannenstem. De blik van Ashton veranderd. Hij kijkt alsof die een gedaante uit het verleden ziet. 'Ga naar boven, Pandora.' Zegt hij kil, met zijn blik gevestigd op de persoon. 'Wat?' Haastig draai ik mijn gezicht. Er staat een jongen van onze leeftijd. Het is... Het is alsof ik naar het gezicht van Ashton aan het kijken ben. Snel draai ik mij naar Ashton. Met mijn ogen scan ik zijn gezicht. De twee jongens hebben identieke gezichten. Hij staat op van de bank, 'Naar boven, nu!' Schreeuwt hij bijna. Ook al zit ik vol nieuwsgierigheid, doe ik wat hij zegt. Op dit moment ziet hij er niet uit dat hij veel uitleg gaat geven.

Al een tijdje zit ik boven. Beneden klinkt het niet goed. Ik hoor geschreeuw, stoelen die verschuiven, glas dat breekt op de grond en nog veel meer geschreeuw. Af en toe hoor ik iemand vallen en twee mensen die duidelijk aan het vechten zijn. Dit is zo'n machteloos gevoel. Ik zit hier op zijn kamer, te wachten totdat het voorbij is. Wat is er gebeurt? Dat is wat ik mij afvraag. Ik heb Ashton nog nooit zo boos zien kijken. Zelfs niet toen ik drugs op had en hij boos was.

UnbreakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu