1.4. Melissaadmiraal12

162 6 6
                                    

Ciah POV Ik kijk naar de roos in mijn hand. De blaadjes zitten perfect in elkaar gedraaid en de doorns staan tegen de stengel waardoor het onmogelijk is om je te schaven. Mijn handen strelen zachtjes de witte blaadjes die een zoete geur achterlaten op mijn vingers. Ik heb altijd al gehouden van de geur van rozen. Ik breng mijn vingers naar mijn neus en de zoete geur dringt mijn neusgaten binnen. Ik zie hem overal, in de roos in mijn hand, de bloemen in het veld waar weer nieuwe knoppen opengaan en bovenal in het vlammetje van de kaars op mijn houten bureautje. Ik druk heel even mijn oogleden stijf op elkaar om zijn gezicht weer voor me te zien. "Het spijt me Ciah, maar ik moet gaan..." Had hij gezegd en toen sprong hij en... Een traantje loopt over mijn wang en drupt via mijn kin op de witte roos. Hij móést gaan, we pasten gewoon niet. Hij heeft een gave en ik niet... Hij mag niet verstoten worden, dat verdient hij niet. Dat is precies wat ik zei, de woorden waar ik nu oneindig veel spijt van heb. Hij is altijd zo goed voor me geweest en ik denk niet dat ik ooit nog van iemand kan houden zoals hij... Niet te geloven dat ik drie dagen geleden nog gewoon samen met hem was... 《Drie dagen eerder》 "Dylan!" Roep ik en ik geef hem een zacht duwtje. "Wat?" Zegt hij lachend, "waarom kan je daar niet om lachen?!" "Je kán niet zomaar iemand er van langs geven met een vuurbal, dat is gemeen!" Zeg ik terwijl ik net zo goed weet dat ze het helemaal verdiende. "Vond je het dan niet een beetje grappig, een gillende Thalia met een broek die op een... nare plek was opengebrand waardoor je haar Hello Kitty onderbroek kon zien?!" Zegt hij. "Misschien een beetje..." Geef ik mokkend toe. "Lach dan!" "Dylan Conway, als je je krachten zo blijft misbruiken krijg je nog problemen!" Zeg ik met een quasi-streng stemmetje. "O mejuffrouw, doe me alstublieft geen pijn!" Speelt Dylan het spelletje mee. "Dylan, natuurlijk niet!" Giechel ik. "Weet ik toch!" "Pfff!" "Hey Ciah." "Ja?" "Heb je zin om vanavond ergens te gaan eten?" "Eh... oké!" Vroeg hij me nou net mee uit? Hij kent me pas een paar dagen! 《Die avond》 Ik loop langzaam het restaurantje in. Het is een klein restaurantje en overal hangen geurende, witte rozen. Het lijkt alsof iedereen alleen maar kan glimlachen want er kijkt niemand nors of verveelt. Ik zie Dylan eerst niet maar dan hoor ik zijn stem achter me, "Boe!" Ik slaak een gilletje en draai me quasi boos om, "Dylan, gemenerik!" Hij grinnikt, "goede beschrijving Ciah." Hij leidt me naar een schattig tafeltje voor twee in de hoek van het restaurantje. Er staat een witte roos in het midden van het tafeltje. "Ahhh, wat schattig..." Murmel ik. Hij glimlacht even bij die woorden en steekt dan het kaarsje aan met zijn vinger. Dit is waarschijnlijk een restaurantje waar hij zijn krachten gewoon kan gebruiken. Er komt een ober aangelopen. "Hallo Dylan!" Zegt de ober opgewekt om vervolgens nors naar mij te kijken, "En wie is dit...?" "Dit is Ciah, een vriendin van school." "Sorry alleen toegestaan met krachten!" Zegt de ober en hij werpt een vuile blik op mij. "Maar ze heeft krachten!" Zegt Dylan, wacht wát zegt hij nou? Heb ik krachten dan? "Laat dan zien!" "Eigenlijk kan ik dat niet..." Zeg ik zachtjes. "Dacht ik al!" "Wacht, wat ze bedoeld te zeggen is dat ze haar krachten nog niet goed onder controle kan houden dus daarom is het gevaarlijk als ze het laat zien. "Goed dan," zegt de ober nors, "dat meisje mag blijven." en hij loopt weg. "Ligt het aan mij of mag die ober me niet?" Zeg ik. "Hij mag je niet." Antwoordt Dylan meteen en hij lacht waardoor er van die schattige kuiltjes in zijn wangen ontstaan. Er komt een andere ober aangelopen (godzijdank) om onze bestelling op te nemen. Ik neem Spaghetti en Dylan een gerecht dat ik niet ken met krab. Tijdens het eten betrap ik mezelf er af en toe op dat ik naar Dylan zit te staren. Niet doen Ciah, Zeg ik tegen mezelf, laat nou niet merken dat je hem leuk vindt! Ik vind hem al een tijdje leuk maar tot nu toe zat ik altijd in de friends-zone. Ik dacht dat het eindelijk meer dan vrienden zou worden toen hij me hier naartoe meevroeg maar net noemde hij me nog 'een vriendin' dus ik maak geen schijn van kans. Misschien wel helemaal nooit... Ik schrik op uit mijn gedachten door de gemene ober die onze borden op komt halen, "De rekening." Dylan fluistert wat in zijn oor en hij knikt. "Kom je?" Vraagt Dylan en ik knik. Ik schuif mijn stoel een stukje naar achteren en sta op. We lopen naar de uitgang en als ik op mijn fiets wil stappen houdt Dylan me tegen, "ik moet je nog iets laten zien." "Oh Dylan, je maakt me nieuwsgierig!" "Je bedoeld zoals je altijd bent? Grapje!" "Een grapje?" Zeg ik quasi verbaasd. Hij schiet in de lach en ik doe vanzelf mee. Als we een beetje uitgelachen zijn (daarmee bedoel ik: Als híj uitgelachen is en ík nog steeds de slappe lach heb) neemt hij me mee door een steegje. Als we uit het smalle steegje komen staan we ineens voor een enorme afgrond. Ik word er even stil van maar Dylan pakt me bij mijn pols en sleept me mee naar een grote rots bove de afgrond. We gaan allebei zitten en ik laat mijn voeten zachtjes over de rand bungelen. "Let op..." Zegt Dylan en hij vuurt een vuurballetje af de afgrond in. Na een tijdje horen we en soort rare plof en de vuurbal is verdwenen. "Waar...? Wat...? Hoe...?" Breng ik moeizaam uit. "En portaal," Verklaart hij, "al ik hier in spring kom ik vlak bij mijn huis uit." "Cool!" "Maar als iemand als jij, Ciah, er in springt valt 'ie te pletter." "Iets minder cool!" Uit reflex pak ik zijn hand vast, "wat als ik naar beneden val en..." "Je valt niet. Ik heb je." Zeg hij en hij legt zijn andere hand op mijn arm. Een trilling schiet door mijn lichaam heen en ik trek mijn armen terug. "Dylan, ik moet... gaan." Zeg ik en ik sta snel op, wat doet hij met me?! "Wacht Ciah!" "Wat is..." Hij drukt zijn lippen op de mijne en alle vogels vallen stil. Ik hoor mijn hart bonzen en ik voel me licht worden in mijn hoofd. Na iets dat uren lijkt te duren verlaten zijn lippen de mijne en hij kijkt me aan. "Ciah?" Vraagt hij zachtjes, "Is alles oké?" Nu besef ik pas dat ik waarschijnlijk voor me uit sta te staren. Zijn ogen priemen zich in de mijne en eindelijk word ik 'wakker'. "Ik, en Jij en..." Stotter ik. "Ciah, als je niet wilt dan..." "Nee! Juist heel graag!" Krijg ik er uit. Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht en ik lach terug. 《heden》 Het ging allemaal zo snel. De volgende dag na school nam hij me weer mee naar de rots. Hij zei: "Ciah... Ik moet gaan, ik kan hier niet blijven." "Waarom niet?" Had ik gevraagd. hij legde zijn hand op de mijne en fluisterde dat het gewoon niet kon. "Jij en ik... we zijn gewoon anders!" "Alsjeblieft Dylan, ga niet!" Smeekte ik hem maar hij ging toch. "Het spijt me Ciah, het moet gewoon." Toen sprong hij en ik kon alleen maar hopeloos toekijken...

Ik vind het leuk bedacht om ook eens een onmogelijke liefde te lezen.

Ik geef je een 7,7

(klopt het nu wel?)

schrijf wedstrijdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu