Chapter nine: I'm done

161 4 4
                                    

Ik ben al een tijdje wakker. Met een leeg gevoel in mij, staar ik doelloos naar het plafond, terwijl ik in mijn bed lig. Gisteravond was heftig. Ik was zo uitgeput. Om acht uur was ik al in mijn bed gaan liggen. Urenlang heb ik lopen huilen. Opgegeven moment werd het huilen vervangen door gillen. Het was zo erg, dat ik zelf niet doorhad dat ik aan het schreeuwen was. Christopher zat beneden, maar was naar boven gekomen omdat hij mijn krijsen hoorde. Hij was naast mij op bed komen liggen. Met mijn rug naar hem toe, hield hij mij stevig vast. Uiteindelijk werd ik kalmer en ben ik in slaap gevallen. Ik zucht diep. Als ik niet in dat stomme glas was gaan staan, dan was het niet gebeurt. Dat is wat de hele tijd door mijn hoofd speelt.
'Hi.' Levenloos kijk ik op. Christopher loopt mijn kamer in. Hij komt naast mij op de rand van het bed zitten. Traag kom ik wat omhoog en plaats mijn rug tegen de koude muur aan. 'Ik heb met Daniël gesproken. Hij neemt je zaak serieus. Straks ga ik naar hem toe om het te bespreken.' Ik zou blij moeten zijn, alleen zit er totaal geen emotie in mij. Een zwak glimlachje geef ik hem. Bedenkelijk legt hij zijn ogen op mij, 'Weet je zeker dat je dit wilt doen?' Vastberaden knik ik. 'Oke,' hij staat op, 'Ik zie je later.'

_____

De hele middag heb ik in de tuin gelegen. De zon deed mij goed, daardoor heb ik weer een beetje energie gekregen. 'I should tell her.' Hoor ik de gedempte stem van Christopher. Opgeschrikt door zijn plotselinge stem, kijk ik achter om. In de keuken staan de twee mannen. Beide hebben ze strakke gezichten. Ze kijken alsof er iemand dood is. Zorgvuldig zet ik mijn voet neer op de grond. Voorzichtig trek ik mij op van het ligbed. Met een slakkentempo, loop ik de keuken in. 'What's going on?' vraag ik. Daniël en Christopher staan tegenover mij, aan de andere kant van het eiland.
'Thompson en ik hebben je zaak besproken.' Het gezicht van Christopher ziet er niet goed uit, alsof die op het punt staat om mij slecht nieuws te vertellen. 'Het ding is, Pandora,' even houdt hij een pauze in zijn zin, 'Er zijn geen getuigen of dna. Er is geen bewijs.' 'Hoezo geen bewijs?! Ik was er zelf bij!'
Zachtjes schudt hij zijn hoofd, 'Dat is niet genoeg.'
Lichtelijk teleurgesteld kijk ik hem aan, 'Dus dit is het? Je geeft mij op?' Mijn ogen rollen over de gezichten van Daniël en hem. 'Nee, ik geef je niet op,' zegt hij tot mijn opluchting. Gevouwen plaats hij zijn handen onder zijn kin. Waarom ziet hij er nog steeds niet hoopvol uit?

'Ik moet wat van je vragen, Pandora. Ik wil dat je er goed over na denkt.' Luisterend knik ik gespannen. Wat gaat hij van mij vragen? 'Om bewijs te krijgen tegen Hugo, moet we-' Weer valt hij stil, met een pijnlijke blik in zijn ogen kijkt hij naar mij, 'Moeten we hem zien wanneer hij bezig is.' Onrustig draai ik aan mijn ringen, 'Wat vraag je nou eigenlijk van mij?' Bang voor zijn antwoord, bijt ik zenuwachtig op mijn lippen. Christopher zucht diep, 'Je moet met hem alleen zijn, in een kamer.'

Wild schud ik mijn hoofd, 'Nee... Nee!' De angst gaat door mijn lichaam heen. Ik kan niet met hem alleen zijn in een kamer. Christopher wijst naar zichzelf en Daniël, 'Wij zijn dichtbij. We volgen alles. Daniël zal ervoor zorgen dat er camera's hangen in de kamer.' Ik hou mijn lippen stijf op elkaar, met paniek in mijn ogen, kijk ik naar de man die voor mij staat. Kalm praat hij verder, 'Je moet het erger laten lijken, dan dat het is. Het is belangrijk dat je duidelijk en hoorbaar nee roept.' Het enige wat ik kan, is schudden met mijn hoofd. Ik kan echt niet met Hugo alleen in een kamer zijn. 'Op het moment dat hij te ver gaat, kom ik naar je toe,' zegt hij. Beseft hij wel wat hij zegt, wat hij van mij vraagt?! 'Je moet Hugo vertellen dat er camera's in de kamer zijn. Anders is er een kans dat het bewijs niet geldig is.'

Mijn hoofd voelt zo vol aan. Ik heb amper kunnen verwerken wat er gister is gebeurd en nu komt hij met dit. 'Is... Is er geen andere manier?' vraag ik voorzichtig, vrezend voor zijn antwoordt. De blik van Christopher gaat naar zijn advocaat. Het lijkt alsof die mij opnieuw iets moeilijks gaat vragen. Hij draait zijn hoofd terug naar mij. 'De eerste keer toen Hugo jou-' Hij maakt zijn zin niet eens af, 'Was dat veilig?' Beschaamd haal ik mijn schouders op, 'Ik denk het niet...' antwoord ik hem zachtjes. Moeizaam haalt hij nadenkend een hand door zijn haar, 'Nu is het jouw woord, tegen de zijne. Als je zwanger bent, dan is er al een stuk meer bewijs tegen Hugo.'

UnbreakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu