hoofdstuk 20

435 32 2
                                    

Claire

Een paar uur later stormen er mensen de kamer binnen, waardoor ik opschrik. Ik zie mijn vader en moeder in de deuropening staan en ze halen opgelucht adem als ze zien dat we in bed liggen. André is ook wakker geworden en kijkt om zich heen, alsof hij niet weet waar hij is.

'Hebben we de aanval overleefd?' Mijn vader knikt en kijkt naar de gehechte wond van André. 'Wie heeft dat gehecht?' 'Claire.' Mijn vader wendt zich tot mij en kijkt me diep in mijn ogen aan. 'Hoe kan je dat zo goed?' 'Het lijkt op borduren, en dat heb ik vroeger van oma geleerd.' Zijn ogen verzachten een beetje bij het horen van "oma". Oma is twee jaar geleden overleden door een hartstilstand. Ik mocht niet bij de begrafenis zijn, omdat ik naar school moest en mijn ouders wilden niet dat ik ze zag huilen, ofzoiets.

'Ze heeft het je goed geleerd. Maar even over oma...' Ik trek mijn wenkbrauwen vragend op. 'Wat is er met oma?' 'Ze is niet overleden aan een hartstilstand. Ze is verscheurd door de zwarte weerwolfen. Ik was de opvolger van de troon, en dat zal jij ook worden, na mijn dood.' Mijn ogen vergrootten zich. Ik, Troonopvolger?

'Wil je helpen met de andere gewonden te verzorgen?' Ik knik en stap uit bed. Ik pak snel een vest en een lange joggingsbroek en trek het aan. Niet dat ik naakt lag te slapen, ik lag in een kort broekje met een hemdje, maar het is buiten om half 7 best koud.

Ik trek nog snel mijn zwarte AllStars aan en loop achter mijn vader naar buiten. Even blijf ik stilstaan. Overal ligt bloed en lijken, stukken vlees en gewonden. 'Claire, kom je?' Ik knik en volg mijn vader snel.

We lopen alle lijken bij langs en kijken of er nog overlevenden zijn. Als er overlevenden zijn, kijkt mijn vader of het witte of zwarte wolfen zijn. Als het zwarten zijn, laten we ze liggen. Als het witten zijn, verzorgen we ze. Nou ja, we? Ik verzorg ze en mijn vader brengt ze naar het kamertje met de verbandtrommel.

Na een aantal hechtingen, pleisters, verbanden en zalfjes later, zijn we klaar. De ziekenkamer ligt behoorlijk vol, maar mijn vader zegt dat er nog veel witte wolfen zijn.

De lijken gooien we op een bult en verbranden we. De overlevende zwarten gooien we in de bosjes, buiten de poort.

Vermoeid laat ik me op de bank in de zitkamer zakken. Na een poosje komt André naast me zitten en trekt me op zijn schoot. 'Bedankt dat je me verbonden hebt.' Ik laat mijn hoofd tegen zijn borst aan leunen. 'Geen dank. Als ik het niet gedaan had, had je nu misschien niet meer geleefd.' André zucht. 'Dat is zo. Maar jij kan echt goed hechten. Ik ken niemand hier die zo goed hecht als jou.' Ik moet blozen en kijk een andere kant op.

'Wanneer ben je jarig?' Ik kijk hem verbaasd aan. 'Donderdag.' 'Het is nu dinsdag. Dat is dus over twee dagen!' Ik knik. 'Klopt.' Ik kruip van zijn schoot en sta op. 'Wat ga je doen?' Ik draai me om en zie André me vragend aankijken. 'Naar de wc.' André knikt en ik loop de deur uit en de gang door, naar de badkamer.

Opeens wordt ik vastgegrepen en legt iemand een hand over mijn mond. Ik wordt meegesleurd naar een donker gangetje en probeer me los te wurmen, maar mijn belager is te sterk.

Na een paar meter staan we stil en sist diegene in mijn oor: 'beloof je niet te gillen als ik mijn hand weghaal?' Ik krimp ineen bij het horen van zijn stem en knik snel. De hand gaat van mijn mond en ik zet een stap van hem af, terwijl hij zijn hand nog om mijn pols houd.

'Hoe kom je hier binnen?!'

Wie is er binnen? Ik vond het wel leuk om hier te eindigen, jullie een beetje in spanning te houden.

Wat denken jullie? Wie is het? Ik weet het :)

Love you all xxx wondergirl101

my big secret. *1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu