4.2. x-Melis-x

49 3 9
                                    

-"Camille en..." Begint Juf Simone tegen de klas, het is zo stil dat ik een speld kan horen vallen. Niemand wil met mij. Natuurlijk willen ze niet met mij. We zijn de groepjes in de klas aan het verdelen voor het nieuwe project; de meeste kinderen denken nu bij zichzelf dat ze heel graag bij hun beste vrienden willen. Ik zou dat ook doen, als ik vrienden had. Het enige dat ik nu kan denken is: Alsjeblieft níét Zach... Zach is de populairste jongen uit de klas. Hij heeft altijd meisjes om hem heen hangen, zover dat kan in groep acht. "...Zach." Maakt juf Simone haar zin af en ik kreun, waarom heb ik altijd pech? Zach loopt met, zoals altijd, een lompe grijns naar me toe en fluistert, "Oké Camille, dit vinden we allebei niet leuk dus zullen we dit even snel afhandelen?" Ik knik en meteen weet ik dat ik weer eens heel dom overkom, ook al heb ik VWO advies. Als alle groepjes zijn gemaakt gaat de bel. Ik loop naar buiten maar Zach houdt me tegen, "waar denk jij heen te gaan?" "Eh... naar huis toe?" Zeg ik een beetje gedesoriënteerd. Ik wil weer doorlopen maar Zach houdt me weer tegen, "en het project dan? Het is te kort tijd om er alleen op school aan te werken hoor!" Ik rol met mijn ogen. Alsof school ook maar iets voor die populaire Zach betekent. "Ik dacht dat lompe sukkels als jij niet hielden van school of iets dat daar mee te maken heeft, of kan zo'n stom project je ineens wel schelen?" "Kom op Camille, dat ik meer vrienden heb dan jij betekent nog niet dat ik geen goede cijfers wil halen, hoor!" Zegt Zach een tikkeltje boos nu. "Oké dan... morgenmiddag na schooltijd bij jou?" Vraag ik. "Oké, vergeet niet je pen en papier mee te nemen, hè!" Zegt hij en ik knik. "Vandaag op school gaan we niet werken aan het project, maar morgen wel weer. Ik hoop dat jullie al zijn begonnen en plannen hebben gemaakt," begint juf Simone, "plannen is heel belangrijk op de middelbare school, weet je." De hele klas slaakt een zucht want we weten dat juf Simone een enorme preek gaat houden over plannen en hoe je dat later kan toepassen in je dagelijks leven, bla, bla, bla... Ik ben ongelofelijk blij als, na een volgens mij veel te lange tijd, de bel gaat als teken dat ik weg mag. Ik wil naar mijn fiets lopen, die in het verlaten fietsenrek achter school staat als iemand achter me aan komt. Nou ja, meerdere iemanden... "Hey Camille, lekker dagje gehad?" Ik krimp ineen als ik de stem hoor. Het zijn een paar van die vreselijke vrienden van Zach, volgens mij heet die blonde Lloyd, ze pesten me al mijn hele leven bijna. "Laat me met rust..." Piep ik, ik was juist zo blij dat ze gisteren niet kwamen. Vast omdat Zach er bij was. Ze gaan met z'n vijven om me heen staan en ik ben verplicht om een paar stappen naar achteren te zetten. Ze kijken me dreigend aan en ik wil naar achteren stappen maar ik voel de ijskoude, betonnen muur tegen mijn rug. "Ja, nu kan je nergens meer heen hè!" Zegt een bruinharige jongen, hij heet Jason geloof ik, en Lloyd lacht met hem mee. "Kijk haar gezicht!" Lacht Lloyd en als me dit niet meerdere keren eerder was overkomen zou ik denken dat ze me niet echt pijn zouden willen doen. Ik haal mijn handen door mijn lichtbruine, golvende haren en ik probeer langs de muur weg te schuiven van Lloyd en James. "Ach, kijk eens het vogeltje," Vogeltje is mijn bijnaam geworden sinds een paar dagen, "ze is zo klein en bang." "Ach, wat zielig!" Zegt James en hij is de eerste die me raakt. Op mijn wang. Hij wordt snel gevolgd door een andere bruinharige jongen en hun vuisten laten brandende plekken achter op mijn wang en kaak. Ik zie heel even overal sterretjes, waarom moet mij dit overkomen? De rest van de jongens beginnen me ook te slaan, als ik ergens nog geen blauwe plekken had heb ik ze daar nu wel en ik ruik de ijzige geur van bloed. Een paar druppeltjes hoor ik de grond raken en ik val achterover tegen de muur. Mijn hoofd bonkt als ik de grond raak en op het moment dat ik meer klappen verwacht stopt het. Na een tijdje voel ik een warme hand durf ik een oog te openen. "Zach?" Vraag ik verbaasd, ik wil rechtop gaan zitten maar ik voel overal pijn. Mijn maag, mijn zij maar vooral mijn hoofd. Mijn hoofd bonkt als een gek waardoor ik heel even weer sterretjes zie. "Camille, is alles goed?" Vraagt Zach met een bezorgd gezicht. "Wat denk je zelf?" Kreun ik, "Je 'lieve' vrienden hebben me helemaal in elkaar geslagen!" Pas nu ik het hardop zeg weet ik hoe serieus het klinkt. Ze slaan me elke dag in elkaar en ik heb er nog nooit over gepraat! "Dat meen je niet, Camille!" Hij klinkt best geloofwaardig, alsof hij er echt nog niets van wist. Ik snik en leg mijn hoofd in mijn handen, "doe nou niet alsof je er niets van wist! Waarom was je er anders?" "Hoe wilde je anders bij mij thuis komen, in je eentje? We moesten aan het project, weetje!" Zegt hij. Ik knik langzaam, nog steeds ongelovig. "Je hoeft me niet te geloven maar ik wil wel dat je weet dat ik je niet heel erg háát." Zegt Zach en ik kijk hem dankbaar aan. "Meen je dat?" Vraag ik dankbaar. "Ja, en heel misschien kunnen we wel vrienden worden..." Zegt hij met een klein lachje op zijn gezicht. Ik geef toe dat hij er zo best schattig uit ziet, met die kuiltjes in zijn wangen. "Maar eerst brengen we jou naar de dokter, dit ziet er niet goed uit!" Zegt Zach en hij geeft me een hand. Langzaam hijs ik mezelf overeind. Ik wil mijn fiets al pakken maar dan merk ik dat mijn banden helemaal plat zijn. "Wat een rotstreek!" Mompel ik bij mezelf, maar niet zacht genoeg want Zach hoort het. "Wil je bij mij achterop?" Vraagt hij en ik neem zijn aanbod maar al te graag aan.

————————————

9,1

schrijf wedstrijdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu